Bemoedigende plannen van minister Brinkman 17 Jaargang 60, no. 2 - februari 1983 1 Heemschut verschijnt lOx per jaar Tijdschrift van de Bond Heemschut opgericht in 1911 Beschermvrouwe: H.M. Koningin Beatrix 1 j Uit de inhoud: I Dienstverlening voor I woningbouwverenigingen? i j Het Nieuwe Bouwen 1 Luchtverontreiniging en monumenten f j Gemeentelijk monumentenbeleid Foto omslag: De gevelsteen "Het Melkmeisje" in een gerestaureerde woning te Alkmaar werd afgebeeld op een zomerzegel. Redactie: J. Th. Balk, eindredacteur Drs. J. H. Bierenbroodspot-Rudolph 1 J. Roelfs Sr. J Medewerkenden: j Drs. P. Karstkarel, Leeuwarden D. van der Meulen, Assen j R. Lureman, Doetinchem Drs. W. J. Pantus, Nijmegen J. Th. Balk, Amsterdam J. E. van der Wielen, 's-Gravenhage i j Correspondentie voor de redactie aan: Secretariaat Bond Heemschut, i Nieuwezijds Kolk 28, 1012 PV Amsterdam tel. 020 - 22 52 92 j öf 020 - 23 09 94 (ledenadministratie) j postgiro 124326 1 Correspondentie voor advertenties: Bosch Keuning nv j Postbus 13740 AA Baarn tel. 02154- 1 82 41 j gironummer 4988 Vormgeving Druk Bosch Keuning nv, Baarn 'De Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur is van plan aanvullende restaura tieprojecten te starten in de monumenten zorg. Het Kabinet heeft in zijn vergadering van 28 januari jl. besloten met werkgevers en werknemers te gaan overleggen over de voorwaarden waaronder, o.m. in de sector van de monumentenzorg, met behoud van uitkeringen kan worden gewerkt. Het Kabi net zal daarvoor mogelijkheden openen. Beoogd wordt daarmee b.v. werkloze bouw vakarbeiders en restaurateurs aan werk. te helpen Zover een citaat uit de Staatscourant van 31 januari 1983. De Tweede Kamer vroeg eind vorig jaar om een dergelijke aanpak van de steeds alarme render wordende situatie in de restauratiesec tor van de monumentenzorg. Toen werd door de meeste partijen - waaron der alle grote - een motie aangenomen, waarin de Regering wordt uitgenodigd in overleg met lagere overheden en particuliere organisaties en in samenspraak met de depar tementen van WVC enVROM tot een effec tiever monumentenbeleid te komen. De directe aanleiding voor deze motie was ongetwijfeld een brief van de Stichting Nati onale Contactcommissie Monumentenbe scherming (NCM) aan de vaste Kamercom missie voor Welzijn en Cultuur. Daarin wordt op grond van een aantal overwegingen gepleit voor een snelle vaststelling en een meerjarenbeleid voor de monumentenzorg, liefst vóór 1 juli 1983. In de 'kamerbreed' gesteunde motie vinden we de overwegingen uit de brief van de NCM terug: - het verloren gaan van cultuurhistorische waarden moet worden tegengegaan; - specialistisch vakmanschap en werkgele genheid in de sector van de restauratie die nen te worden behouden; - er moet een antwoord komen op de sle pende kwestie van het stuwmeer van aanvra gen voor subsidie; - de positieve tendens van de inspanningen ten aanzien van de monumentenzorg moet hersteld worden. Uit de plannen van de Minister kan gecon cludeerd worden dat deze zich de ernst van de situatie terdege bewust is. Voorts, dat deze gebruik gaat maken van de uit de monu mentenzorg aangedragen oplossing om de situatie het hoofd te bieden: nl. het benutten van de werkeloosheidsuitkeringen voor res tauraties (zie hiervoor ook het artikel in het juninummer van 1982 van Heemschut, ge wijd aan de NCM-studiedag en het daarvoor vervaardigde rapport door het Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid). Immers langdurig werklozen zouden in de uit te werken objecten zoeveel mogelijk voorrang moeten krijgen. Minister Brinkman hoopt zo een verdere afbrokkeling van werk gelegenheid in de restauratiesector te voor komen. In de afgelopen jaren gingen hierin al 2500 arbeidsplaatsen verloren. Belangrijke overwegingen die de NCM ertoe brachten bovengenoemde brief aan de Vaste Kamercommissie te schrijven, blijken ook die van de Minister te zijn. Deze stelt dat veel monumenten, zowel de kerken en de kastelen als de gewone woonpanden drin gend toé zijn aan een opknapbeurt, waarvan langer uitstel onverantwoord is. Anders drei gen immers belangrijke culturele en cultuur historische waarden verloren te gaan, met vaak ook schadelijke gevolgen voor de stads en dorpsvernieuwing en het toerisme. Ook vreest de Minister dat bij het uitblijven van nieuwe werkgelegenheid in deze sector een blijvend verlies aan ambachtelijke kennis en vaardigheden zal optreden, waardoor her stelwerkzaamheden ook op een later tijdstip, ernstig bemoeilijkt zouden kunnen worden. De projecten waarom het thans gaat zijn ex perimenten op beperkte schaal, die op de normale manier door aannemers kunnen worden uitgevoerd. De kosten van deze aanvullende werkgele genheid behoeven niet volledig op de rijks begroting te drukken. Op extra bestedingen van de rijksoverheid passen de lagere over heden en particulieren nl. veelal een twee tot drie keer zo groot bedrag bij. Laatst genoemde bedragen komen echter in de praktijk niet beschikbaar als het Rijk geen subsidie kan verlenen. Als het Rijk nu weer subsidieert, en op een manier waarbij het beschikbare bedrag grotendeels gedekt wordt door besparingen op werkloosheidsuitkerin gen doordat werklozen worden ingescha keld, is een goedkopere manier gevonden om deze bouwstroom weer op gang te brengen. Het is daarvoor een absolute noodzaak dat het overleg tussen de verschillende Ministe ries en de betrokken organisaties op korte termijn vruchten afwerpt, in het belang van het behoud van onmisbaar cultuurgoed en daarmee zinvolle werkgelegenheid. J.B.-R.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1983 | | pagina 7