177 <Velts Qtemtkrici WlXX EM STADTj xDe JCerck. h 't 'Rxeir Jiui's - C t 'Prince J&fs i V .iixpejyn. e ieaxreke- fie jixvcx j ReJuit- b t Pieeji" t ie Hxt- k ie Zetiicfeortr l 'tjPxel Werck n 'trKryeb*jerecbt- n ,'t 'RxueU'rt Plattegrond van de vesting Willemstad, afkomstig uit: Joan Bleau, Tooneel der Steden van de Vereenigde Nederlanden enz. 1649, ter gelegenheid van het jubileumjaar in facsimile heruitgegeven. 400 JARIGE VESTING De vestingwerken van Willemstad werden dit jaar precies vierhonderd jaar geleden 'in alderhaest' aangelegd. Prins Willem van Oranje achtte dat nodig, omdat het naburige Steenbergen midden in de woelingen van de Tachtigjarige Oorlog weer aan de Spanjaar den was gevallen. De voltooiing van de ves ting heeft hij niet meer mogen meemaken, want zoals bekend stierf hij in 1584 door de beruchte sluipmoord in Delft. Al is de stad naar Willem van Oranje ver noemd, zijn zoon, prins Maurits, drukte veel meer een stempel op Willemstad, zoals we het heden ten dage kennen. Hij was het, onder wiens oppergezag de vesting haar hui dige vorm verkreeg met aanvankelijk vijf en sinds 1603 zeven bastions, die men later elk de naam van één der Zeven Provinciën ver leende. Maurits was ook degene, die de aan zet gaf tot de verrijking van de stad met drie monumentale bouwwerken. Deze werden overigens keurig in het nog van vóór de aanleg van de vesting daterende stratenpa- troon ingepast. Het bescheiden boerendorp Ruigenhil was destijds door Jan IV van Gly- mes, de markies van Bergen-op-Zoom, op een nieuwgewonnen inpoldering gesticht volgens het strakke patroon van het Flakkese dorpstype. Dit bestaat uit een loodrecht op de dijk staande straat (de Voorstraat), die uitkomt op een terrein, dat bestemd is voor de kerk met het kerkhof. Daaromheen loopt een ringweg (de Kerkring). Aan weerszijden van de Voorstraat liggen, parallel, twee ach terstraten (de Achterstraat en de Groen straat). Dit stramien is in wezen tot heden blijven bestaan. RAADHUIS Allereerst werd; begonnen met de bouw van een raadhuis, aan de Voorstraat schuin te genover de haven. Maurits schonk in 1587 zelf 600 gulden voor de nieuwbouw, die ook tijdelijk zou dienen 'omme Godts woord da- rinne te vercondigen' - er was immers nog geen kerk. De voorwaarde bij deze schen king was echter wel, dat de prins bepaalde ruimten voor zich zelf zou mogen gebruiken, zoals de ruimte onder de toren als gevange nis en een kamertje bovenin als veilige be waarplaats voor zijn documenten. Een bij zonder onderdeel aan het gebouw, dat nog tot voor tien jaren zijn oorspronkelijke func tie vervulde, was de zogenaamde roepstoel, een met een stergewelf overkluisde open ruimte in de toren, van waaruit openbare afkondigingen gedaan konden worden. De overwelfde kelders waren bestemd om als waag en vleeshal dienst te doen. De voor gevel met de renaissance-voluten in de top boven de ingang was behoorlijk verminkt, toen hij in de jaren dertig in oude stijl her steld werd. De restauratie van de toren is in de loop van dit jaar geschied. Alhoewel het te betreuren is, dat de historische continuïteit in het gebruik als raadhuis in 1973 verbroken werd, moet men het toejuichen, dat het ge bouw als museum en galerie voor het publiek toegankelijk gebleven is. 'KOEPELKERK' Veel unieker dan het raadhuis is de tweede stichting van Maurits, de hervormde koepel kerk, waarvan de bouw tussen 1596 en 1607 plaats vond. Het unieke schuilt niet alleen in het feit, dat het hier de eerste kerk betreft, die in Nederland voor de protestanten ge bouwd werd, maar ook daarin, dat het om een geheel nieuw concept in de kerkbouw van die tijd ging, namelijk om een centraal- bouw. Hoezeer de prins invloed uitoefende op de ontwikkeling van de bouwkunst, mag blijken uit de omstandigheid, dat Maurits zelf, als tegemoetkoming voor zijn ruime financiële bijdrage, de eis aan het ontwerp verbond, dat 'de kercke te Willemstadt in eene ronde ofte achtcantige forme zal ende behoort gemaeckt te worden.' Immers, de nieuwe leer eiste, dat de oren gericht wer den, niet de ogen. Daarmee schiep prins Maurits in Willemstad de voorwaarden, die maakten, dat deze kerk de eerste werd in een lange reeks van typisch protestantse ronde of veelhoekige kerkgebouwen in Nederland en daarbuiten. Helaas brandde de kerk in 1950, toen de allerlaatste hand aan het herstel van de oorlogsschade gelegd werd, door een on voorzichtigheid geheel uit. Van de oorspron kelijke inrichting is dan ook zo goed als niets

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1983 | | pagina 11