Nationaal
restauratiefonds
111
Jaargang 61, no. 6 - juni 1984
Heemschut verschijnt 9x per jaar
Tijdschrift van de Bond Heemschut
opgericht in 1911
Beschermvrouwe:
H.M. Koningin Beatrix
Uit de inhoud:
Markerwaard, bedreiging voor
monumenten.
Oude kazerne biedt woongenot.
Haags villapark bedreigd door
schaalvergroting.
Cuypers museum verdient zorgvuldiger
beheer.
Burgemeesters over plannen afschaffing-
welstandstoezicht.
Geslaagd pioneren in Alblasserwaard.
Nieuwbouw in een bestaande omgeving.
Foto omslag:
Een 'maison de plaisance' of 'lusthuis'.
Wandschildering van Dirk Dalens 1688-
1758) op de noordwand van de 'zaal' van het
Van Brienenhuis te Amsterdam. Dergelijke
bouwsels waren een vast element in het
'heroique' landschap. Deze schildering is
geplaatst tegenover het 'rurale' landschap op
de zuidwand. Zie tekening Prof. C.A. Van
Swighem elders in dit nummer.
Foto: Peter Wolters, Audiovisueel Centrum
Vrije Universiteit, Amsterdam.
Redactie:
Drs. J. H. Bierenbroodspot-Rudolph
J. Roelfs Sr.
Redactiesecretaris:
Mevr. P. A. Hengeveld-Brand
Medewerkenden:
J. Th. Balk, Amsterdam
Drs. P. Karstkarel, Leeuwarden
D. van der Meulen, Assen
R. Lureman, Doetinchem
Drs. W. J. Pantus, Nijmegen
J. E. van der Wielen, 's-Gravenhage
Correspondentie voor de redactie aan:
Secretariaat Bond Heemschut,
Nieuwezijds Kolk 28,
1012 PV Amsterdam
tel. 020-22 52 92
of 020 - 23 09 94 (ledenadministratie)
postgiro 124326
Lidmaatschap 45,- per jaar
Reductie voor 65 en 30"
Correspondentie voor advertenties:
Bosch Keuning nv
Postbus 13740 AA Baarn
tel. 02154- 1 82 41
gironummer 4988
Vormgeving Druk
Bosch Keuning nv, Baarn
VERSNELLING RESTAURATIES EN VERGROTING WERKGELEGENHEID
Waar al geruime tijd sprake van was - wij
berichtten daarover al verschillende malen in
ons blad - is tijdens zijn openingstoespraak
op de nationale monumentenstudiedag door
minister Brinkman van WVC bevestigd: er
komt een nationaal restauratiefonds - in
het bijzonder voor woonhuizen - dat ener
zijds door institutionele beleggers en ander
zijds door de overheid wordt gevoed.
Het is de bedoeling dat de institutionele be
leggers jaarlijks 100 miljoen gulden in dit
fonds storten; over de hoogte van de rijksbij
drage zei de minister nog niets.
Voor dit Nationaal Restauratie Fonds wordt
gedacht aan een stichtingsvorm met in het
bestuur vertegenwoordigers van WVC, Fi
nanciën, De Vereniging van Nederlandse
Gemeenten, de NCM, een financieel expert
en een onafhankelijke voorzitter. Het beheer
van het Fonds zal in handen worden gesteld
van een particuliere instelling. Het Fonds zal
geen invloed kunnen uitoefenen op het te
voeren beleid.
Hoewel een en ander juridisch nog geregeld
moet worden, zal deze opzet begin 1985 in
werking treden, aldus de minister.
Hopelijk kan door de voorfinanciering die dit
Fonds kan bewerkstelligen, ruimte in het
WVC-budget komen die dan weer gebruikt
kan worden voor de aanpak van het sinds
1972 steeds groter geworden stuwmeer. Dit
stuwmeer beslaat zo'n 1,2 miljard gulden
(hetgeen 500 miljoen aan rijksgeld bete
kent) aan restauratieprojecten waarvoor sub
sidie is aangevraagd.
