'Oranjewoud
monument als erfgoed
101
slechts aan kleinschalig onderhoud toegeko
men; in feite was het park verpauperd. De
huidige eigenares heeft eigen middelen ter
beschikking gesteld om de allure van het
conferentie- en studiecentrum een accent te
geven door de 'entourage', het landschap
spark, in stand te houden, en meer dan dat te
doen.
VISIE EN INHOUD
De heer G. H. Reukema, is hoofd Sectie
Groenvoorzieningen van genoemd Inge
nieursbureau, de heer P. Sikma is sinds ruim
vier jaar de (jonge) hovenier van het park.
Naar beide deskundigen hebben we geluis
terd en met hen hebben we een rondgang
gemaakt.
Reukema: 'Tuinen, parken zijn kwetsbare en
vergankelijke kunstuitingen. In de tuin van
'Oranjewoud' is sinds de tweede wereldoor
log geen structurele verjonging meer uitge
voerd. Monumentale beuken waren uitge
groeid tot een gemiddelde stamdiameter van
130 cm.
Andere bomen waren reeds lang door blik
seminslag getroffen, alleen de sterken waren
gebleven. Om een lang verhaal (studies) kort
te maken; er is gekozen voor de opzet van
een fasegewijs renovatieplan, waarbij het
handhaven van de historische en actuele be
levingswaarde van het park als centraal uit
gangspunt is genomen. De bezoeker neemt
kennis van de verjonging van de Beukenlaan
en de Lindelaan, mede als gevolg van het
planten van jonge reuzen van middelbare
leeftijd.
Uit een mededeling van de hovenier blijkt,
dat men gedurende zes winterseizoenen met
een kleine ploeg zorgvuldig heeft gewerkt.
Reukema: 'De ruimtelijke indeling mocht
niet nadelig worden beïnvloed en de kleur
der seizoenen diende te worden behouden.'
HISTORISCH BESEF
Bij dit alles mag een vleugje historie niet
ontbreken. Een deel van het oorspronkelijke
park 'Oranjewoud' is door de bekende tuin
architect Daniël Marot in 1707 in de Neder
landse barokstijl ontworpen. (Marot is be
kend door zijn ontwerp van de paleistuin Het
Loo.) De meeste kenmerken van het park
wijzen echter op de invloed van de land
schapsstijl (1760-1830). In tegenstelling tot
de statische tuinen uit de barok wordt de
landschappelijke tuin gekenmerkt door be
weging en romantiek, kronkelende paden
langs bomen en gazons en grillige vijvers.
De stijlen uit het verleden zijn voor heden en
toekomst meegenomen.
Beide deskundigen betogen, dat bomen de
beelddragers van een park zijn en daarom is
aan hun presentatie alle aandacht besteed.
Eiken, linden, beuken zijn als het ware mo
numenten, dat moet monumentenbescher
mers vertrouwd in de oren klinken. Overi
gens: het planten van 'nieuwe' bomen vergt
niet zelden een bedrag, dat schommelt tussen
de 1000,- en 2000,- gulden. Voor des
kundigen is het interessant te weten, dat dit
intieme park is verrijkt met een trompet
boom; tulpenboom, japanse tempelboom,
amberboom en hemelboom. En voor wie het
park - met zijn fauna - kent, zal het deugd
doen te vernemen, dat het pittoreske japanse
theehuisje is gerestaureerd.
In het nieuwe beheersplan, dat vooral effi
ciënt onderhoud beoogt, worden met name
aanbevelingen gedaan het vegetatiepatroon
van de kruidenlaag te stimuleren.
Met het verwerken van op eigen terrein vrij
komend tuinafval tot compost is een belang
rijke stap gezet om uitmergeling van de bo
dem tegen te gaan en het bodemleven te
activeren. De werkperiode 1977 - 1984 is in
de geschiedenis van de ontwikkeling van dit
park van ingrijpende betekenis geweest. Al
gemeen bekend is, dat de instandhouding
van historische gebouwen, in onder meer
landschapsparken tot een probleemveld be
hoort. Al gauw wordt de aandacht voor de
omgeving als een zekere luxe bestempeld.
Men mag stellen, dat een kleine groep Frie
zen het Oranjewoudpark heeft gered! Met
hedendaagse tuinkunst, die duidelijk knip
oogt naar het verleden.
De paden op, de lanen in, is hier een feeste
lijke gang.
Genoemd Ingenieursbureau, met bijna tien
vestigingen in ons land, was onder meer be
trokken bij de vernieuwing van het tuincom
plex van Het Loo. Voorts dienen op het
terrein van beheers- en inrichtingswerk te
worden genoemd Hillenraath, Swalmen,
Kasteel Ruurloo en Slot Brakensteyn, Oos
terhout.
Reukema: 'De functie van de groenvoorzie
ning wijzigt zich. In de welvaartsjaren is op
soms onstuimige wijze groen aangebracht.
In onze tijd zijn de zeer hoge beheerskosten
een rol gaan spelen, maar we worden ook
geconfronteerd met functiewijzing van
groenvoorzieningen, onder meer in de ste
den. Groenvoorziening, hoe dan ook, blijft
een onderdeel van cultuurgoed.'
Materieel gezien - en waar niet? - blijft het
kostenpatroon zwaar wegen. Met dat pro
bleem heeft 'Oranjewoud' minder moeite
gehad.
Maar de wil om historisch-cultureel te inves
teren moet dan ook wél aanwezig zijn.
Jan Roelfs Sr.
Het gebouw van de Stichting Landbouw en
Coöperatiecentrum 'Oranjewoud'. Dit landhuis
dateert van omstreeks 1830, het bezit een
bijzonder stijlvol interieur.
Het domein kwam in 1972 in bezit van de
Frieslandbank.
In 1954 werd het eerder genoemde Centrum in
'Oranjewoud' in gebruik gesteld. Duizenden
boeren hebben er sindsdien voetstappen liggen.