Willemstad Hollandse stad in Brabant 176 die het beste bewaard kan blijven, heeft het bijna overal ontbroken. Alleen in Arnhem trachtte de gemeente de bewoners van een begin deze eeuw ontstane arbeidersbuurt door middel van een met zorg en smaak uitgegeven brochure te interesse ren voor de architectonische en stedebouw- kundige kwaliteiten van hun eigen buurt. Een uitgeverij verzorgde vervolgens een po- pulair-wetenschappelijke uitgave in tijd- schriftvorm over de Arnhemmers en hun ou de gebouwen. Dergelijk soort informatie moet bijzonder worden toegejuicht, want het bijbrengen van een zin voor architectuur naast historisch besef is toch een eerste ver eiste voor het behoud van waardevolle pan den en gezichten. In Willemstad bestond de informatie slechts uit gebrekkig gestencilde en geniete uitgaven op het gebied van de politieke en krijgsge schiedenis. Zakelijke gegevens over de ves ting, de stadsplanning en de architectuur werden er in een soortgelijke uitgave onder de veelbetekenende titel van toeristengids aangeboden. Van Sloten bestaat er zelfs helemaal geen serieuze publicatie over de stad en haar bouwgeschiedenis. Het populariseren, onder deskundige lei ding, van kennis omtrent oude en nieuwe bouwkunst, zoals dat op dit moment wel op provinciaal niveau in Friesland voorbereid wordt, is een noodzakelijke voorwaarde voor het behoud van goede architectuur. Alleen voorlichting kan voorkomen, dat een huiseigenaar niet uit onwil, maar door ge brek aan kennis en deskundige begeleiding zijn achttiende eeuwse voorgevel van kunst- stoframen en hardhouten deuren voorziet. Alleen door het aankweken van meer kennis en inzicht kan vermeden worden dat een en thousiaste woningbezitter bontbeschilderde triplexplaten onwrikbaar aan weerszijden van vensters schroeft om de indruk van lui ken te wekken. Alleen door het bijbrengen van een zin voor architectuur, bereikt men, dat bij nieuwbouw, restauratie en renovatie aandacht ontstaat voor eerlijke en eigentijdse vormgeving, consciëntieus herstel en pas sende materiaalkeuze. Een stadsjubileum is een gelegenheid bij uit stek om de inwoners in die zin voor te lich ten. Dat men die gelegenheid slechts spora disch te baat heeft genomen, leest u in de navolgende voorbeelden van steden die in 1983 meenden iets te vieren te hebben. Willem Jan Pantus. Voor de drie navolgende, vanuit vergelijk bare optiek geschreven, artikelen lever den twee van onze vaste medewerkers en hun vakgenoot-kunsthistoricus, Wies van Leeuwen, een bijdrage. DOOR WILLEM JAN PANTUS Iemand heeft mij verteld, dat Willemstad in Brabant ligt, maar dat geloof ik niet. Wie noemt mij een tweede stad in Brabant, die zozeer door het water beheerst wordt als deze nu vierhonderdjarige vestingplaats? Op zichzelf al ingebed in natte grachten wordt Willem stad in het noorden omspoeld door het Hollandsch Diep, terwijl zich in het westen het Haringvliet en het Volkerak uitstrekken. Grijze watervlakten, die zo weids zijn, dat men zich op een herfstige dag, wanneer de boorden van Zuid-Holland en Zeeland niet meer te onderscheiden zijn, aan zee waant. Wie noemt mij een tweede stad in Brabant, waar een lage katholieke kerk, weggedrukt op een achterterrein, aan het eind van een smalle gang tussen twee huizen, de triomferende plaats in het midden van de stad overlaat aan de allesoverheersende koepelkerk van de hervormden? Noem mij een tweede plaats in Brabant, waar de straten als langs een liniaal getrokken lijken en de huizen al dezelfde schaal hebben als de kleine gele ijsselsteentjes, waaruit ze opgetrok ken zijn? Ik ken geen stad in Brabant, waar de tongval van de mensen in de straat zo schrapend, zo weinig zuidelijk klinkt. 'HOLLANDS' STADJE Neen, Willemstad ligt in Holland. Dat blijkt eigenlijk al uit de entree, die de ontwerper van deze in 1583 op last van Wil lem van Oranje gebouwde vesting aan de vreemdeling toebedacht had. Want al is de enige toegang over land, via het ravelijn, mét zijn abrupte, maar steeds weer boeiende overgang tussen de openheid van het groene buitengebied en de versteende beslotenheid van de stad nog zo verrassend, des te gran diozer is de binnenkomst over water. Im mers, de hoofdtoegang tot de nieuwe stad, die sinds 1564 in veel bescheidener omvang onder de naam van Ruigenhil gebukt was gegaan, werd aan het Hollandsch Diep ge legd. Terwijl men aankomt in de binnen de vesting gelegen haven, wordt de blik door de De haven van Willemstad met herstelde kademuren, de Benedenkade met (links) 17de- eeuwse pakhuizen, (rechts) het Arsenaal van 1793 en verspreid daartussen de naadloos in de oude bebouwing overgaande voortbrengselen van de Delftse School. Op de achtergrond de achtzijdige bovenbouw van de raadhuistoren in restauratie. brede Voorstraaf heen tot aan het andere uit einde geleid, waar de achtzijdige koepelkerk pronkt op een terrein, dat, omgracht als het is, op zich zelf al bijna een ongenaakbare veste Gods vormt. HART VAN DE STAD In en rondom de haven beleeft men Willem stad op haar best; daar klopt het hart van de stad. Zeker sinds een deel van de gracht, dat onmiddellijk op de eigenlijke gemeenteha ven aansluit, tot jachthaven werd bestemd, is er een niet aflatende bedrijvigheid in dit deel van de stad ontstaan. Een woud van masten, met daartussen het spinrag van het tuigwerk, en hier en daar de donkerbruine of vaalwitte zeilen van een oude kotter vormen de enig passende, maar steeds wisselende stoffering van de door pakhuizen, etablissementen en een arsenaalgebouw omzoomde Benedenka de. Naast het geklapper van touwen en vanen en het langzame gestamp van een enkele scheepsmotor kan men er ook het gekrijs horen van zeemeeuwen, die om een vis vechten. Neen, Willemstad is, alle aardrijks kundige grenzen ten spijt, hét toonbeeld bij uitstek van een Hollands stadje.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1983 | | pagina 10