DE GROTE DREIGING Ik stip nu in grote lijnen aan, want de turbu lente ontwikkelingen in de jaren zestig, het rumoer der sloopmaniakken, zou een dik zwartboek rechtvaardigen. Eerst al de beton nen greep van de stadsring, die een voorbode was van de zogenoemde Doorbraak, vele jaren later. De Stadsring was al een verloren zaak toen ik in Amersfoort kwam wonen. De voorgenomen Doorbraak speelde zich af in haar beslissende fase in de jaren zeventig. De gemeente was trouwens al in de jaren vijftig tot het opkopen van huizen overge gaan, vooruitlopend op plannen, die nog niet eens in de raad waren geweest, laat staan goedgekeurd. Grappen die miljoenen hebben gekost.! Door het slopen of ontruimen en dichtspijkeren van al die panden tekende het toekomstige projekt van de 'Doorbraak' zich al lang te voren in het straatbeeld af. Ik heb daar in mijn acties op gewezen en daarmee tenslotte de raad 'om' gekregen omdat dit ten hemel schreide en het gezag van de raad te grabbel wierp. Een verkeersbaan dwars door de oude stad: onvoorstelbaar!' MACHT VAN DE PEN! Halbertsma wijst erop, dat hij graag en veel schrijft. Hij beschikte over een nauwelijks te evenaren strijdmiddel: een wekelijkse ru briek in de Amersfoortse Courant: Uit het hart! Aanvankelijk kreeg hij weinig mede standers, veel meer tegenstanders, vijanden, vooral bij de middenstand. Zijn schriftelijke fulminaties hebben ongeveer tien jaar ge duurd. Halbertsma: 'Uiteraard was de lokale poli tiek er zich diepgaand mee gaan bemoeien. Eerder had men mij uit de Gemeentelijke Monumentencommissie gemanoeuveerd. Ik was de enige die durfde tegen te spreken en geen belangen had waardoor ik beter mijn mond kon houden of mijn schrijfmachine de rug kon toekerenDe commissie - ambte naren en architecten - gedroegen zich als ja knikkers. Ik kwam met steekhoudende argu menten. Zo heb ik bijvoorbeeld weten te bereiken dat de O.L. Vrouwetoren bij de restauratie haar oorspronkelijke bekroning herkreeg en niet de verminkte top behield uit 1809. Men had niet eens opgemerkt dat de maquette van de originele top, door Jacob van Campen gemaakt, in museum 'Flehite' op een zolder stond BIJ MINISTER AAN DE BEL! Halbertsma komt dan met een ander, veelbe tekenend voorbeeld. 'Het voormalige Obser vantenklooster. De architect van het nieuwe stadhuis, wilde het monument slopen omdat dit het gezicht op zijn schepping belemmer de. De minister van CRM had de sloopver gunning al verleend'. Nadat ik deze had ge wezen op onjuiste voorstelling van zaken, trok hij deze inNaderhand is dit complex gerestaureerd. Niemand begrijpt meer hoe men dit ooit had willen afbreken! Lange tijd heb ik ook dit gevecht in mijn eentje moeten voeren. Het complex herbergt nu het Ge- 161 meente-archief en Sociale Zaken. Gelukkig stak wethouder Asselbergs zijn waardering voor mijn aandeel van de redding van het monument niet onder stoelen of ban ken. Dat was dan een kentering van de zijde van het stadsbestuur na al die jaren van kou de oorlog. Het is tenslotte een raadswisseling geweest - destijds - die me eindelijk steun in de rug gaf, de doorbraak kwam er niet. Dan mag je later met voldoening vaststellen, dat de geschiedenis je in het gelijk heeft gesteld. Dan vraag je je soms wel eens af waar al die tegenstanders zijn gebleven. De winkeliers van de binnenstad hoor je niet meer. Innig tevreden met de voetgangersgebieden als ze nu zijn. Och, zo is het eigenlijk in alle historische binnensteden gegaan, waar men aanvanke lijk meende te moeten buigen voor de Ver- keersmoloch!' ZEVEN EEUWEN Terloops wijst Halbertsma op zijn boek 'Ze ven eeuwen Amersfoort' (1259 - 1959), dat hij destijds heeft geschreven op verzoek van burgemeester Molendijk ter gelegenheid van de herdenking van de stadsrechtenverlening in eerstgenoemd jaar. Een derde druk is in voorbereiding, er bestaat veel vraag naar omdat het bondig en bevattelijk is geschre ven. Maar dan ook: steeds weer Friesland! Herre Halbertsma aan wiens bedaarde con versatietoon men niet zijn strijdbaarheid zou afleiden, heeft zijn bindingen met Friesland behouden. Hij is vele jaren bestuurslid ge weest van het Fries Genootschap, eigenaar van het Fries Museum te Leeuwarden. Hij is de doopvader van de Stichting Oud-Sneek, een dochter van het Fries Scheepvaartmu seum en heeft nog altijd zitting in 'Oud Sneek', dat momenteel vijf panden in beheer heeft. De Stichting Stamboek Ronde- en Platbodemjachten is in zijn huis in Amers foort opgericht. Als laatste van de eerste generatie bestuursleden is hij er enkele jaren geleden uitgestapt. In Amersfoort heeft hij indertijd het initiatief genomen tot oprichting van de NV Stadsherstel, met als resultaat haar fraaie reeks monumenten, waaronder nu ook het bekende Kapelhuis aan het O.L. Vrouwekerkhof. INDRUKWEKKEND MANUSCRIPT Op zijn zolderwerkkamer is er helemaal de stilte van de oude stadswallen. Met een blik veld dat eeuwen oproept. Hij toont een tweedelig manuscript: Fries- Een terp die Herre Halbertsma grote zorgen baart! Dokkum, gevat binnen haar 17de eeuwse stadsvesten. In het hart de zeven meter hoge terp, de 'tumulus' welke kort na het jaar 754 werd opgeworpen boven de plek waar Bonifatius en diens gezellen om het leven werden gebracht. Deze 'tumulus' moest tot voetstuk dienen voor een gedachteniskerk in het nog onbedijkte, aan de getijwerkingen onderhevige Friesland. Het stemt tot verbazing dat rijk en gemeente op korte termijn van plan zijn a raison van 900.000,- het op de top van deze terp gelegen markterrein af te graven en tot parkeerplaats in te richten. Moge de Dokkumer gemeenteraad tot bezinning komen en Dokkum behoeden voor een dergelijke ingreep, welke men in 1983 niet langer voor mogelijk zou hebben gehouden. Het ware verkieslijker indien de gevoteerde negen ton werd aangewend voor restauraties en andere maatregelen waarmede het aanzien van Dokkum zou zijn gebaat. Nog is alle hoop op een ommekeer niet verloren... K.L.M.-foto, 1951 'iWV'

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1983 | | pagina 15