r\ t irai 133 hh Ultra ÏW» ■khk» mrw ■■•'nïu MffM P •-!!![! Tl HHM t»B DMO Hrijrn □□BQ irai'n BbB Kwaliteit in de monumentenzorg: Prinsengracht 124 en 126 in Amsterdam. De rococo-kuif van nr 126 werd rechtgetrokken en ter plaatse hersteld, het zwaar verzakte gevelmetselwerk moest opnieuw worden opgetrokken. In beide panden werden de T-ramen vervangen door een witgeschilderde roedenverdeling. Anonieme architectuur van grote waardigheid en verfijnde detaillering. ten ons taalgebied verstaanbaar zijn, muziek en ballet, is het keuzeprobleem niet zo moei lijk. Waar Nederlandse musici of dansgroe pen tijdens buitenlandse tournees volle, en thousiaste zalen trekken en met plakboeken vol lovende kritieken thuiskomen, daar kan niemand hun kwaliteit in twijfel trekken. Dan blijkt artistiek niveau ook 'toegevoegde waarden' te produceren, bijvoorbeeld door handelsbetrekkingen te versterken. Het hoort tot de gangbare cliché's om daar minachtend over te praten alsof de kunst zodoende ge profaneerd of gecommercialiseerd zou wor den. Voor een gezelschap dat een tekort op zijn begroting moet vullen, maakt het weinig verschil of het noodzakelijke subsidie ver leend wordt door de overheid, door een par ticulier fonds of door een multinational. Arg waan tegen 'sponsoring' door het bedrijfsle ven bestaat vooral bij degenen die een blind vertrouwen hebben in het mecenaat van de overheid. Daar gaat in de discussies over cultuurpolitiek de stelling aan vooraf dat het particulier mecenaat dood is zodat de rege ring wel moet ingrijpen om de culturele waarden te beschermen. Maar wat verstaat men onder mecenaat? VER VERLEDEN Naamgever van dit vage begrip is de Ro meinse aristocraat Gaius Cilnius Maecenas, vriend en raadsman van keizer Augustus, groot liefhebber en beschermheer van de dichters Virgilius en Horatius. Bescherming van kunstenaars heeft als keerzijde een rela tie die in Italië nog altijd 'clientelismo' heet. De machtige zorgt voor zijn gunstelingen die als tegenprestatie hun broodheer prijzen. Die verhouding heeft in de Europese cultuurge schiedenis rijke vruchten gedragen. De re naissance-vorsten in Italië, Lodewijk XIV, de bouwlustige prelaten van de Zuidduitse barok en later de familie Rothschildt, het zijn maar enkele voorbeelden. Mecenaat van die vorstelijke allure heeft ons land nooit ge kend. Zolang er van Nederlandse cultuur kan worden gesproken, is deze burgerlijk van aard geweest, niet aristocratisch of agrarisch maar burgerlijk.. Het betrof een liefhebberij van mensen die graag mooie dingen om zich heen hadden, van muziek of toneel hielden, en daar wat voor over hadden. Dat publiek bestaat nog steeds. Het zijn de tienduizenden die naar theaters en exposities gaan, die boe ken en zo nu en dan een prent, een schilderij of een beeldje kopen. Het zijn de mensen die men tegenkomt bij oudheidkundige vereni gingen, bij de natuurbescherming en in mu sea. Zij maken er geen drukte over, maar zij weten heel goed wat zij wel en wat zij niet mooi vinden. BEELDENDE KUNST Van de podiumkunsten naar de beeldende kunst overstappend noem ik als voorbeeld de historie van het Koningin Wilhelmina-monu- ment in Den Haag. Na eerst onder begelei ding van quasi-diepzinnige teksten het be- Curiositeit in de monumentenzorg: Ceintuurbaan 251-255 in Amsterdam: woningen door A. C. Boerma uit 1885. Naar de mening van de schrijver van dit artikel ten onrechte als monument beschouwd omdat hij het oer-lelijk vindt, een opgedirkt bouwsel dat hem eerder aan suikerbakkerij dan aan architectuur doet denken. Foto's: Maarten Brinkgreve, Amsterdam. faamde 'keienlint' over het Buitenhof te heb ben voorgesteld, kwam de officiële commis sie jaren later met het plan om op het Lange Voorhout een witte koepel op te richten waarin door middel van diaprojectie de rege ringsperiode van Koningin Wilhelmina in herinnering zou worden gebracht. Een comi té uit de Haagse burgerij heeft ook daartegen protest aangetekend: 'de regering gaat voor bij aan de wens van al degenen die nu al twintig jaar wachten op de totstandkoming van een waardig en herkenbaar monument voor Koningin Wilhelmina'. Ook in onze tijd zou dat heel goed mogelijk zijn - zie het elegante ruiterbeeld van de jonge Koningin door Theresia van der Pant in Amsterdam of het karaktervolle standbeeld dat Charlotte van Pallandt maakte van de Koningin op latere leeftijd, zoals zij voortleeft in de herin nering als de onverzettelijke 'moeder des va derlands' uit de jaren van de bezetting en de bevrijding. Die beelden kwamen echter tot stand door particulier initiatief, buiten het officiële circuit, beide gedenktekens zijn waardig en herkenbaar, en aan hun kwalitei ten van plastiek en expressie bestaat geen twijfel. PARADOX Hier stuiten wij op een zonderlinge paradox

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1983 | | pagina 15