Filosofie van een Heemschut- oestuurder 18 WONINGBOUWVERENIGING REIKE MONUMENTENZORG DE HAND! Het dure spook van het uitgesteld onderhoud verjagen. In dit verband zijn mobiele monumen tenwachters als jagermeesters in het beeld gekomen. Maar er zou méér, preventief-construc- tief gedaan kunnen worden. Het gaat om de relatie 'Woningbouwvereniging en monumenten zorg'. Wie een kwart eeuw lang voorzitter is geweest van een woningbouwcorporatie en zich tegelijkertijd als Heemschutter verdiensten heeft verworven, heeft recht van spreken. Dat is de heer J. J. Schilstra, lid van het bestuur van de Bond Heemschut. 'Woningbouwverenigingen beschikken over een eigen technische dienst voor het onder houdswerk. Deze dienst zou een handreiking kunnen doen aan de monumentenzorg. Dan gaat het wel om verenigingen, die ook klein schalig bezig zijn, die woningen bezitten in binnenstedelijk gebied, die zelf van een oud pand een woonhuis hebben gemaakt. Ik spreek nu over sfeer en mogelijkheden in Alkmaar,' aldus Schilstra, die in de Kaasstad alweer enige jaren voorzitter is van het be stuur van 'Oud Alkmaar'. 'Er zou een regeling moeten (kunnen) ont staan met de woningbouwvereniging om haar technische dienst in te schakelen bij controlediensten, dus als monumentenwach- ters, maar dan op een klein gebied. Ik denk aan hofjes, waar de slijtageslag niet altijd wordt onderkend, aan weeshuizen, die een andere bestemming hebben gekregen, in het algemeen aan binnenstedelijke monumenten en monumentjes. Eigenaars, beheerders, be sturen zouden er een redelijk bedrag voor moeten over hebben als er zo één of twee keer per jaar een deskundige 'visite' wordt gemaakt en rapport uitgebracht. Het is een zaak van bereidheid, van mogelijkheden van die kant. Schilstra die over beide arbeidsvel den kan oordelen, verduidelijkt aldus: KLEINSCHALIG 'De taak en de mogelijkheden van een wo ningbouwvereniging zouden niet zozeer op het terrein van de elitaire monumenten, maar op die van het kleine monument en ook op die van de kleine beeldondersteunende pan den kunnen liggen. Vooral daarvoor groeide van vele kanten de belangstelling. Jongeren ontdekten dat het wonen aan grachten en in binnenstraten voordelen had. De prijzen ste gen en daarmee de praktische voordelen van saneren en restaureren. Nu op.de laatste Mo numentendag van de NCM in Utrecht ge vraagd is naar de mogelijkheden van mede werking van woningbouwverenigingen bij restauraties wil ik graag wijzen op wat in Alkmaar bereikt is. Verwaarloosde monu menten werden gesaneerd en gerestaureerd. Zij hebben een voortrekkersfunctie gehad. Vrij uniek: afbeelding van gevelsteen op Zomerzegel. (Zie ook foto omslag) Hier een van de vele voorbeelden: Voor een twaalftal woningen, deels op open plekken en in gevallen van een zeer kwetsbaar stads gedeelte, werden de bouwplannen voorbe reid. Van een viertal woningen werd het casco opgeleverd en aan jonge doe-het-zelvers overgedragen. Het betrof een oude fabriek aan dé Oude Gracht. Wat er nu is gekomen staat in harmonie met de monumentale om geving. In die ontwikkelingsgang werden de J. J. Schilstra woningbouwvereniging al gauw andere, gro tere objecten aangeboden, maar die bleken te duur en te riskant voor een vereniging, wier taak het is in de eerste plaats werkzaam te zijn voor de sociale woningbouw. De voor beelden uit een reeks, die ik aanhaal, dateren uit de jaren zeventig en een ieder weet dat er economisch veel is veranderd. BEPERKINGEN Dat de activiteiten op restauratiegebied, on danks het succes van het begin, toch helaas beperkt bleven, had oorzaken. Het bestuurs- werk - vrijetijdsbesteding - is zeer omvang rijk, zeker ook als daar nog restauratiewerk zaamheden bijkomen. Sedert het op gang komen van allerlei inspraakprocedures en het optreden van actiegroepen, veelal in een po lariserende sfeer, bleef er ook minder tijd en helaas ook minder animo over.' Schilstra meent, dat het bijzonder nuttig is wanneer er in een bestuur van een woning bouwcorporatie mensen zitten met daadwer kelijke monumentenbelangstelling. Woning bouwverenigingen die mede kleinschalig werken, zouden daarop bedacht dienen te zijn. Een zeker samenspel met alle belang hebbenden in een binnenstad moet vruchten kunnen afwerpen. Ik denk aan samenwer king met organisaties als Stadsherstel en in mijn geval onder meer 'Oud-Alkmaar' en, uiteraard, de gemeentelijke instanties op het terrein van de monumentenzorg. 'Afgezien van al deze wenselijke mogelijk heden blijf ik pleiten voor die 'kleinschalige' monumentenwacht, die een woningbouw vereniging als algemeen dienstverlening kan aanbieden. In Alkmaar hopen we te bereiken aan de verwaarlozing, waaraan de ongeveer tien hofjes in de binnenstad niet ontkomen, een halt toe te roepen. Ik trap een open deur in als ik opmerk dat we op het veld van de monumentenzorg een trieste tijd tegemoet gaan. De post achterstallig onderhoud - en dat weet iedere ingewijde - maakt de hoofd som uit van de hoge herstelkosten en dus ook van de subsidies.' ANDER FACET Sedert het begin van onze activiteiten is de gemeente zelf met een actieve afdeling voor monumentenzorg gestart en begon de Stich ting Stadsherstel haar werk op hetzelfde ter rein. Dit alles en als gevolg van het geringe aanbod van geschikte pandjes hebben de be drijvigheid van de woningbouwvereniging afgeremd. Wat anderen willen verrichten biedt geen ruimte voor een woningbouwver eniging. Wel hebben we bij het cascoprojekt geleerd welk een waardevolle band er ont staat tussen een bewoner/eigenaar en zijn huis, als een groot deel van het werk door hemzelf is verricht. 'OUD ALKMAAR' Wat kan een oudheidkundige organisatie be tekenen voor de monumentenzorg? Er zijn heel wat invalshoeken. Schilstra zegt er dit van:

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1983 | | pagina 8