Stichting tot behoud van particuliere nistorische buitenplaatsen 89 De meeste Nederlandse historische buiten plaatsen met hun parken, tuinen en - dik wijls - omringend landgoed zijn in particu lier bezit. Om de instandhouding van het natuurschoon in Nederland te verzekeren, zijn sinds 1928 belangrijke fiscale facilitei ten verleend aan eigenaren van gronden (landgoederen) waarop natuurschoonwaar den en eventueel buitenplaatsen aanwezig zijn. Dit werd geregeld in de Natuurschoon- wet (NSW) van 1928, die daarna herhaalde lijk is gewijzigd. Van de ruim 100.000 ha, die vallen onder deze NSW, wordt ruim 80.000 ha door par ticulieren beheerd. Van dit areaal bestaat 40.000 ha uit historische landgoederen, met inbegrip van de historische buitenplaats, het huis (monument) met bijgebouwen, grach ten, waterpartijen, tuin, park en lanenstelsel. Op grond van de NSW zijn deze historische landgoederen van zonsopgang tot zonsonder- Kasteel Eijsden (Zd. Limburg) oorspronkelijk uit ca. 1636, particulier eigendom. De tuin werd einde 19de eeuw opnieuw aangelegd in formele (geometrische) stijl door Achille Duchêne. Ook hier worden nu hoveniers te werk gesteld door de Stichting P H B, op basis van een speciale subsidieregeling voor onderhoud van historische buitenplaatsen. DOOR HEIMERICK TROMP*' gang dagelijks voor het publiek toegankelijk en worden per jaar door ca. 2 miljoen Neder landers bezocht. In het begin van de jaren '70 werd het steeds duidelijker, dat de eigenaren van de histori sche NSW landgoederen hun traditionele taak van instandhouders van belangrijke cul tuurhistorische, natuurschoon- en natuurwe tenschappelijke waarden niet langer konden vervullen. Zelfs de belangrijke fiscale facili teiten waren niet meer voldoende om een toekomst te garanderen omdat de productie ve delen van deze landgoederen bij lange na niet meer voldoende opbrachten om de bui tenplaatsen zelf in stand te houden. In over leg met de Departementen van CRM (nu WVC) en Financiën hebben de eigenaren van de historische landgoederen zich toen aaneengesloten in de Stichting tot Behoud van Particuliere Historische Buitenplaatsen (PHB) om zo een gespreksforum voor het overleg met de Rijksoverheid te vormen en om tot een organisatie te komen ter bescher ming van de verschillende waarden, die op de historische buitenplaatsen aanwezig zijn. Het gaat bij deze stichting dus niet om de particuliere belangen van de eigenaren, maar om het behoud van de particuliere histori sche buitenplaatsen in het algemeen belang. Na alle mogelijkheden in overleg met CRM en Financiën overwogen te hebben, kwam men tot de conclusie dat de beste oplossing geboden wordt door de voortzetting van het particulier beheer en de daarmee verband houdende particuliere bewoning. Dit gebeurt in een zo open mogelijke 'joint venture' met de Overheid en dus de gemeenschap. Om deze oplossing te verwezenlijken is afge sproken dat de Overheid er aan zal meewer ken om via het scheppen van randvoorwaar den de voortzetting van het particulier beheer mogelijk te maken. In de afgelopen tien jaar zijn al een belang rijk aantal randvoorwaarden geschapen, die voor het voortbestaan van de histori sche buitenplaatsen in particulier beheer van belang zijn. - Zo werd in 1972 aan de toenmalige staats secretaris van Financiën advies verstrekt over de manier waarop ook ten behoeve van kastelen en landhuizen de aftrekbaarheid van de onderhoudskosten kon worden her steld. - In 1977 is op aandringen van de Stichting PHB, in nauw overleg met de Hoofddirectie Natuurbehoud en Openluchtrecreatie (NBOR) van CRM (nu Landbouw en Visse rij) een regeling in het leven geroepen voor de subsidiëring van achterstallig onderhoud van de historische tuinen en parken. - Voorts gaf de Stichting PHB in 1980 aan de Minister van CRM adviezen om te komen tot een onderhoudssubsidie. Ook verleent zij regelmatig medewerking bij het registratiebeleid van historische parken en tuinen door de Rijksdienst voor de Monu- Huys ten Donck, particulier eigendom, te Ridderkerk (18de eeuw), één van de vijf thans beschermde buitenplaatsen. Hier afgebeeld een schilderij door A. J. Offermans, 1816, van de achterzijde van het huis vanaf de oogvormige vijver.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1984 | | pagina 17