Pastoor Moons: vrijwilligers in ploegenaienst 188 VLIJMEN STROOPTE DE MOUWEN OP VOOR HERSTEL KERKINTERIEUR De Sint Janskerk van de gelijknamige parochie in het Brabantse Vlijmen, daterend van 1866, was sterk in verval geraakt, mede omdat het gebouw na een eeuw nog niet was toegelaten tot de Monumentenlijst. Aan de Langstraat slaakten heemgevoeligen een zucht van verlichting, toen dat uiteindelijk tóch gebeurde. Er kwamen subsidies voor dakvernieuwing, maar het omvangrijke interieur bleef buiten beschouwing. Het ontbreken van middelen om het verpau perde interieur op te knappen, zat het kerkbestuur hoog. Het was een verre aankoop die tot een ommekeer leidde. Het kerkbestuur slaagde erin 75 eikehouten banken aan te kopen, uit de inmiddels gesloopte H.H.-Martinus- en Sint Josephkerk te Groningen. Daarna ging pastoor Th. Moons van de Vlijmense parochie eens stevig aan de bel trekken. Zijn filosofie was: 'Als de overheid ons voor een deel helpt, waarom zouden wij dan niet zelf dat andere deel - in de vorm van vrijwilligheid - kunnen verwerkelijken? Vlijmen nam monumentenzorg in eigen hand, heel letterlijk bedoeld! VIJFTIG VLIJTIGE EN VAARDIGE, VRIJWILLIGE VLIJMENAREN Pastoor Moons: 'Na mijn eerste en enige oproep meldden zich in maart 1981 ongeveer 25 personen, van hen bleven er 13 over, voor schoonmaken en schilderen. Ik dacht: 'Wat moet ik daarmee?' Met zo weinigen komen we in vijf jaar nog niet klaar! Maar er bleek zich een sneeuwbalsysteem te ontwikkelen, de ploeg groeide aan tot vijftig vrijwillige krachten. Ze 'verkocht' zichzelf! Het en thousiasme nam met de dag toe. Met dubbele vreugde mocht ik halverwege de werkzaamheden mijn zilveren priesterju bileum vieren: Om het werk in goede banen te leiden, stelden we dagelijkse werktijden in, een ploegenstelsel. De eerste ploeg werkte van 9 tot 12, de volgende van 2 tot 5 en de avondploeg zwoegde van 6 tot 9 uur. Er verschenen ge pensioneerden, huisvrouwen, 65-plussers, maar ook mensen, die na hun werktijd aan de slag gingen. Aanvankelijk was mijn zorg: 'Zullen we het volhouden?'. Dan wil onge veer anderhalf jaar trouwe dienst - zoals later is gebleken - wel wat zeggen! ONTLUISTEREND BEELD Vanwege vallende stukjes stucwerk uit de neogothische gewelven was in de zomer van 1965 op de halve hoogte van de kerk (op 10 m.) een plafond aangebracht. Stalen bal ken lagen dwars door de kerk met daarover heen, netjes naast elkaar gelegd, gewone steigerplanken, afgedekt met asfaltpapier. De opknapbeurt van de kerk beperkte zich tot het gedeelte beneden het plafond. Toen de vrijwilligers echter daarmee zowat klaar waren, gingen steeds meer stemmen op de kerk ook boven het plafond schoon te ma ken. Het parochiebestuur ging. daarachter staan, schafte multiplexplaten aan voor een veilige werkvloer boven op het plafond. Toen ook daarboven alles was schoonge maakt en geschilderd kon het lelijke plafond, anderhalf jaar nadat het werk was begonnen, worden verwijderd. De pastoor vertelt verder: 'Ik kocht borstels, schuiers, verf, materiaal om te metselen en te plamuren. Bij die aankopen werd ik gead viseerd, want ook een pastoor kan niet overal verstand van hebben. Ik schafte multiplex platen aan om daarvan een werkvloer te bou wen, want toen het einde in zicht kwam, wilden we dat lelijke plafond aanpakken. Zo ging de bezem letterlijk door de vervuilde kerk. Maar die geestdrift. Een voorbeeld: onze dorpskapper, die zoals gebruikelijk op dinsdag een vrije dag had, besteedde die dag aan de 'face-Iift' van onze Sint Jan. Er waren deskundige adviseurs, een beroepsmetselaar onderrichtte de leken. Na spuiten, schrobbe ren, stucadoren en zo meer is de kerk opge schilderd met advieskleuren van de heer J. Uppelschoten, vertegenwoordiger in onze Een van de vele ontluisteringen, het gewelf van een zijbeuk vóór de grootscheepse reiniging.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1983 | | pagina 22