Heenjscfyut Hl akfie Heemschut Enschede Uithet Korenmetershuis Herwynen 34 Wij richtten ons tot B W inzake de proble matiek rondom het Van Heek-fabriekencom- plex te Enschede, thans eigendom van de Gemeente. De gemeentelijke plannen wijzen nl. voorlopig in de richting van amovering en herstructurering, maar de historische, ar chitectonische en stedebouwkundige kwali teiten van het complex zijn van dien aard dat behoud in de huidige vorm moet worden nagestreefd. De historische betekenis van het complex is van het meest wezenlijk belang. De gehele fabriek staat er nog en vertegenwoordigt ruim honderd jaar bouwhistorie van een tex tielindustrie. Door dit geheel te bewaren blijft het - ook voor komende generaties - mogelijk zich een beeld te vormen van één der meest bepalende invloeden uit een be langrijke ontwikkelingsfase van Enschede. Het belang van de Van Heek-fabriek voor de stad is niet discutabel, hoewel uiteraard niet door een ieder even positief gewaardeerd. Het blijft echter een feit dat Enschede zonder de textielindustrie nooit zou zijn geworden wat het nu is. De afzonderlijke gebouwen van het complex zijn van nogal uiteenlopende architectoni sche kwaliteit. Het oudste deel van de voor malige weverij is gebouwd in de jaren 1859- 1861 en is bij de grote stadsbrand van 1862 gespaard gebleven; vooral de oudere gebou wen zijn 'beeldbepalend'; latere delen van het complex zijn ontstaan tussen 1875 en 1890. Stedebouwkundig gezien blijkt het Van Heek-fabriekencomplex gunstig te liggen ten opzichte van het stadscentrum en kan daar mee door eigen karakteristiek en door nieuw in te brengen functies weer een goed samen hangend geheel worden. Het zal daarbij aan trekkelijk zijn multifunctionaliteit na te stre ven, met de woonfunctie als belangrijk on derdeel. Het steeds meer verdwijnen van gebouwen die karakteristiek zijn voor een bepaalde ont wikkelingsfase van een woonplaats heeft tot gevolg dat het beleven van een historische continuïteit onmogelijk wordt. De vierde di mensie - het kunnen zien van diepte in de tijd - gaat in het stadsbeeld ontbreken; ver gelijkingsmateriaal vanuit het verleden gaat verloren. Het zijn juist deze aspecten die ook in het geval van de Van Heek-fabriek zo'n gewich tige rol spelen. Handhaven van de gebouwen in hun ruimtelijke samenhang en het op nieuw integreren van dit complex in de stad zijn juist in onze haastige tijd met zijn storm achtige ontwikkelingen en vaak te snelle ver anderingen - zaken van de hoogste prioriteit. Alleen een stad die haar verleden blijft (her-)- kennen kan zich in het heden volwaardig ontwikkelen, zo eindigden wij onze uitvoeri ge brief aan het gemeentebestuur. Inmiddels berichtten B W van Enschede ons, dat een werkgroep is ingesteld, die tot. taak heeft advies uit te brengen over een meer definitieve planoplossing voor het voormalige fabriekscomplex van Van Heek. Daarbij dient in het bijzonder aandacht be steed te worden aan de mogelijkheden van handhaving van bestaande complexge deelten. Een belangrijke randvoorwaarde die de werkgroep in acht dient te nemen, vormt de omvang van het exploitatietekort dat de plan- PERSONALIA De heer W. van Driel, sinds 26 juni 1978 lid van hét Dagelijks Bestuur en 6 mei 1982 benoemd tot secretaris van onze vereniging, heeft zich, wegens drukke andere werkzaam heden! genoodzaakt gezien, zich ingaande 1 januari jl. terug te trekken. Gezondheidsredenen waren voor de heer P. H. J. Francot die reeds eerder het D.B. verliet,, aanleiding ook als lid van het Alge meen Bestuur te bedanken. De heer Mr. C. T. de Bijll Nachenius heeft, in verband met zijn aftreden als voorzitter van de Vereniging Hendrick de Keijser, het Algemeen Bestuur, waarvan hij sinds 21 juni 1975 lid was, verlaten. In de a.s. algemene vergadering zal worden voorgesteld te benoemen tot secretaris, de heer Mr. P. E. Driessen, te Blaricum en tot lid van het Algemeen (tevens Dagelijks) Be- realisering met zich zal meebrengen; dat laatste heeft alles te maken met de zeer moei lijke financiële situatie waarin de gemeente verkeert. Onze brief is deze Werkgroep ter kennis ge bracht en zal ongetwijfeld in de oordeelsvor ming een belangrijke rol spelen. Ook het college zelf zal bij zijn standpuntbepaling naar aanleiding van het werkgroepadvies ter dege met het in onze brief gestelde rekening houden, zo werd ons verzekerd. Van het College van B W kreeg de Bond het verzoek te adviseren omtrent het voorne men van Rijkswaterstaat een meetpaal te plaatsen in de rivier de Waal. Nadat onze adviseur de situatie ter plaatse had opgenomen en de bijgezonden tekenin gen had bestudeerd, kwamen wij tot het oor deel, dat deze paal door zijn vorm en afme ting een hinderlijk visueel obstakel zal zijn in het zeer fraaie, weidse rivierlandschap. Een minder ernstige verstoring van het landschap zou worden bereikt, indien de paal in ver laagde uitvoering en dichter bij de Moerdijk geplaatst kon worden, zo berichtten wij het College. stuur Mevrouw M. C. Meijer-Hofland, voorzitter van de restauratie stichting 't Klei ne Leidse Woonhuis, te Leiden en de heer dr. Th. L. Stok, psycholoog en organisatie adviseur te Amsterdam. Het Algemeen Bestuur heeft benoemd tot lid van de Provinciale Commissie Overijssel de heren ir. L. de Jong, en ir. J. P. van den Berg, beiden woonachtig te Zwolle; van de P.C.-Noord-Brabant de heer J. H. van Mos sel veldt te Bergen op Zoom en van de P.C. Limburg, de heer ir. L. A. L. Hamers, eer der Technisch Adviseur in die Provincie. Het D.B. heeft benoemd tot Technisch Advi seur voor Limburg, de heer ir. K. J. C. Merks, te Maastricht, voorheen secretaris van de P.C.-Noord-Brabant. De heer A. van der Vliet, te Haarlem, sinds 1975 Technisch Adviseur voor Noord-Hol land (bezuiden het IJ) heeft die functie met ingang van 1 februari jl. neergelegd.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1983 | | pagina 24