TWEE FACILITEITEN
Met het Nationaal Restauratiefonds zal het
huidige, door geldgebrek niet functionerende
subsidiesysteem, worden vervangen door
twee financieringsfaciliteiten:
- een 'goedkope' restauratiehypotheek
Hiervan zal het geld uitsluitend van WVC
komen.
- voorfinanciering tijdens restauraties
waarvoor reeds subsidie is toegezegd, maar
waarvan de uitbetaling op zich laat wachten
(thans veelal 4 jaar of meer). Van dit bedrag
zal de aan genoemde institutionele beleggers
verschuldigde rente worden afgetrokken.
Voor die eigenaren van monumenten -
woonhuizen - die gebruik kunnen maken
van fiscale aftrekmogelijkheden, wordt dit
bedrag dat tot nu toe 60% van het subsidia
bele deel van een restauratie bedroeg, ver
laagd tot 30%. In plaats van die 'gemiste'
30% komt dan genoemde 'goedkope' restau
ratiehypotheek, waarbij gedacht wordt aan
een rente die 5% lager is dan normaal. Die
fiscale aftrekbaarheid zal overigens aan -
nog nader te bepalen - voorwaarden gekop
peld worden.
WERKGELEGENHEID
Deze nieuwe regeling zal op langere ter
mijn 1000 extra arbeidsplaatsen opleve
ren, volgens minister Brinkman.
150 langdurige werkloze jongeren zullen
binnenkort al bij een aantal restauratieprojec
ten in het kader van leerlingbouwplaatsen
worden ingeschakeld. Ongeveer 30 oudere
bouwvakkers met veel beroepservaring, die
eveneens langdurig werkloos zijn, zouden
daarbij als leermeester betrokken kunnen
worden.
MILDE DECENTRALISATIE
De opzet van het Nationaal Restauratiefonds
vraagt om een milde vorm van decentralisa
tie, veel milder dan Binnenlandse Zaken oor
spronkelijk voor de monumentenzorg voor
ogen stond. Het desbetreffende vergunnin
genstelsel zal namelijk alleen aan die ge
meenten die dat wensen en die beschikken
over een gemeentelijke monumentenveror
dening worden overgedragen. Dat zullen in
het algemeen de grotere, monumentrijke,
steden zijn, omdat immers de nodige des
kundigheid voorhanden moet zijn. Deze ge
meenten kunnen voortaan zelf beslissen over
restauraties, verbouwingen en sloopvergun
ningen, maar ook over een aanvullend aan-
wijzings- en beschermingsbeleid. In deze
opzet verliest het Rijk zijn greep op het mo
numentenbeleid echter niet, omdat de minis
ter gemeenteraadsbesluiten op dit gebied die
hij onjuist acht, ter schorsing en vernietiging
aan de Kroon kan voordragen.
Voor de financiering van hun uitvoerings
plannen - waarbij de gemeenten zelf de prio
riteiten bepalen - kunnen de gemeenten dus
terecht bij het Nationaal Restauratiefonds.
Ook de besteding van een andere belangrijke
geldstroom 27 miljoen) die WVC ten be
hoeve van de monumentenzorg verzorgt, nl.
die via het stadsvernieuwingsfonds, zal ge
heel een gemeentelijke taak worden.
Voorts is het de bedoeling dat ten behoeve
van deze gedecentraliseerde opzet het huidi
ge Rijksregister van beschermde monumen
ten wordt geherinventariseerd en dat de Mo
numentenwet wordt aangepast.
Al met al toch nog revolutionaire verande
ringen in het monumentenbeleid, waartoe
nog veel hindernissen genomen moeten wor
den. Wij vragen ons dan ook af of het Natio
naal Restauratiefonds inderdaad al vóór be
gin 1985 rond zal zijn en of de uitspraak van
de minister dat dan 'één en ander wel juri
disch geregeld zal zijn', niet te optimistisch
is.
Dat maakt ons niet minder verheugd over het
feit, dat de minister de veel te vérgaande
Vervolg op pagina 112