Tuinaanleg bij
historische bebouwing
102
TWEE VOORBEELDEN VAN 'AANGEPASTE' ONTWERPEN
DOOR AREND JAN VAN DER HORST*>
Eén van de boeiende aspecten van de tuin- en landschapsarchitecten is de verscheidenheid
aan situaties waarvoor ontwerpen moeten worden gemaakt. Nu eens zal een modern kantoor
van passende parkeerplaatsen, groenstroken, een aardige entree en wellicht nog ergens een
siertuin moeten worden voorzien, dan weer moet aansluiting gevonden worden bij boeiende
bebouwing uit lang vervlogen eeuwen. Eeuwen, waarvan slechts fragmentarisch overgele
verd is hoe de mensen woonden, werkten, aten en dronken. Schilderijen vertellen ons dan
veel van de schijnbaar zo logische, maar dikwijls zo moeilijk te vinden 'gewone' zaken, als
kleding, materiaalgebruik en ruimtelijke indeling van de omgeving. Dat de hierboven ge
noemde verscheidenheid in werkomgeving een grote variatie aan materiaalgebruik en ruimte
lijke indeling vereist, hoeft geen handicap te zijn. Veel is immers hetzelfde gebleven, bij
voorbeeld veel materialen, en zowel moderne als bestaande situaties kunnen daarvan mee
profiteren.
HUIS TEN BOSCH
Als voorbeeld, hoe een oud huis weer tot
woonhuis werd gerestaureerd en van een
passende omgeving voorzien, neem ik u mee
naar het bijzondere plaatsje Maarssen aan de
rivier de Vecht: een levend museum met
historische architectuur van bescheiden èn
van groot formaat. Daar aan die eens als
'zegepralend' omschreven Vecht ligt in de
bocht bij een nieuwe, lelijke, moderne ver-
keersbrug, één van de meest opvallende hui
zen van de Vechtoevers: Huis Ten Bosch,
waarvan men aanneemt dat het door Jacob
van Campen is gebouwd, of in ieder geval in
zijn stijl volgens de (Renaissance-)regels van
die tijd. Zoals in de architectuur in Italië vele
sacrale elementen werden toegepast in de
bouw van villa's, buitenplaatsen en boerde
rijen, zo ook heeft Huis Ten Bosch enkele
duidelijke Palladio-elementen in zijn archi
tectuur, en wel met name in zijn voorgevel,
die zich decoratief en opvallend spiegelt in
het voortvliedende water van de Vecht.
Twee gelijkenissen met de villa's van Palla-
dio moeten mij nog van het hart voor ik mij
weer met mijn 'buiten'-terrein zal bezighou
den. Net als in de in Noord-Italië te bezoe
ken Palladio-villa's zal men geen centrale
trappartij vinden in het huis, maar is de trap
weggestopt in een zijwand, die achter de
indrukwekkende hal het huis in tweeën deelt.
Evenals in de Italiaanse villa's zijn de beide
vertrekken van Huis Ten Bosch indrukwek
kend, terwijl boven, waar geen gasten zou
den komen, sprake is van een bijna boeren-
architectuur, waaraan alle allure ontbreekt.
DE TUIN
Na vele eeuwen als woonhuis in gebruik te
zijn geweest, heeft het huis enkele tientallen
jaren als gemeentehuis van de gemeente
Maarssen gediend. De waarschijnlijk eens
formele tuin was toen reeds tot een wat land-
schappelijker aanleg veranderd, met grote,
los gegroepeerde, bomen, zoals de beuken
en kastanjes op het ruime grasveld. De func
tie van gemeentehuis vereiste dat men (bij
voorbeeld met trouwauto's) om het gebouw
heen moest kunnen rijden, waartoe een enor
me grindbaan rondom het huis werd aange
bracht. Toen het gemeenteapparaat te om
vangrijk werd, kwam het huis op dé markt.
Het werd gekocht door een antiquair die er
zijn fraaie antiekcollectie exposeerde en er
tevens woonde. Ook het bij het hoofdhuis
behorende grote koetshuis was toen in ge
bruik. Achterin de tuin werd een aardige
rozentuin aangelegd volgens een door de ei
genaar bewonderd Renaissance-model.
Toen ik zelf met Huis Ten Bosch te maken
kreeg, was het huis het eigendom van een
familie met vele telgen, die in de grote oude
Taxusbomen hutten bouwden en zich koste
lijk vermaakten in de verwilderde tuin, die
nog niet aan de opknapbeurt was toegeko
men, die zich in het huis had voltrokken.
Mijn visie op de tuin werd gevraagd, en na
vele mogelijkheden te hebben overwogen,
koos ik voor twee alternatieven, die beide als
uitgangspunt een tuinstijl hadden, welke bij
dit fraaie huis 'hoorde'.
Het meest logische was het terugbrengen van
de landschappelijke tuin naar een schaal wel
ke het gezin zou kunnen gebruiken. Dit hield
in het miniseren van de grindbaan om het
huis en het weer aanbrengen van 'schaal' in
het overige terrein door nieuwe onderbe
groeiing van de hoge bomen, ander verloop
van de paden en het aanbrengen van enkele
zichtpunten als beelden en doorkijken.
Een tweede, veel ingrijpender, mogelijkheid
was het terugbrengen van de tuin in een meer
formele stijl, die zou kunnen passen in de
periode van het ontstaan van het huis, toen
'Franse tuinen' in zwang waren in Nederland
en een grote rechtlijnigheid in de verdeling
van de ruimten en het belijnen van paden
werd betracht. Voor dit uitgangspunt werd
een 'klassiek' plan getekend, dat uiteindelijk
de voorkeur van de opdrachtgevers kreeg, en
nu voor een deel is uitgevoerd. Hierbij wer
den de terassen recht van vorm, net als de
paden en de taxushagen, die de tuingedeelten
soms omsluiten, en soms als losse elementen
rondom het grote grasveld werden geplaatst.
De oude bomen worden geaccepteerd als
speelse elementen in de verder symmetrisch
ingedeelde tuin. Althans 'speels-symme-
trisch', want een grote handicap is het feit,
dat in de tijd van de antiquair het koetshuis
met een groot stuk tuin is verkocht. Een
fasering in de uitvoering bleek nodig, niet
alleen om financiële redenen, maar ook om
het plan tijdens de aanleg te laten 'rijpen' en
Kasteel Zuylestein te Leersum, zoals dit na door
Frederik Hendrik als jachtslot in 1630 te zijn
aangekocht door hem werd vergroot.
Helaas bestaat na een bombardement in 1945 nu
alleen nog het Poortgebouw rechts.
Arend Jan van der Horst is tuin- en landschapsar
chitect en vice-voorzitter van de Nederlandse Tui-
nenstichting.