1 a 1 Aan de zichtas van Fogelsanghstate, de Kleasterwei, werd in 1870 dit herenhuis gebouwd. Dit 'lyts slot' of Munkepaed vertoont treffende stijlovereenkomst met de state se (en die van Elsloo in zuidoost Friesland), maar heeft een totaal andere oorsprong en geschiedenis. Op de plek van de brink van Veenklooster moet al in de zestiende eeuw de zathe Starkenburg gestaan hebben. Toen deze zathe gesloopt was, bleef het zg. horn- leger, het onbebouwde erf, ook als zodanig van belang, omdat daaraan het stemrecht verbonden bleef. Oude kaarten leren dat Veenklooster als ne derzetting niet keurig rond dit hornleger groeide, maar een onregelmatige ontwikke ling heeft gekend langs bestaande paden en de wegen. De bebouwing en beplanting van het dorp zijn wel tot een redelijk evenwicht gegroeid, met nauwelijks verstoringen. Op windend wordt het pas ten oosten van de nederzetting, waar Fogelsanghstate en alle bouwwerken die bij de state horen allure kregen en één architectonische taal spreken, een stadse taal die in het landelijke gebied opvalt. JACOB IZAAKS DOUMA Koning Willem III is twee keer op het slot Fogelsanghstate op bezoek geweest. In 1851 en in 1873. Vooral dat laatste bezoek heeft sporen nagelaten. Niet alleen werd toen het pad dat Veenklooster met Kollum verbond bestraat, en heet die weg sindsdien de Ke- ningswei, maar de toenmalige bewoner van Fogelsanghstate, Hector Livius baron van Heemstra liet toen ook het buiten drastisch verbouwen. Van Heemstra heeft in die perio de meer bouwopdrachten verleend in zijn omvangrijke bezit en die zijn (voor zover er nog gegevens over achterhaald konden wor den) allemaal uitgevoerd door één architect: Jacob Izaaks Douma uit Leeuwarden. Omstreeks 1730 kreeg Fogelsanghstate na een drastische verbouwing de omvang die het nu nog heeft: een breed rechthoekig ge bouw met een souterrain, een belétage en een halve zolderverdieping en mét een voor gevel, geleed door forse pilasters, die be kroond werd door een groot fronton. Het buiten kreeg een ingetogen maar duidelijk classicistische uitdrukking. Ter gelegenheid van het koninklijk bezoek in 1873 werd het buiten naar de mode des tijds aangepast en moest deze classicistische structuur wijken voor een decoratieve be pleistering. De hoofdvolumes bleven wel ge lijk, maar de verhoudingen veranderden en de heldere geleding maakte plaats voor vrij vlak ornament. De statigheid ging verloren ten gunste van charme. In onze eeuw zijn er nogmaals veranderingen aangebracht die deels terug lijken te gaan op de oudere situa tie. Het gevolg is dat het buiten, hoe aardig het ook is een tweeslachtig uiterlijk heeft gekregen. 1). Van Heemstra gaf in 1870 aan architect Ja cob Izaaks Douma ook de opdracht om op de as van Fogelsanghstate een fors herenhuis te bouwen. Het zou de huisvesting worden van de oude generatie huisgenoten. Zelfs nu de state als buitenhof van het Fries Museum niet' meer bewoond is (de stijlkamers zijn voor een ieder te bezoeken), wordt het huis Mun kepaed, dat door de inwoners van Veen klooster het 'Lyts slot' wordt genoemd, nog bewoond door de nabestaanden van de vroe gere bewoners van Fogelsanghstate. Het he renhuis heeft eenzelfde soort decoratieve uit monstering in pleister als de state en hoewel er nog geen bewijzen voor zijn moet ook de verbouwing van Fogelsanghstate in 1873 wel van de hand van Douma zijn. Deze architect ontwierp in 1880 ook een nieuwe bloemen kas in het park van de state. FRAAI PARK De tuin van Fogelsanghstate is een van de grootste en fraaiste parken van Friesland. Tot omstreeks 1836, toen Hector Livius van Heemstra en zijn vrouw op het buiten kwa men wonen, was het park een flinke optel som van rechthoekige bospercelen. Toen is naar ontwerp van de tuinarchitect Lucas Pie- ters Roodbaard dit strakke stramien naar de De stelpboerderij aan de Kleasterwei 2 met een classicistisch vormgegeven middenpartij.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1984 | | pagina 27