I
m
K
i'-i
1^1,
1
A
'0
1
130
werd de kerk door beleidsfouten tijdens de
eerste campagne pas na 1868 ook in techni
sche, constructieve zin gerestaureerd, waar
door al het schilderwerk moest worden ver
nieuwd. Bespottelijk is dan ook de stelling'
van de rapporteurs dat, had Cuypers daartoe
de gelegenheid gekregen, hij vast ook zijn
tweede concept zou hebben overgedaan, zo
mislukt als zij dit werk achten. Reden te
meer waarom het volgens hen best uit zijn
oeuvre mag verdwijnen.
TRIOMFERENDE KERK
Op de figuur van Mgr F.X.Rutten, auctor
intellectualis van het programma van de hui
dige inrichting, zijn we eerder ingegaan in
het Heemschutnummer van maart 1983. De
ze 'ultramontaan' van het zuiverste water
(strijdbare en fel pausgezinde katholiek) liet
in de oostpartij van de kerk een zeer inge-
Kapel met altaar van de H. Antonius van Padua,
bestemd voor de door deken Rutten in 1874
opgerichte R.K. militairenvereniging.
Architectuur, beeldhouw- en schilderkunst
vertonen gotische motieven die samen één geheel
vormen.
nieus concept uitvoeren volgens het thema
van Christus' lijden, kruisdood en verrijze
nis. De uitvoering daarvan bleef niet beperkt
tot het hoofdaltaar op het koor en de kapellen
van het H.Sacrament, het H.Hart (onvol
tooid gebleven) en het H.Aanschijn met de
daarbij behorende schilderingen van het
Laatste Avondmaal en het Echaristisch Hart
van Jezus, maar omvatte zelfs het sjabloon-
werk op de transeptwanden: zowel de hert
jes, als de korenaren en de duiven zijn sym
bolen van het H.Sacrament! Dit hele schema
van Eucharistie en verlossing werd in die
dagen samengevat onder de noemer van 'Tri
omferende Kerk', als verwijzing naar Chris
tus' overwinning op de dood, welke centraal
staat in het paasgebeuren. Alszodanig kan
ook nauwelijks beweerd worden dat de hui
dige uitmonstering geen uiting geeft aan de
hoop en verwachting vanuit het Paasmyste-
rie. Het schema van de Triomferende Kerk,
dat teruggevoerd kan worden op het fameuse
werk van Cuypers' zwager, J.A.Alberdingk
Thijm, De Heilige Linie (1858), hield tevens
een strict hiërarchische, verticale indeling
van de muren in: zo mocht men gelijkvloers
geen schilderingen van heiligen etc. aan
brengen, omdat zulk een laag-bij-de-gronds
I
DCV?
I.r'i
i-
WA
niveau niet paste bij het verheven karakter
van de afbeeldingen. De begane grond was
de ruimte voor de stervelingen - de Strijden
de Kerk - terwijl de verheven hoogte het
gebied was voor de heiligenbeelden, schilde
ringen en glas-in-Iood ramen: de Overwin
nende Kerk. Nu dit alles door de rapporteurs
niet onderzocht en derhalve niet onderkend
werd, wordt de hoge plaatsing van de voor
stellingen afgedaan als 'ruimteverstorend' en
zijzelf als 'architectuurvreemde elementen'.
Reden waarom zij zouden moeten ver
dwijnen.
STRIJDENDE KERK
Aansluitend op de Triomferende Kerk in de
oostpartij werd onder Ruttens opvolger, pas
toor-deken Sevriens, in het schip op even
eens vernuftige wijze vorm gegeven aan de
Strijdende Kerk, waar de gelovigen zoals
Thijm dat zo fraai formuleerde 'zich door
des waerelds woelige golven trachten heen te
werken'. Voor de nadere uitwerking van dit
thema knoopte men aan bij de betekenis van
de kerk als kathedraal van Neêrlands eerste
bisschop, de apostel van Maastricht, St.Ser-
vaas. Aanduidingen van het monument als
'Onze grijze St.-Servatiusdom' of 'Neêr
lands oudste kathedraal' treft men in over
vloed aan in de St.-Servatiusklok, kerkelijk
weekblad voor Maastricht, dat in 1868 - het
jaar waarin Rutten als deken naar Maastricht
kwam - voor het eerst uitgegeven werd.
Daarbij kan aangetekend worden dat deze
periodiek in veel gevallen de sleutel biedt tot
de 19de-eeuwse uitmonstering, maar niette
min door geen van de opstellers van de beide
restauratierapporten geraadpleegd werd. Al
dus kreeg het schip met zijn nadien verguis
de schijn-triforium en rankenschilderingen
het aanzien van een gotische kathedraal als
verwijzing naar de bisschopskerk, die zij
eens geweest zou zijn. Gesticht in een perio
de, waarin de kerk in Nederland daadwerke
lijk strijdend was, de gebieden rondom
Maastricht geleidelijk gekerstend werden -
verhalen die men iedere jaargang weer in de
St.-Servatiusklok terugvindt - werd zij tot
metafoor van de Strijdende Kerk.
ALTERNATIEF VOOR LITURGIE
Het hierboven aangegeven verschil tussen de
uitmonstering van schip en oostpartij wordt
in het rapport 'Ruimte voor Liturgie' - hoe
wel thematisch niet onderkend! - vertaald als
een onwerkbare scheiding van de kerk in een
profaan en een sacraal gedeelte. Niet alleen
het duidelijke verschil in beschildering van
de beide delen - tevens het resultaat van een
andere mate van vervuiling en het effect van
de witgepleisterde koortravee - maar ook de
onpraktische hoogte van het door Cuypers
gereconstrueerde kanunnikenkoor met het
daaronder gelegen stelsel aan crypten, wordt
als belemmerend ten aanzien van de moder
ne liturgie ervaren. Er is dan ook serieus
voorgesteld om het 'bestaande sanctuarium'
koor met crypten) af te breken of op zijn
minst te verlagen. Voorts dient er een be
schildering te komen, die dat volstrekt ach-