■4*-; 123 zo, dat de schoonheid van stad en dorp in een belangrijke mate is ontstaan omdat men steeds de huizen verbeterde en verbouwde (soms is een verbouwing niet een verbete ring, maar is altijd wel als zodanig bedoeld) en het waagde om naar de geest van zijn tijd te bouwen, naast het bestaande. Zo ontstond het eindeloos gevarieerde beeld - de ver schillende verlangens en schoonheidsidealen van altijd verschillende mensen uitdrukkend - maar binnen het kader, waardoor de een heid bleef. Het lijkt erop dat men nu men dat kader kwijt is met 'aanpassen' wanhopig iets dat voorbij is tracht vast te houden, waarbij de historische continuïteit echter doorbroken wordt. Maar het gaat hier niet om aangepast of niet aangepast, (aanpassen aan aanpassin gen, het wordt steeds meer een afgeleide, steeds meer tweedehands - tweederangs) maar om kwaliteit. Het gaat niet om aangepast of niet aangepast, maar om goed of slecht (mooi of lelijk, be kwaam of onbekwaam, gekunsteld of echt), waarbij het dikwijls moeilijk is om in de eigen tijd onmiddellijk het onderscheid tus sen goed en slecht te maken. Ook hierbij valt de vergelijking met andere kunsten weer op: zowel Mozart als Mahler als Debussy zijn in hun tijd als niet te genie- Pietersstraat Haarlem. Westgevel Janskerk en noordgèvel van onlangs gereedgekomen woningbouwcomplex van architect Ir. L. C. Röling. Foto: Jos Fielmilch, Haarlem. Heemschut zette onlangs vraagtekens bij het op deze 'nadrukkelijk moderne' manier bouwen in een historische omgeving. De Bond nodigde de betrokken architect uit zijn visie te geven op het probleem hoe te bouwen in een bestaande, waardevolle omgeving. Wij hopen met deze bijdrage de discussie over deze problematiek in onze kring - opnieuw - op gang te brengen. ten nieuwlichters veroordeeld (en hadden hun bewonderaars van het eerste uur - de echte (her)kenners) terwijl de tijd hen selec teerde als de grote kunstenaars van hun tijd en zo ging en gaat het ook bij dichters en schrijvers, beeldhouwers en schilders. Het is vrijwel zeker, dat als (een genie als) Mozart nu leefde hij muziek zou schrijven die ons niet zo makkelijk en welluidend in de oren zou klinken. Het nu schrijven in de stijl van Mozart, of bv. het in een computerprogram ma stoppen van harmonieën en veel voorko mende toonwendingen, levert muziek op die te herkennen is als Mozartachtig maar net zo simpel en saai is als de stukken die aan Rosemary Brown uit de hemel worden ge dicteerd. Als je met dat soort muziek liefde voor Mozart wilt kweken lukt dat niet - net zo min als je met aangepaste grachtenwan- den liefde kunt opwekken voor de grandioze architectuur van de 17de en 18de eeuw. Maar het probleem van hoe te bouwen in een oude omgeving is met deze constatering niet opgelost. Voorop staat dat zoveel mogelijk van onze monumenten moeten worden ge handhaafd (ik zou zeggen alle!). Er is relatief zo weinig authentieke bouwkunst van vroe ger en er is zoveel ruimte buiten die schaarse plekken waar de oude architectuur geconcen treerd is, dat het zinloos is te slopen en te vervangen maar geboden is de restanten te revalideren en in stand te houden. Voorbeel den van één van de ergste bedreigingen van de oude steden - ik bedoel: 'we gaan welis waar slopen maar herbouwen 'in oude stijl' zijn er te over en de geschiedvervalsing druipt eraf. Om niet met vaderlandse voor beelden te komen noem ik het Grote Markt- kwartier in Antwerpen waar een schitterend stuk oude stad is vervangen door Almere 10 I t Wm *31 kitsch. En hèt voorbeeld van hoe nieuwe architectuur zich wel ongestraft laat integre ren in de oude stad - mits van overtuigende en vanzelfsprekende vormgeving - vind ik nog steeds het Centre Pompidou in Parijs. Er is nergens zo'n enorm groot gebouw dat zich zo natuurlijk voegt in z'n omgeving terwijl daar niets is 'aangepast' in materiaal of kleur. Daarentegen heeft men naast het Centre Beaubourg twee huizenblokken vervangen in 'aangepaste' stijl en dat is er weer een over duidelijk voorbeeld van dat dat niet gaat. Maar wat dan wel blijft moeilijk. Als er bv. in het oude stadje Veere - dat z'n charme o.a. dankt aan het feit dat het in een bepaalde stijlperiode bevroren lijkt - een gat moet worden gevuld kan ik me voorstellen - om dat hier een bepaalde éénheid veel meer dan een grote verscheidenheid één van de kwali teiten is - dat men hier voor een reconstruc tie kiest boven een uitgesproken 20s!e-eeuws bouwwerk. (Hoewel ik het laatste zou aan durven en ik denk dat het kan als er echt kwaliteit wordt geleverd. Maar wie levert en kent die kwaliteit?) Architectuur is toch heel anders dan andere vormen van beeldende kunst; door z'n maat en samenhang met omgeving en door z'n gebruikswaarde. Mensen die zeggen je laat het ontbrekende stuk van de Nachtwacht toch ook niet door Karei Appel erbij schilde ren (of het gestolen luik van het Lam Gods in Gent herkenbaar als copie tonen) zullen ge lijk krijgen, maar ook in de beeldende kunst doen zich merkwaardige problemen voor bij restauratie en conservering. Afgezien van de broekjes die gelovigen en Victorianen uit kuisheidsoverwegingen hebben laten aan brengen is er ook met vele kunstwerken in de loop der eeuwen gesold. En degene die gruwt van een nieuw huis in een oude straat zou evenzeer verbijsterd zijn als hij een grieks beeld zou zien in z'n oor spronkelijke staat: beschilderd met felle kleuren, edelstenen in de oogkassen en een wapenuitrusting van blinkend goud. Reconstructies van antieke steden zouden op ons een des te kitscheriger indruk maken naarmate ze de werkelijkheid van toen meer benaderen. Het is duidelijk dat onze smaak evolueert en op het punt van appreciatie of aanvaarding van technische vormgeving sneller gaat dan in waardering voor onze bebouwde omge ving. Maar als men zich dat realiseert is het mis schien makkelijker om uitingen van eigen tijdse architectuur te begrijpen en te waar deren. Het is uitgesloten om een recept te geven hoe te handelen met nieuwbouw in een oude stad. Ik meen dat hoe groter de vanzelfspre kendheid is waarmee het gebouw zich mani festeert hoe makkelijker het zich zal voegen in z'n omgeving. Ik vind geprofileerde latjes spijkeren op een vlakke voordeur om de indruk te wekken dat het gaat om een samengestelde, ambachtelijk gemaakte, deur, bij voorbeeld niet vanzelf sprekend.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1984 | | pagina 17