Het welstandstoezicht zal ons een zorg zijn Boeken 131 DOOR MR. P. J. MOLENDIJK, BURGEMEESTER VAN VELSEN 'Werkt het welstandstoezicht in Nederland bevredigend of niet? Het algemene beeld is niet ongunstig. Een aanleiding tot het aan brengen van essentiële wijzigingen lijkt er nauwelijks te zijn'. Het voorgaande, een citaat uit het jaarverslag 1975 van de toenmalige Centrale Directie van de Volkshuisvesting, is een aardig begin van deze bescheiden beschouwing over het voornemen van de regering om het welstand stoezicht drastisch te veranderen. Het is zo aardig, omdat het een vervolg is op een pas sage in het jaarverslag van 1972: 'Wat het welstandstoezicht betreft is uit een onder de inspecteurs van de Volkshuisvesting inge stelde enquête gebleken, dat dit over het al gemeen vrij bevredigend functioneert'. Geciteerde beschouwingen zijn waarschijn lijk te verklaren uit een behoefte om iets te zeggen over de ervaring, die in de loop der jaren was opgedaan met de sinds 1962 wette lijke verplichting voor gemeenten om wel standstoezicht uit te oefenen. Voor de lezers van dit blad behoeft het wel standstoezicht niet verdedigd te worden. Wel kan het nuttig zijn op enkele facetten van de dereguleringsplannen van de regering de aandacht te vestigen. Bovenstaande citaten passen in die opzet, omdat ze mede kunnen aantonen, hoe volstrekt willekeurig de rege ringsplannen zijn. Opgemerkt moet worden, dat om aan deze plannen kracht bij te zetten allerlei bezwaren tegen het welstandstoezicht worden geop perd, die weliswaar aansluiten bij al jaren bekende bezwaren, maar die toch geen hout snijden. Het gaat dan om 'vertraging', om rechtszekerheidsproblemenmeetbaar heid', 'controleerbare voorschriften', en an dere, tamelijk exacte normen. Het blijkt steeds weer moeilijk om aan te geven, dat het welstandstoezicht niet be doeld is om goedkeuringen op grond van exact aangegeven regels te geven, maar dat het gaat om een z.g. 'marginale' beoorde ling, die niet uitgaat van 'goedkeuring' maar van 'geen bezwaar' en derhalve een ruime marge laat voor overbrugbare smaakver schillen. Grensgevallen zijn niet de maat van het welstandstoezicht, maar de notoire ge vallen van slechte smaak en onkunde. Dat blijft dus subjectief werk, zeker, maar omge ven met waarborgen tegen willekeur. En met ruimte voor heftige meningsverschillen, ge lukkig. En dus ook met beleidsruimte voor de bestuurder, die verantwoordelijk is voor het verlenen van de bouwvergunning. We praten dus over een gevoelige materie. Maar het gaat niet aan het welstandstoezicht daarom maar te beperken tot 'gevoelige' ge bieden, zoals nu wordt voorgesteld. Zijn daar dan die vermeende nadelen van het wel standstoezicht te vermijden? Of wonen daar burgers, die best met andere maatstaven kun nen worden gemeten, en voor wie 'vertra ging' en 'rechtszekerheid' van minder be lang zijn? Geen wetgever die dat aanvaardt. Natuurlijk niet. Dat geldt ook voor de opvattingen van V.N.O. en N.C.W. die al tevreden zijn, als het welstandstoezicht op industrieterreinen wordt afgeschaft. Ook hier twee soorten bur gers: zij die (op economische motieven) vrij zijn van welstandstoezicht en zij die er (in de visie van V.N.O. en N.C.W.) maar onder moeten lijden. Met als klap op de vuurpijl, dat in de regeringsvoorstellen weliswaar de wettelijke verplichting wordt afgeschaft, maar dat de gemeenten wel zelf een 'wel standsregeling' kunnen maken. Door een verordening vast te stellen nog wel. Daarmee komen we dan aan de kern van de zaak: het gaat om dereguleringsvoorstellen, die vereenvoudiging van regelgeving beo gen. De voorstellen leiden evenwel tot inge wikkelder regelgeving. Immers, een zekere gelijkheid