ir
Gelderland
Utrecht
Noord-Holland
14
vallen in nostalgie uitgegaan kan worden van
kenmerkende kwaliteiten van bestaande be
bouwing, terreinomstandigheden en vooral
beplanting, die in staat is eventuele killere to
nen ietwat weg te stemmen. De heer H. C.
Methorst, voorzitter van de Welstandscom
missie, rayon Zwolle, liet het Hengelo'se
tuindorp 't Lansink de revue passeren. Ook
hij pleitte niet voor nostalgisch navolgen
maar wèl voor het opdoen van inspiratie om
eigen karakter te ontdekken en te ontwikke
len. Z.i. is men daar in het 70 jaar oude 't
Lansink in geslaagd. Vrijheid in gebonden
heid en niet die brallerigheid van de huidige
wijken in de vrije sector! Door bewust varia
tie aan te brengen in grootte en prijs van de
woningen heeft men hier goede sociale wo
ningbouw kunnen realiseren. Van de vele an
dere sprekers noemen wij nog prof. dr. ir.
F. M. Maas, hoogleraar aan de TH te Delft,
die speciaal over vorm en functie van bebou
wing in het landschap sprak. Hij protesteerde
tegen de ontwikkeling van 'achteloos in het
landschap grote nieuwbouwwijken planten,
die simpelweg aan tekentafels ontsproten,
worden aangeplakt aan steden en dorpen'.
Deze stadsranden met torenhoge bebouwing
beïnvloeden het achterliggende landschap
sterk negatief. Bovendien dreigen de karak
teristieke stadskernen dan te verschrompelen
temidden van al die grootschaligheid. Geluk
kig kon hij andere voorbeelden noemen waar
men er de laatste jaren wèl in slaagde in de
opzet van uitbreidingen meer menselijke
maat en karakteristieke vorm in te passen.
Arnhem: 'Een kern waar pit in zit' heet
de leefbaarheidswedstrijd gehouden onder
auspiciën van de vereniging Koninklijke Ne-
derlandsche Heide Maatschappij te Arnhem,
waarvan eind 1982 de winnaars werden be
kend gemaakt. In 'Heemschut' (september
1981) werd Dr. ir. J. A. H. Hendriks over
deze competitie geïnterviewd.
Uit de informatiekrant waarin de uitslag be
kend werd gemaakt blijkt, dat van de 157 in
zendingen 96 een predikaat en 14 een aan
moedigingsprijs kregen toegekend. De pro
jecten zijn zeer uiteenlopend; wij volstaan
met het noemen van een kerkrestauratie in
Kloosterburen, verfraaiing buitenkant van
een kerk in Vierhuizen, bouw van een 'los'
hoes in Albergen (zie Heemschut september
1981), restauratie theekoepel te Hattem (zie
Heemschut augustus 1982) en de restauratie
van de molen 'De Veer' te Penningsveer.
Meer informatie is verkrijgbaar bij bovenge
noemde vereniging. Tel. 085-778363.
Zeist:'t klinkt als een klok'is de naam van
een tentoonstelling in Het Slot te Zeist t/m 27
februari 1983 georganiseerd door de Rijks-
dienst Voor de Monumentenzorg en de Zeis
ter Kunststichting. Het betreft een unieke
verzameling van luidklokken, carillons, to
renuurwerken, klokkestoelen, gietvormen en
gereedschappen enz.
Reeds in de Middeleeuwen vervulde de klok
een belangrijke functie: benamingen als: dol-
leklok, brandklok, poortklok, banklok,
raadsklok, stormklok, slaapklok, doodsklok,
boevenklok, beursklok, enz. herinneren hier
aan.
In de 14e eeuw ontstond er een grotere be
hoefte aan tijdsaanduiding en kwamen de to-
renurenjwerken en wijzerplaten en -borden tot
ontwikkeling. Voor zeer lange tijd alleen nog
maar met een uurwijzer. Pas in 1853 wordt
voor het eerst melding gemaakt van de toe
passing van minuutwijzers. De ontwikkeling
van hetlklokkegieten bereikte in de 17e eeuw
een magistraal hoogtepunt, vooral door toe
doen van de gebroeders Hemony. Een en an
der wordt opgeluisterd door een heel boei
ende film, en een doorlopend diaklankbeeld
behandelt een groot aantal onderwerpen, met
als doel de bezoeker naderhand, tijdens een
wandeling door stad of dorp, nog aandachti
ger en óp geheel andere wijze te doen kijken
en luisteren naar monumentale klok en bei
aard.
Drie van de vele houten klokkestoel-modellen:
boven en links zijn Fries, rechts een Groningse.
Foto's: Hanneke Kortland
Haarlem: Het verschijnen van het Heem
schut-Haarlemnummer (oktober 1982) was
aanleiding voor het Gemeentelijk Bureau
Monumentenzorg in het kader van het 25-ja-
rig bestaan samen met Heemschut een pers
bijeenkomst te houden voor plaatselijke en
vakpers. Het instellen van het bureau Monu
mentenzorg maakte deel uit van de doelstel
lingen van Heemschut. (De heer Comeille F.
Janssen, eerste hoofd van de afdeling Monu
mentenzorg, was voordien medewerker van
het landelijk bureau van Heemschut.) Daar
naast waren er nog enige aanleidingen voor
de bijeenkomst zoals
- het 25-jarig bestaan van het gemeentelijk
bureau Monumentenzorg en de daaraan te
wijden overzichtstentoonstelling in de
kloostergangen van het stadhuis in de pe
riode 14 februari - 11 maart 1983.
- de eerste presentatie van een samenwer-