'Een gemutileerde
Cuypers aanbidden?'
128
DE RESTAURATIE VAN DE MAASTRICHTSE SINT-SERVAAS**
DOOR BERNADETTE VAN HELLENBERG HUBAR EN WIES VAN LEEUWEN.***
De restauratie van deze Maastrichtse 'ro-
maanse' kerk is buitengewoon interessant
omdat aan de hand van de optredende pro
blemen tegengestelde restauratieopvattingen
nadrukkelijk aan het licht treden. Toetssteen
en stootsteen bij dit alles is de 'ingrijpende
restauratie' die het gebouw al eerder onder
de architect P. J. H. Cuypers heeft onder
gaan. Hoe restaureren we deze 'restaura
tie'? is de centrale vraag. Een vraag die
waarschijnlijk in de toekomst meer en meer
gesteld zal moeten worden, omdat vele nog
te herstellen grote gebouwen al eerder ingrij
pend aangepakt zijn in de 19de en vroege
20ste eeuw.
In Maastricht komt hierbij nog de complica
tie dat sinds de jaren dertig grote ontevreden
heid bestaat over de geschilderde neogoti
sche uitmonstering 'van het inwendige. De
verwoesting van Cuypers' westtoren door
brand in 1955 was dan ook voor velen in
Limburg aanleiding om met hernieuwde
kracht te gaan streven naar de lichte kerk, die
de Sint-Servaas ooit geweest zou zijn.
Het restauratierapport Van Hoogevest-Satijn
uit 1979 pleitte voor herstel van de lichte
middeleeuwse uitmonstering in schip en
koor en stelde handhaving van de neogoti
sche polychromie in zijkapellen en transept
voor. Dit uitgangspunt werd door de staats
secretaris van - toen nog - C.R.M. afgewe
zen. De Cuypers-inrichting moest integraal
gehandhaafd blijven, tenzij 'gefundeerde re
denen van architectonische, liturgische of
functionele aard' wijzigingen onvermijdelijk
maakten.
EEN 'ONTSNAPPINGSCLAUSULE'.
De restauratiestichting'heeft na drie-en-een-
half jaar gereageerd op genoemde brief van
C.R.M. met een verzorgd uitgegeven twee
delig rapport Herzien restauratieplan en
Ruimte voor liturgie. De door de staatsse
cretaris geboden 'ontsnappingsclausule'
wordt hierin royaal uitgebuit. Reeds de koele
en heldere uitvoering van de delen doet het
ergste vrezen voor het behoud van de veel
kleurige, ernstig vervuilde en verwaarloosde
Cuypersuitmonstering. Men toont aan dat de
huidige ruimte niet meer voldoet aan de
wens van velen om een liturgie te vieren die
een 'expressie moet zijn van de geest waarin
citaat uit de in dit artikel behandelde rap
porten.
Zie ook het artikel in ons maartnummer
van dit jaar. Hierbij werd een plattegrond
van de Sint Servaaskerk afgedrukt
het gemeenschap-zijn, het kerk-zijn wordt
beleefd'. De na Vaticanum II gewenste ge
loofsbeleving 'vanuit de eigen blijheid van
het Paasmysterie, het geheim van lijden,
sterven en verrijzenis van Christus, dat de
hoop en blijdschap van het christelijk be
staan doordringt', schijnt in de donkere kerk
met haar individualiserende sfeer niet meer
mogelijk. Bovendien stelt het rapport dat de
visie van de staatssecretaris als zou de neo
gotische uitmonstering expressie zijn van de
overwinning van de missiestatus der katho
lieke kerk voor Limburg niet opgaat. Dit is
in zoverre juist, dat de Limburgse katholie
ken altijd in het ongestoorde bezit van hun
kerken zijn gebleven. Onbestreden blijft ech
ter dat op de voedingsbodem van eeuwenlan
ge continuïteit de neogotiek in het zuiden
met evenveel vitaliteit heeft gebloeid als in
het noorden. Het is volstrekt onjuist hieruit
af te leiden dat de Cuypersinrichting van de
Sint-Servaas geen bestaansrecht meer zou
hebben. Deze inrichting is juist diep gebed in
de geschiedenis van de stad Maastricht en
haar notabelen in de 19de eeuw, een geschie
denis die in het rapport volstrekt niet aan de
orde komt. Het rapport overdondert aanvan
kelijk door de veelheid aan argumenten,
nauwkeuriger lezing wijst echter uit dat
voortdurend dezelfde argumenten worden
herhaald. Eerst wordt de Cuypersuitmonste
ring streng bekritiseerd, waarna beweerd
wordt dat handhaving ervan de liturgievie
ring in de kerk belemmert, zo niet onmoge
lijk maakt.