in behandeling die er was, zou wel eens vervangen kunnen worden door onge kend grote verschillen. Wat erger is, de schijn wordt gewekt, dat een verordening de bezwaren tegen het welstandstoezicht kan opheffen, maar dat kan, door de aard van de materie, niet. De hele stormloop tegen het welstandstoe zicht is slecht onderbouwd. De argumentatie is armelijk en getuigt van slecht inzicht. In de structuurschets stedelijke gebieden 1983 wordt bij herhaling gewezen op het grote belang van de kwaliteit van het leefmilieu. Talloze citaten uit die schets zouden dat kun nen illustreren en terecht denken de voor standers van welstandstoezicht, dat hun ar beid tot die kwaliteit kan bijdragen. In de marge weliswaar, maar toch. De bestaande regeling van 1962 is een goede. Omdat ze het raam geeft voor een algemene regel 'er is welstandstoezicht in alle gemeen ten' en het overlaat aan het inzicht van die gemeenten hoe dat dan in de praktijk zal verlopen. Hoe die praktijk verliep, is ver meld aan het begin van dit artikeltje. Dat die praktijk soms heel goed is, soms voor veel verbetering vatbaar is, staat vast. Laten we dan liever aan verbetering werken. Van Wel- senes heeft jaren geleden in een boekje eens laten zien, waar het toe leidt als ons land ons een zorg is. De dubbelzinnigheid van de titel van zijn boekje waarderende roep ik dan met een variatie: HET WELSTANDSTOE ZICHT ZAL ONS EEN ZORG ZIJN! Het Van Stolkpark in oude ansichten In dit door Anneke Landheer-Roelants ge schreven boekje wordt na een korte historie over het ontstaan van deze naar Thomas Van Stolk genoemde villawijk aandacht besteed aan de gedeeltelijke teloorgang ervan door schaalvergroting en nieuwbouw, en aan de stichting van de wijkvereniging. Opzet van het boekje is een 'wandeling' door de villawijk aan de hand van oude foto's. Door de begeleidende teksten weet mevrouw Landheer een levendig beeld op te roepen van het gebruik van huis en omgeving in een villawijk rond de eeuwwisseling. Door steeds de verschillende bestemmingen van de huizen te bespreken, is tevens de geschiedenis van de wijk voor een groot deel vastgelegd. Helaas is door het ontbreken van een platte grond niet steeds duidelijk waar men zich bij het lezen van de bijschriften bevindt, vooral een bezwaar voor lezers buiten de gemeente Den Haag. Prijs: 34,90 Uitgever: Europese bibliotheek Zaltbommel NL ISBN 90 288 2417 0 Scheveningen rond kerk en kurhaus Dit op initiatief van Mr. T. Landheer door Michiel Nooren en Angelien Jansen geschre ven boek wil 'in de eerste plaats tegemoetko men aan een toenemende behoefte bij de huidige bewoners van Scheveningen zich te verdiepen in de nog herkenbare ontwikkeling van de eigen woonomgeving en de voor naamste achtergronden hiervan', aldus de initiatiefnemer in zijn 'ten geleide'. Na twee inleidende hoofdstukken over het dorp aan zee en het ontstaan van de vesting Scheveningen, voorzien van een duidelijke overzichtskaart, worden een 20-tal aspecten van Scheveningen belicht, zoals bijvoor beeld de familienamen, traditionele dracht, de visserij, de kerk, de badplaats en het her stel, de sloop en de bouw van Scheveningen. Deze, veelal samenhangende, aspecten leve ren een totaalbeeld op van een stad, die zich in de loop der tijd steeds weer heeft moeten aanpassen en daardoor zijn belang nooit heeft verloren. Het geheel wordt aan het eind van het boek 'samengevat' in een chronolo gisch overzicht van de belangrijkste gebeur tenissen betreffende Scheveningen tussen 1281 en 1982. Hierop volgt een uitgebreide bibliografie. Prijs: 39,85 Uitgever: Unieboek b.v. Weesp ISBN 90 228 25507

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1984 | | pagina 25