w u> mm bËÊa mm imm mmrn vmm te» mm mm® tmm iMüii «ti Pfe&a ■mmm mm\ '£NU WM> mr&ii Mifóvi mm i mm mm mm mm* iJ® i km rw-i w&i mmm mm: mm ik. :m \«xw ■larVviïiitL.wi wn m m tóifsiïÉii iMsMsM IMmM il#y4'S KM»! fifflM HIPM 11 Wil li »Yfl llflliri 'Ill» KiiII sU M FJB'1 H fMSRU 1 J \Vi OHM IIMÜSïl HB W&W irüfl l'IV.'TM ®i VI UMM i.' L. tó» .l/nli «V I 11L7JI IQ'"" R«!l il r-TCT W'J» nr*Ti ri-v" Vil U S-J A - iii a i l m De preekstoel van St. Servaes uit 1868, harmonisch opgenomen in de aangepaste omgeving van 1868. 131 voor de 'gewone' gelovigen. Reconstructie van het meubel zou zowel de liturgie, als de religie en de historie recht doen. De liturgis- ten verwerven zo hun fel begeerde centrum, waaromheen de gemeenschap voor de Woord- en Sacramentdienst kan samenko men, terwijl het gebruik van het 'onprak tisch' hoge koor en transeptarmen aan weers zijden, zoals men dat zelf al, aangeeft, be perkt kan worden tot bijzondere, c.q. groot schalige aangelegenheden. Op deze wijze verkrijgt men een dubbelkorige kerk, welk concept in diverse Duitse kerken met succes is toegepast. Voeg aan dit alles de inrichting van een dagkapel voor de dagelijkse Eucha ristieviering aan de pandhof toe, en men kan stellen dat óók met het behoud van Cuypers' uitmonstering de St.Servaaskerk de moderne liturgie alle ruimte geeft. Tot slot mag bij de rapporten nog een kanttekening geplaatst worden: de monumentenwet laat dan wel onverbloemd de inspraak van de liturgie bij het restaureren van kerken toe, maar heeft nooit bedoeld een pretekst te bieden - net zomin overigens als de Constitutie over de H.Liturgie (zie art. 123) uit 1964, waar men zich voortdurend op beroept! - voor het ver nietigen van waardevol cultuurgoed. En dat het daar bij de St.-Servaaskerk om gaat in weerwil van al het puur gevoelsmatige drij ven tegen Cuypers, kan kennelijk niet vaak genoeg gezegd worden. Bronnen: Restauratie Sint-Servaaskerk Maastricht, Herzien restauratieplan, Maastricht 1983. Ruimte voor Liturgie, s.l.,s.a. (Maastricht, 1983) Gemeentelijke Archiefdienst Maastricht, Parochiearchief St.Servaas: met name de inv.nrs: 96 (Registrum Pastorale), 396 (Stukken betreffende de herstellingswerkzaamheden o.l.v. P.J.H.Cuypers), 397 (Kasboek, opgemaakt door F.X.Rutten, t.b.v. de inrichting van de kapellen van het H.Hart en het H.Aanschijn, e.a.), 486-499 (De St.-Servatiusklok van 1868 tot 1912). Voor I9de-eeuwse liturgie en symboliek: H.J.M.Evers, pastoor van Helvoirt, Onze kerken, over kerkgebouw, kerkgemeubelte, kerkgereide, kerkversiering enz., 's-Bosch-Zwolle, 1887. Sympo sium, de geschilderde uitmonstering van de St.Ser vaaskerk Maastricht 28 en 29 juni, s.I.s.a. (Maas tricht, 1980). Glas- in-lood raam in de noordgevel van het noordtransept, in 1874 geschonken door Petrus Regout. Foto's Rijksdienst voor de Monumentenzorg, Zeist. terhaalde - weliswaar historisch van oudsher toegepaste - onderscheid tussen elementen als het schip, het transept, de kapellen en het koor wegwerkt. En inderdaad, het bijge voegde, zonder meer interessante ontwerp van professor A.Troost moet van het inte rieur één plastisch geheel maken, waarin symmetrie of een identieke behandeling van gelijkwaardige onderdelen, zoals zuilen, ko- lonetten, de lichtbeuk etc., doelbewust ach terwege is gelaten. Alle pastorale afwegin gen ten spijt, dringt zich wel steeds weer de vraag op hoe het komt dat de liturgie geen hinder ondervindt van de 19de eeuwse schil deringen in andere 'Cuypers'-kerken, zoals de O.L. Vrouwe te Zwolle, de Sint-Elisabeth te Grave en de abdijkerk van Rolduc. Van de laatste weet een der rapporteurs simpelweg te vertellen, dat hier 'terecht' Cuypers' werk behouden blijft, daar het overduidelijk veel kunstzinniger is. Subjectiviteit par excellen- ce! Terwijl de liturgisten keer op keer het centraal stellen van het toekomstige paro chiealtaar als een absoluut vereiste opvoe ren, is het toch vreemd dat geen van hen wijst op een al vaker genoemd alternatief voor het hoofdaltaar op het hoge koor: het wederoprichten van een altaar op het graf van St.Servaas. Onderzoek heeft uitgewe zen dat vermoedelijk al vanaf de kerkwijding in 1039 tot de afbraak van het kanunniken koor in 1812 op de grafkamer en de kleine crypte - beide gelegen 'onder' het schip - een altaar heeft gestaan, gewijd aan het H.Kruis en St.Servaas. Dit volksaltaar stond in het schip, zodat het goed bereikbaar was J ff.) 1(41 I éll '1,3r./it«(sl»a> H flVa1 t: i ,.J lil U» /A. w*«n '4V,fv''"AVti II rfyvauu vv ri |«5* JVb.'.. -iSTSDHIEUjêSa ErCTh.iiiMiviiii lEBHlBlEinE OffiEEfcHEÏiB mnSTïr Haniarraira

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1983 | | pagina 13