KRITIEK
De Cuypers-polychromie is een karakteris
tiek voorbeeld van de wijze waarop men in
de late 19de eeuw met warme tinten, zware
en strak belijnde vormen aan een interieur
warmte en monumentaliteit trachtte te ge
ven. De helderheid der kleuren is nog steeds
zichtbaar als direct zonlicht in het gebouw
valt: het kleurengamma verrast dan door zijn
ongewone felheid, zoals ook de rapporteurs
erkennen. De auteurs van het restaüratierap-
port hebben echter niet door de vette vervui
lingslaag heen kunnen zien getuige hun ka
rakteristieken van de uitmonstering. Deze
Drs. B. C. M. barones van Hövell tot
Westerflier-Van Hellenberg Hubar is kunst
historica en afgestudeerd door deelname aan
een diepgaand onderzoek naar de bouwge
schiedenis van de Sint Servaaskerk. Vervol
gens voltooide zij de opleiding Hoger Ar
chiefambtenaar aan de Rijksarchiefschool,
waarna zij stage liep bij de Gemeentelijke
Geschilderd schijntriforium in de lichtbeuk uit
het tweede Cuypers-concept, bestaande uit
geschilderd blokverband, met dieren bevolkte
meanders, en een boogstelling met gordijnen
(Foto W. van Leeuwen 1983).
wordt als storend, somber, rommelig,
zwaar, spelönkachtig, naargeestig, agres
sief, theatraal, mechanisch, schraal, geest
loos, onlogisch, week, opdringerig, vreemd
en statisch omschreven. Het kleurengamma
is zwart en vergrauwd, heeft geen reflectie
mogelijkheden, de relatie met het Neder
landse licht ontbreekt, de kleuren zijn dood
vervend en donker. Deze epitheta duiden er
wel op dat men geen enkele poging heeft
gedaan begrip te verkrijgen voor de visie van
de 19de-eeuwers op een kerkinterieur.
De schilderingen verstoren volgens de critici
de eenheid en ruimtewerking van het ge
bouw, verstoren de lichte klare monumenta
liteit, verdoezelen de bouwgeschiedenis,
suggereren een valse werkelijkheid en zijn
tenslotte van slechte kwaliteit. Deze oorde
len wortelen in een sterk met elkaar verwe
ven geheel van 19de- en 20ste-eeuwse archi
tectuur en kunstopvattingen:
De eenheid en ruimtewerking van een ge
bouw is een concept dat in de loop van de
18de en 19de eeuw heeft geleid tot de ver
wijdering van veel barokke en middeleeuwse
inventarisstukken die de architectonische
werking van een kerkgebouw zouden belem
meren. Donker geworden ramen en gotische
koorhekken werden verwijderd als hinderlij
ke verstoringen van zichtassen en ruimtewer
kingen. Men dient hierbij te bedenken dat
een middeleeuws gebouw als de Sint-Ser-
Archiefdienst van Maastricht, met als project
de inventarisatie van het parochiearchief van
de St. Servaas.
Drs. W. van Leeuwen is kunsthistoricus ar
chitectuur en afgestudeerd op J. A. Alber-
dingk Thijm. Hij is redacteur van het
K.N.O.B.-Bulletin.