Nieuwe
subsidieregelingen
HeriniwsriHfl
23
Zowel de subsidieregeling voor monumenten
als die voor rehabilitatie van panden met
waarde als monument worden gewijzigd. De
bedoeling was dat dit rondom de jaarwisse
ling 82/83 zijn beslag zou krijgen. Op den
duur zal de regeling voor de restauratie van
woonhuismonumenten door de Ministers van
WVC én VROM worden uitgevoerd, evenals
dat nu al sinds 1976 het geval is met de
rehabilitatie van panden met waarde als mo
nument.
MONUMENTEN
Totdat de bijstelling van de regeling heeft
plaatsgevonden, hetgeen nog jaren kan du
ren, zal de Tijdelijke Bijdrage-regeling Res
tauratie Monumenten van kracht zijn. Deze
komt dus in de plaats van de bekende z.g.
Verfijningsregeling, waarbij van het subsidi
abel gestelde bedrag in het algemeen 30%
voor rekening van de Gemeente kwam, 30%
van het Rijk en 10% door de Provincie werd
opgebracht.
Thans neemt het ministerie van WVC hef
aandeel van het Gemeentefonds over en
keert dus voortaan niet meer het gebruikelij
ke subsidiepercentage, maar een met 30%
verhoogd percentage uit van het verwerkte
bedrag der subsidiabele kosten.
Subsidie-aanvragen moeten bij de gemeen
ten worden ingediend. Deze sturen de aan
vragen, voorzien van advies, door naar het
Ministerie van WVC, per adres Rijksdienst
voor de Monumentenzorg, Broederplein 41,
3703 CD Zeist. Het Ministerie van WVC
beslist en zendt de beslissing aan de gemeen
te, die op grond hiervan subsidie verleent
aan de eigenaar. De uitbetaling van de totale
bijdrage (het voormalige rijkssubsidie -1- het
voormalige verfijningsaandeel) geschiedt
aan de gemeenten. Deze betalen weer door
aan de eigenaar.
Aangezien een belangrijk deel van het res
tauratiebudget van het Ministerie van WVC
al met verplichtingen is vastgelegd, zullen
naar verwachting in de periode, dat deze
tijdelijke regeling van kracht zal zijn (1 janu
ari 1983 - 1 januari 1988), weinig nieuwe
subsidietoezeggingen kunnen worden
gedaan.
BEELDBEPALENDE PANDEN
De bijdragen voor de verbetering van panden
met waarde als monument verandert voor die
panden die gelegen zijn in beschermde stads-
of dorpsgezichten, dan wel in gebieden, ten
aanzien waarvan het voornemen tot een der
gelijke aanwijzing bestaat en de gemeente
raad kenbaar heeft gemaakt te zuilen-instem
men met die aanwijzing in de toekomst.
Het tot nu toe geldende kader, namelijk het
door de beide departementen goedgekeurde
gemeentelijke meerjarenprogramma en een
budgetreservering blijft onverminderd van
toepassing.
Deze bijdrageregeling betreft zowel panden
op de monumentenlijst als panden die welis
waar niet op de monumentenlijst zijn ge
plaatst, maar die op grond van uit het stads-
of dorpsbeeld te stellen voorwaarden vol
doen aan zodanige eisen met betrekking tot
de situering, de structuur (breedte, hoogte,
bekapping), verschijningsvorm en histori
sche en architectonische waarde, dat ernaar
gestreefd moet worden deze panden voor het
stads- of dorpsbeeld te behouden. Deze laat
ste categorie panden (ook wel beeldbepalen
de panden genoemd) staat aangegeven op de
historische kwaliteitskaart, die door de
Rijksdienst voor de Monumentenzorg in
overleg met het Ministerie van Volkshuis
vesting, Ruimtelijke Ordening en Milieube
heer en met de betrokken gemeente wordt
samengesteld bij de voorbereiding van een
aanwijzing tot beschermd stads- of dorpsge
zicht. Indien nu dergelijke panden met waar
de als monument in aanmerking komen voor
Provinciale Staten van Noord-Holland heb
ben besloten ten behoeve van het onderhoud
van grote rijks- en provinciale monumenten
subsidies beschikbaar te stellen volgens een
regeling analoog aan de in 1981 van kracht
geworden rijkssubsidieregeling.
Het komt herhaaldelijk voor, dat restauratie
subsidies worden aangevraagd voor grote
monumenten die nog niet zo lang geleden
met overheidssteun werden hersteld. Om de
ze ontwikkeling een halt toe te roepen is in
Noord-Holland, voorlopig voor 5 jaar, een
onderhoudssubsidieregeling voor deze mo
numenten vastgesteld. Verondersteld wordt,
dat de regeling op langere termijn een bespa
rend effect zal hebben, omdat hiermee res
tauraties kunnen worden voorkomen of be
perkter van omvang zullen zijn.
De objecten die voor deze regeling in aan
merking komen zijn: kerkgebouwen, kaste
len, historische landhuizen en buitenplaat
sen, die vermeld zijn in het monumentenre-
een verbeteringssubsidie op basis van de
hiervoor genoemde VROM-beschikking gel
delijke steun verbetering particuliere wonin
gen, wordt bij de verlening van een rehabili-
tatiebijdrage door het Ministerie van WVC
een bijdrage verleend van 60, 70 of 80% van
de subsidiebasis. Deze subsidiebasis is
steeds 50% van de goedgekeurde begroting.
De goedgekeurde begroting is aan een maxi
mum gebonden en wordt als volgt berekend:
maximaal 150.000,- voor het herstel van
het casco -I- maximaal 10.000,-voor iede
re kamer en keuken.
Als algemene regel geldt, dat slechts kosten
die een sober en doelmatig herstel dienen,
subsidiabel zullen worden verklaard en dat
extra kosten, al of niet voortkomend uit
overschrijdingen, boven de aanvaardbare
subsidiebasis in geen geval worden gesubsi
dieerd. Indien, echter uitsluitend in geval
van van rijkswege beschermde monumenten,
bijzondere monumentwaardige elementen
aanwezig zijn, waarmee bij het herstel reke
ning gehouden moet worden, kan bij hoge
uitzondering tot een hogere aanvaardbare
subsidiebasis worden besloten, waarbij als
voorwaarde geldt, dat deze extrakosten af
zonderlijk en onderdeelsgewijs moeten wor
den aangetoond. De Minister legt er ook bij
deze nieuwe regeling de nadruk op dat het
hem slechts mogelijk zal zijn rehabilitatiebij-
dragen te verstrekken, voorzover de wetge
ver hem daartoe de nodige middelen ver
strekt.
men. Hiervoor heeft de provincie jaarlijks
108.500,- gereserveerd. Het aantal histo
rische landhuizen, buitenplaatsen en kastelen
dat van deze regeling gebruik zou kunnen
maken is nog niet bekend.
De Nationale Monumentenstudiedag
1983 - onderwerp Monumentenbe-
heer - vindt plaats op 31 maart a.s. in
de St. Joriskerk te Amersfoort.
Opgave vóór 1 maart tel. 020 -
277706.
gister, alsmede monumentwaardige orgels.
De regeling is alleen van toepassing voor in
technisch goede staat verkerende monumen
ten; in slechte staat verkerende objecten die
nen eerst gerestaureerd te worden. Werk
zaamheden die in aanmerking komen voor
subsidie zijn, die aan het dak, aan schoorste
nen, aan goten en regenafvoeren, aan muren,
aan vensterwerk en buitenschilderwerk. Op
dit moment zullen ca. 100 kerken en ca. 35
orgels voor deze bijdrage in aanmerking ko-