88 scherming en -beheer in zich bergt hier te lande niet bestaat. Het zou het voortbestaan van het ensemble van de historische buiten plaats ten goede komen. De belangen op dit gebied zijn in Nederland nu te versnipperd. Twee instellingen, die tesamen het National Trust-idee nastreven zijn de Stichting Vrien den der Geldersche Kasteelen en de Stichting Het Geldersch Landschap, die samen 21 kas telen, historische buitenhuizen en kasteelrui nes en 7000 ha natuurschoon in de provincie Gelderland bezitten (zie noot). - Over één aspect is tot dusver nauwelijks gerept: dat is de aandacht, die besteed dient te worden aan de historische interieurs van de Nederlandse buitenplaats. Die huizen, waar de oorspronkelijke inboedel bewaard is gebleven zijn in Nederland hoogst zeldzaam geworden. Er dient alles op alles gezet te worden om de enkele voorbeelden, die nog resten voor de toekomst als geheel bijeen te houden. Een interieur laat zich nauwelijks meer reconstrueren wanneer de er oorspron kelijk thuis horende mobilia verspreid raken. Een interieur was vroeger ook zelden statisch doch aan mode onderhevig, en er werd dik wijls verdeeld of toegevoegd. Het behoud van wat ons nu nog rest aan oude inboedels dient echter met grote mate van prioriteit te worden nagestreefd. ROSENDAEL Als een goed voorbeeld hoe het beheer van huis èn park gevoerd zou kunnen worden, kan het park Rosendael in Gelderland dienen: Kasteel en omringend park werden in 1977 door W. F. T. baron van Pallandt gelega teerd aan de Stichting Het Geldersch Land schap, die het kasteel in 1982 aan haar zuster instelling de Stichting Vrienden der Gelder sche Kasteelen overdroeg. De collectie van 60 familieportretten werd ondergebracht in de Stichting 'Brantsen van de Zyp - ter be waring van Gelderse familieportretten'. Sindsdien is door het Geldersch Landschap een herstelplan voor het park opgesteld, dat nu in fasen wordt uitgevoerd. Een commissie van externe deskundigen adviseert de direc tie bij de uitvoering van het herstel. De Stichting Vrienden der Geldersche Kasteelen heeft de daken van het kasteel (ten dele) hersteld; verdere restauratie is op dit moment vanwege gebrek aan middelen onmogelijk. Van de kunstwerken in het park werden nog onder de laatste particuliere eigenaar de schelpengalerij en het exterieur van de thee koepel hersteld. In 1983 werden de bekende bedriegertjes in eigen beheer gerestaureerd. Het ligt nog in de bedoeling de Oranjerie, die in de oorlog werd verwoest, te herstellen en in te richten als theeschenkerij. De sinds de oorlog overwoekerde en nu ver dwenen rozentuin zal opnieuw worden aan gelegd met gelden, die in 1981 werden inge zameld bij het afscheid van de voormalige directeur der beide stichtingen. Het kasteel zelf is verhuurd aan het 'Internationale Bur gen Institut' (IBI) dat in de zuidvleugel enke le vertrekken in de zomermaanden heeft opengesteld, waarin wisselende exposities over kastelen worden georganiseerd. Deze worden jaarlijks door ruim 10.000 bezoekers bezocht. Het park trekt ruim 40.000 betalen de bezoekers per jaar. Begunstigers van Het Geldersch Landschap en inwoners van de gemeente Rozendael hebben gratis toegang. In het voormalige koetshuis (rechter vleugel) is in de zomermaanden een eenvoudig infor matiecentrum ingericht betreffende het werk der beide stichtingen, in het algemeen en met name wat park Rosendaal betreft. Onlangs kon door Het Geldersch Landschap een ho venier worden aangetrokken, die na het her stel van het park het specialistische onder houdswerk voor zijn rekening zal nemen. De kunstvoorwerpen uit het kasteel zijn - behalve de portretten - verspreid geraakt, maar door huidig onderzoek kunnen ze nog ten dele bestudeerd en gedocumenteerd wor den. Naar de geschiedenis van kasteel en park wordt historisch onderzoek verricht, dat bij het herstel dienst zal kunnen doen. Hoe nauw een eigenaar vroeger bij aanleg en beheer was betrokken, blijkt uit een brief van de Stadhouderlijke architect, P. W. Schonck, aan zijn opdrachtgever F. W. van der Borch voor het huis Verwolde, waar voor hij in 1776 de bouwplannen maakte: 'Ik twijfel niet of het aangename najaar zal den Heer van Verwoolden zig ten nutte ma ken; ik verheel mij zelfs dagelijks een train met karren en wagens af en aan te zien rijden met aarde, zand, bagger, ja alles wat op Verwoolden bij malkanderen te schommelen is, om de gracht en het terrain om het huys aan te vullen, waarmee UHWGB ongetwijf- feld al een groot eind zal geavanceert zijn. UHWGB heeft bij den bouw van dit huys waarlijk een geluk uyt duysende: alles loopt ongemeen voordelig; mede zoo ik de voort varendheid van den Heer van Verwoolde wel ken, zoo is ook reets een begin gemaakt met het planten der groote laan voor 't huys en het gesigt door dezelve tot in het oneindige verlangd. Laten we voor de toekomst op een goede samenwerking tussen overheid en betrokken eigenaren hopen, opdat het voortbestaan van de Nederlandse buitenplaats 'tot in het on eindige verlengd' zal blijven. Foto 4 Huis Zypendaal, gelegen aan de rand van Arnhem in een door C. E. A. Petzold ontworpen (1863) landschappelijke parkaanleg. Na restauratie (1979-1982) werden de bovenverdiepingen in gebruik genomen als kantoor van de stichtingen Het Geldersch Landschap/Vrienden der Geldersche Kastelen, terwijl de hoofdverdieping in historische trant werd ingericht en opengesteld voor het publiek. Met uitzondering van de luchtfoto zijn alle foto's van J. de Maret Tak. Noot Twee lezenswaardige artikelen die deze problematiek tot onderwerp hebben zijn: - 'Een onbillijke vergelijking' door D. J. G. Buur man, waarin deze wijst op de onredelijkheid dat de overheid wèl subsidie verstrekt voor de aankoop van 'natuurmonumenten' maar niet voor die van 'cultuur monumenten'. Heemschut, augustus 1982, no. 7/8, p. 114 en 115. - De in Het Geldersch Landschap juni 1983, no. 2, p. 12-14 afgedrukte rede van voorzitter Lord Gibson van de Engelse 'National Trust', gehouden bij de ingebruikneming van huis Zypendaal als kantoor en museum van Stichting Het Geldersch Landschap en de Stichting Vrienden van de Geldersche Kasteelen.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1984 | | pagina 16