68 leid. Dit is niet alleen noodzakelijk omdat het particulier initiatief zeer sterk terug is gelopen, maar ook omdat steeds meer pro blemen ontstaan bij gecombineerde nieuw bouw- én herstelprojecten waar ook panden met waarde als monument onder vallen. Om ook recht te doen aan het gemeentelijk uit gangspunt 'Bouwen voor de buurt' is het noodzakelijk de subsidiemogelijkheden zo om te bouwen, dat de huren na restauratie vergelijkbaar zijn met die van nieuwbouw woningen. In 1980 presenteert wethouder Jan Schaefer de nota Woningwetmonumen- ten, een voorstel voor een betere regeling. Met de Staatssecretarissen van de toenmalige departementen van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk en Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening worden op basis hiervan afspraken gemaakt en gaat het zgn. experiment 'woningwetmonumenten' van start. Het uitgangspunt hierbij is, dat de wo ningen in de monumenten dezelfde kwaliteit hebben als de nieuwbouwwoningen en dat op grond daarvan de nieuwbouwregeling van het Ministerie van VROM hierop van toepas sing is. Daarnaast dragen de Minister van WVC en VROM bij in de extra kosten die gemoeid zijn met het herstel van het histori sche casco. Door meerdere objecten bij el kaar te voegen en de subsidie te verdelen op basis van het benodigde, zijn hier goede re sultaten geboekt. In uitvoering of al gereed zijn restauraties van 48 panden, daarnaast Reconstructietekening van Begijnhof 8. H. J. Zantkuyl. Een zorgvuldig onderzoek gaat aan de restauratie vooraf. Aanzicht van het Begijnhof. Het pand no. 8 bevindt zich (niet zichtbaar) links vooraan in de huizenrij. zijn er in dit kader plannen in ontwikkeling voor nog eens 50 panden. Ook de tweede fase van het Entrepotdok, waarbij het gaat om herstel en woninginbouw van een veer tigtal pakhuizen, zal in 1986-87 tot uitvoe ring komen. Naast deze actieve aanpak in dit kader voert de gemeente een aantal restauraties uit of bereid ze voor van een aantal grote monu menten. Voor de Haarlemmer- of Willems poort, waarin jongeren zullen worden ge huisvest, zal dit jaar de restauratie beginnen. Daarnaast is de Oosterkerk in restauratie waaraan net als bij de een aantal jaren gele den gerestaureerde Zuiderkerk een sociaal- culturele buurtfunctie zal worden gegeven. In de Nieuwmarkt is een restauratieplan in voorbereiding voor de Waag. Een probleem vormt hier de bestemming na de verhuizing van de huidige gebruiker, het Joods Histo risch Museum naar het Synagogencomplex op het J.D. Meyerplein. Een campagne hier voor begint binnenkort. Het probleem van de bestemming na restauraties speelt ook voor de 'schuilkerk' de 'Ooievaar' in de Barnde- steeg in de Bethaniënbuurt. Naast deze grote objecten is van groot belang de uitvoering van drie grote monumentale complexen wo ningbouw in de Jordaan, mogelijk door extra gelden die beschikbaar zijn gesteld in het kader van de werkgelegenheid. Zo'n 100 monumentale casco's zijn hiermee gemoeid. Het betreft de twee vroeg 20ste eeuwse volkswoningbouwcomplexen Con- cordia Noord en Zuid en het prachtige 18de eeuwse Karthuizerhofje dat in 1652 onder architectuur van de stadsbouwmeester Da niël Stalpaert voor de 'huiszitten-weduwen' door het stadsbestuur werd gebouwd. Naast deze gemeentelijke aanpak zijn ook de particulieren actief in de stadsvernieuwing. Zo'n 10 eigenaren vragen jaarlijks een subsi die op basis van de zgn. gecombineerde WVC/VROM-regeling aan. De Amsterdamse Maatschappij tot Stadsher stel is ook actief in de stadsvernieuwings buurten. In het kader van het experiment woningwetmonumenten is een project aan de Egelantiersgracht in voorbereiding. Daar naast zal de Maatschappij in de Bethaniën buurt aktief als woningbouwvereniging in nauwe samenwerking met de gemeente pan den gaan aanpakken. Een zeer belangrijk complex dat in het kader van de stadsvernieuwing wordt aangepakt is het Begijnhof. De Stichting heeft het initia tief genomen 36 panden te restaureren en ook de woningen te verbeteren. Subsidietoe zeggingen zijn binnen en alles is klaar voor de start. Kortom, in de Amsterdamse stadsvernieu wing zijn er rondom de monumenten in de eerste jaren zeer veel aktiviteiten te ver wachten. 2. De zorg voor de historische structuur en de niet gebouwde omgeving Zoals al eerder opgemerkt, zijn er behoudens voor de Oostelijke Eilanden en Kadijken, bestemmingsplannen voor de stadsvernieu wingsbuurten die uitgaan van de bestaande structuur en. waarin een aantal zaken is vast gelegd in verband met de (toekomstige) be scherming als stadsgezicht. Genoemd kun nen worden de voor- en achtergevelrooilijn, de hoogte, de opbouw in verdiepingen, de parcellering en de kapstructuur. De toetsing vindt ook door het Bureau Monumentenzorg plaats, zowel in het kader van de bouwver gunningsprocedure alsook door adviezen aan de welstandscommissie. Toch blijven de me ningen over de tot stand gekomen nieuw bouwprojecten zeer verdeeld. Belangrijk is echter te onderkennen, dat door het terugbrengen van bebouwing - welis waar een wat gewijzigde - stedelijkheid te rugkeert en daarnaast dat deze plekken in de stad weer een functie krijgen: er wonen en werken weer mensen. Er ligt hier een grote opgave voor architecten om uitdrukking te geven aan deze bebouwing die moet voldoen aan de eisen van deze tijd, maar toch één harmonisch geheel moeten vormen met de aanwezige bebouwing en structuur. Het is soms moeilijk maar wel van groot belang te beseffen, dat er zonder verande ring geen sprake kan zijn van een levende stad. Begijnhof no. 8, derde van links; Het eerste van de 36 panden dat in het kader van de stadsvernieuwing zal worden opgeknapt.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1984 | | pagina 26