Flehite en de Amersfoortse monumentenzorg 158 menten, bruggen, waterlopen enz. van groot belang. Deze werkzaamheden bepaalden vanouds het wezen van de monumentenzorg, en dat zal voorlopig voor het oog wel zo blijven. Niettemin kondigt de verbreding van het ar beidsterrein, zoals dat hierboven werd aan gegeven, zich duidelijk aan. Een opmerkelijke verandering. En, alsof dat niet genoeg is, de decentralisa tiegedachte wint steeds meer terrein. De monumentenzorg wordt daarbij niet over geslagen. Studiedagen, werkgroepen, ver slagen en nota's, hebben alle de bedoeling wat duidelijkheid te brengen in deze warrige materie. Aan beide zijden hebben zowel de voor- als de tegenstanders een groot aantal argumen ten tot hun beschikking. Die enerzijds zeggen dat het persé moet, anderzijds, dat het nooit mag gebeuren. Het lijkt weinig zinvol om maar net te doen alsof er niets aan de hand is, om er van uit te gaan dat de beslissing de een of andere keer wel wordt genomen. Beter is het om een gede centraliseerde monumentenzorg, in welke vorm dan ook, onder ogen te zien. Hierbij komen opnieuw de veranderende in zichten naar voren. De monumentenzorg van de gewone mensen bestond vroeger bij gratie van de wil om iets te laten staan, om het op te knappen en om het te bewaren. De officiële monumenten zorg moest het hebben van de artikelen uit de monumentenwet, de subsidieregelingen en een forse dosis gemotiveerde kennis. De monumentenzorg van de toekomst, in het bijzonder in een gedecentraliseerde versie, is aangewezen op het precies weten wat of men in huis heeft. Op geïnventariseerde waarden en gedocumenteerde objecten. Met andere woorden, de kennis over het gebouw zelf, de beschikbare informatie over de aanwezige historisch waardevolle dingen en de karakte ristieken, zullen voor een belangrijk deel de plaats innemen van de wettelijke bescher ming. Door het gedeeltelijk wegvallen van deze bescherming zal het monumentenbestand als geheel zeker kwetsbaarder worden, een be treurenswaardige zaak. Daar tegenover staan andere, ook positieve dingen. Door kennis, de plaatselijk opgeslagen en direct beschikbare informatie, zullen de be trokkenen van de eerste linie, de eigenaren en de gebruikers, beter dan vroeger in staat zijn om zich de waarde van hun eigendom bewust te worden. Ook waarin die waarde exact is gelegen. Inzichtelijkheid in de dingen waar het om gaat, wat precies de accenten zijn en door zichtigheid van de procedures kunnen leiden tot een soepele manier van werken. Eigenlijk ook tot een emancipatie van het publiek dat is geïnteresseerd in monumenten en plaatse lijke karakteristieken. Wij zijn bezig na te gaan op welke wijze déze nieuwe manier van werken voor de toe komst een oplossing kan geven. 'Burgemeester en wethouders der Stad Amersfoort, presenteren publiek aan de meestbiedende te verkoopen: Den afbraak van de oude Stadswalmuur, strekkende van de Portierswoning van de Utrechtschepoort, tot aan de kleine Koppel poort, verdeeld in 30 parceelen De bemoeiing van de oudheidkundige vere niging Flehite met de monumentenzorg be gonnen, kort na het ontstaan der vereniging, met een actie voor het behoud van de Kop pelpoort. Dit unieke poortcomplex werd met afbraak bedreigd maar bleef dankzij de actie van Flehite behouden. Nu stond die dreigen de afbraak niet op zichzelf en zo ook de actie van Flehite niet. Ik probeer een lijn te ontdekken in de 100- jarige historie van Amersfoort oudste actie groep. Het onderhoud van de stadsmuren en poor ten, die elke militaire betekenis hadden ver loren, vormde in de 19de eeuw een grote last voor het stadsbestuur. In 1822 blijkt een ge deelte van de noordwestelijke muur te zijn De Koppelpoort, gebouwd omstreeks 1400, vanaf de stadskant gezien. In het monument bevindt zich nog het oorspronkelijke mechaniek dat vroeger diende om de opening boven het water af te sluiten: de dubbele tredmolen met een diameter van vijf meter, de windas en het balkenschot. Rechts van de poort de nogal omstreden kantelen uit de restauratieperiode van 1886. Links op de foto de 'aangepaste nieuwbouw' uit 1948. foto's C. van den Braber, Amersfoort DOOR IR. P. WASSINK*) ingestort. Aan de 'fabricagecommissie' wordt gevraagd twee zaken te onderzoeken: ten eerste welke bedragen gemoeid zouden zijn met het herstel van de muur, maar ook de mogelijkheid te bezien om de stadsmuur te slopen en op die plaats een plantsoen aan te leggen. Het resultaat van de overwegingen was bovenstaande affiche. Met de daarin aangekondigde verkoping werd een begin gemaakt met de afbraak van muren en poor ten, die in 1843 vrijwel voltooid was. Nu kan men bezwaarlijk volhouden dat het hier ging om botte afbraak door cultuurvan dalen van waardevol erfgoed. De muren en poorten waren immers nutteloos geworden, en zelfs door bouwvalligheid gevaarlijke sta- in-de-wegs. In plaats daarvan werden fraaie plantsoenen aangelegd die ontworpen werden door be kwame tuinarchitecten zoals de bekende Zo- cher; en blijkens de rekeningen werd op plantmateriaal niet beknibbeld. Toen 100 jaar later een gedeelte van deze plantsoenen bij de aanleg van de stadsringweg moest ver dwijnen is daar dan ook vurig over ge vochten. Maar terug naar de Koppelpoort. In eerste instantie ontsnapte deze aan afbraak. Op 17 december 1884 ontvingen B en W het be richt, dat 'Z.M. (bedoeld is koning Willem II) goedgevonden heeft stellig te verklaren dat het Hoogdeszelfs wil is, dat voortaan nergens waar poorten of wallen aanwezig zijn de amotie daarvan plaatshebben'. Maar tussen niet afbreken en daadwerkelijk behouden ligt enige afstand. In 1884 kwam er een correspondentie op gang tussen de Minister van Buitenlandse Zaken en het Amersfoorts gemeentebestuur over de res tauratie. De minister wilde dat de Koppel poort gerestaureerd zou worden en wilde voor de helft bijdragen in de kosten daarvan, die op 5.000,- werden geraamd. Het ge meentebestuur echter berichtte dat het haar aandeel niet kon opbrengen. Binnen de in 1878 opgerichte oudheidkundi ge vereniging Flehite kwam de kwestie ook aan de orde. Op 9 oktober 1884 werd een speciale ledenvergadering over dit onder werp georganiseerd. Men besloot een adres te zenden aan de gemeenteraad waarin werd aangedrongen op herstel van de lekke daken en zo mogelijk algehele restauratie. Ir. P. Wassink is architect te Amersfoort, secreta ris van de Stichting Museum Flehite en vele jaren lid van de Monumentencommissie van de Oud heidkundige Vereniging Flehite geweest.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1983 | | pagina 12