5
m
i|
.ti i
ii
mammam
Woongebouw Bergpolder, 1934, ontworpen door
W. van Tijen, J. A. Brinkman en L. C. van der
Vlugt.
Foto: Gem. Archiefdienst, Rotterdam.
De Weissenhofsiedlung te Stuttgart, 1927, met door verschillende architecten ontworpen
woongebouwen en de Siedlung 'Onkel Tom's Hütte' te Berlijn, Zehlendorf, 1926-1931, ontworpen door
Bruno Taut.
Beide foto's zijn te zien in het Rijksmuseum Kröller-Müller, alwaar een tentoonstelling komt waar deze
projecten van volkswoningbouw de aandacht krijgen.
Deze projecten kwamen beide tot stand in de jaren van de z.g. CIAM-congressen.
Het project van Taut is vooral toegespitst op de sociale functie.
Bij de Weissenhofsiedlung is de nadruk meer gekomen op de ontwerpcapaciteiten van de deelnemende
architecten.
genoeg te zien. Toch lijkt mij de Amster
damse tentoonstelling, die minder fraai was,
informatiever voor een niet ingewijd pu
bliek. De zaken waar aandacht op gevestigd
werd, waren kernachtig geformuleerd en
geïllustreerd met flinke hoeveelheden oor
spronkelijk materiaal.
Kort na afloop van deze eerste twee terug
blikken op Het Nieuwe Bouwen zullen nog
drie musea belangrijke aspecten van deze
stroming laten zien. Op 11 maart zal de ten
toonstelling over de ontwikkelingen in Am
sterdam in het Stedelijk Museum aldaar geo
pend worden. In het Haags Gemeentemu
seum zal vervolgens van 31 maart af de rela
tie van Het Nieuwe Bouwen en De Stijl
doorgelicht worden met speciale aandacht
voor de nalatenschap van Theo van Does
burg die in 1922 nog sprak van kubistische
architectuur. In het Kröller Müller Museum
in Otterlo zal tenslotte vanaf 3 april de inter
nationale congresvereniging (CIAM) waarin
de nieuwe bouwers elkaar ontmoetten en de