InThombleefhet
gaslicht branden
I
1
192
DOOR MR T. LANDHEER*)
'De komst van het aardgas vormt merkwaardigerwijs de nekslag voor de laatst overgebleven
met gas verlichte lantaarnpalen. Dat gebeurt in 1967 in Den Haagzo schrijft Mr W. M. N.
Eggenkamp in zijn zeer lezenswaardig artikel over 'Negentiende-eeuwse gietijzeren lantaarn
palen' in het juninummer van Heemschut. En wat verderop: 'Uniek voor Nederland is de
situatie op het Martinikerkhof (in Groningen). Daar is het gaslicht hersteld en wel in
lantaarns op Nering Bögelpalen'.
Dat het gaslicht bij de komst van het aardgas niet is gedoofd in Thorn - het unieke, witte
stadje in Midden-Limburg - was de heer Eggenkamp, naar ik veronderstel, niet bekend.
Anders zou hij er stellig met enthousiasme over geschreven hebben. Vandaar nu het volgende
relaas.
Aan het eind van de jaren vijftig kwam onder
de bezielende leiding van burgemeester (Jo)
Smeets een herwaardering op gang van de
oude kern, waarvan de llde-eeuwse Abdij
kerk en het intieme, voorname plein De
Wijngaard met zijn vele, witte gevels het
middelpunt vormen. Als sluitstuk van de
werkzaamheden, die moesten lei
den tot een herstel van de sfeer,
die de Wijngaard ademt, werd
ook de verlichting onder han
den genomen. De uniforme
lichtmasten, die met hun
TL- en HPL-lampen in
die dagen op
vrijwel alle Limburgse dorpen (van Mook tot
Eijsden) de openbare verlichting verzorgden,
werden niet langer waardig geoordeeld die
taak in de oude kern van Thorn te blijven
vervullen. In nauw overleg met de Rijks
dienst voor de Monumentenzorg, het Am
sterdamse Gemeentelijk Bureau Monu
mentenzorg en de Limburgse Maatschappij
voor Gasdistributie (Limagas) werden
plannen ontwikkeld voor het aanbren
gen van gasverlichting. Op 19 februari
1960 was het zover, dat de gemeen
teraad zich over die plannen
moest uitspreken. Na een
uitvoerige discus-
AM).
sie, zoals de notulen van die Raadsvergade
ring vermeldden, werd het voorstel met 5
stemmen voor en 2 stemmen tegen aangeno
men. Voorwaar, een gedurfde beslissing, in
een tijd, dat de laatste gaslantaarns in andere
gemeenten juist verdwenen! Het aanbrengen
van de gasverlichting vergde een bedrag van
6.000,-, waarvan o.a. 10 wandarmaturen
en één lantaarnpaal volgens een Amsterdams
model (Frankendaal?) werden gegoten en 11
vierkante, koperen gaslantaarns werden ver
vaardigd. Een onverwachte stagnatie bij de
uitvoering trad nog op, toen bleek, dat de
branders voor de lantaarns niet meer in de
handel verkrijgbaar waren. Een beroep, ij
lings op een zevental gemeenten gedaan,
bracht uitkomst: Haarlem en Vught konden
samen de benodigde branders leveren. Op 18
maart 1961 kon de burgemeester van Thorn
dankbaar en met voldoening aan het Amster
dams Gemeentelijk Bureau Monumenten
zorg schrijven, dat de gasverlichting in alle
opzichten voldoet, de verwondering wekt
van velen en een aparte charme geeft aan het
pleintje.
Vormde de komst van het aardgas elders de
nekslag voor de laatst overgebleven met gas
verlichte lantaarns, in Thorn konden Burge
meester en Wethouders op 29 december
1966 de Provinciale Limburgse Electrici-
teits-Maatschappij berichten, dat zij na am
pele overwegingen besloten hebben de gas
verlichting op de Wijngaard te handhaven.
Dankzij een goede samenwerking met Lima-
gas kon de verlichting worden 'omgebouwd'
van 'kooksovengas' naar aardgas. Merk
waardig genoeg vindt de ontsteking van de
gaslantaarns nu plaats door elektrisch ge
stuurde apparatuur. Ook een gevolg van de
'ombouw' is, dat de verlichting nu dag en
nacht moest blijven branden om te voorko
men, dat het glas in de lantaarns springt
vanwege de grotere temperatuursverschillen,
die door de hogere verbrandingswaarde van
het aardgas ontstaan.
Een opmerking ter zijde: nog wat verder naar
het zuiden, op de Markt te Maastricht, staat
een standbeeld, dat liefhebbers van oude
gaslantaarns niet mogen missen. Het is opge
richt ter ere van de uitvinder van het gas, de
Maastrichtenaar Minckelers. In zijn linker
hand houdt Minckelers een gaspijp met een
brander, waaruit dag en nacht brandend gas
stroomt. Rond het beeld staat een viertal zeer
fraaie gietijzeren lantaarnpalen met z.g.
'Kremlinbollen'.
HEEMSCHUT-OORKONDE VOOR
THORN
De zorg voor een passende verlichting was
niet de enige activiteit in Thorn, waarvan het
bestuur van de Bond Heemschut in de jaren
zestig met instemming kennisnam. Er ge-
Aan de voet van de machtige toren van de
voormalige Abdijkerk - nu Parochiekerk - bleef
in Thorn aan de Wijngaard het gaslicht branden.
Mr T. Landheer kwam als Shell-inspecteur in 1957
voor het eerst naar Thorn en was vele jaren bestuurs
lid van de Vereniging 'Vrienden van Thorn'.