Drie generaties
siersmeaen in de
Betuwe
7
'Van mijn grootvader, Anton (92)- hij smeedt nog steeds! - en van mijn vader, Dick (65) heb ik
het vak geleerd. Dertien jaar achtereen ben ik in de leer geweest bij vader en opa in hun
siersmederij in Geldermalsen. Sinds drie jaar werk ik in m'n eigen bedrijf, hier, in de oude stad
Buren.'
Cees Rombout (31in restauratie- en sier smeedwerk, laat het smeedijzeren hek in zijn achter
z'n woonhuis gelegen werkplaats voor wat het is. Hij wast z'n zwarte handen en schuift in de
woonkamer een stoel bij. Een geestdriftige vertegenwoordiger van een oud ambacht. Omgaan
met sierstukken van overwegend monumenten, die de eeuwen versleten, roestig, hebben ach
tergelaten. Kunst van verweerd staal, dat om restauratie vraagt, maar dat niet zelden een
herboren staat vergt. En altijd is er - zoals dat er honderden jaren is geweest - het open vuur,
gevoed door vette kolen, de kraamkamer van een kunstzinnig vak.
GEEN SCHOOLSE OPLEIDING
Cees Rombout, de jongste telg van een ge
slacht, dat landelijke bekendheid geniet -
vooral in de wereld van restauratie-architec
ten - vertelt, dat er helaas geen schooloplei
ding is. Wie siersmid wil worden in de res
tauratiesector, moet zich realiseren dat de op
leiding is verdwenen. Je moet er zelf tegen
aan. Voor Cees was dat niet zo moeilijk,
want het vak is hem met de paplepel ingego
ten. 'Maar je moest het natuurlijk zelf willen
en ik wilde het'aldus de Burense kunstsmid,
die opmerkt dat vakgenoten in Nederland dun
zijn gezaaid, wanneer je de sector restaura
tiesmid' in aanmerking neemt. Er zijn er nog
hooguit vijftien, verspreid over het land.
Cees is door twee 'meesters' gevormd, heeft
geen L.T.S. gevolgd, raakte vertrouwd met
de staalsoort-37, minacht de gasov'en, maar
zweert bij de smeedkolen, die 'lekker samen-
koeken' en dan blijft het de kunst het ijzer
handzaam op het aambeeld te krijgen.
NIET ZELDEN SLUITPOST
Deze derde Rombout werkt voor 80 procent
voor aannemers en architecten. Het drieman
schap heeft veel werk uitgevoerd voor de res
tauratie van de Nieuwe Kerk in Amsterdam,
heeft siersmeedwerk geleverd voor het paleis
Het Loo en voor Drakesteyn, het kasteel Am-
merzoden, de kerk van Batenburg, een hele
reeks door de jaren heen, sinds de oprichting
van het bedrijf in 1905.
'Het is jammer, dat siersmeedwerk, toren
kruisen, windwijzers, haantjes, maar vooral
deurhengsels en raamhengsels in vele geval
len worden beschouwd als sluitstuk van een
restauratie. Het hang- en sluitwerk verkeert
in een stiefmoederlijke positie. Vaak is het
zo, dat wanneer het herstelwerk bijna klaar
is, men tot de ontdekking komt, dat de kleine
sierstukken ontbreken. Men gaat dan even
naar een ijzerwinkel en koopt de benodigdhe
den. Maar een kenner ziet dan direct: die
prachtige laat-middeleeuwse deur hangt in
eigentijdse goedkope hengsels. Gewoon het
De Rombouts, samen 188 jaar, in het stroomge
bied van de Linge. Van links naar rechts:
Kleinzoon Cees, grootvader Anton en vader Dick,
bij het dakkruis van de Domkerk in Utrecht.
machinale werkNeem nou - ik zeg het open
hartig - de grendels op de luiken op het
Korenmetershuis van Heemschut. Ik heb er
eens aandachtig naar staan kijken en ik heb
m'n hoofd afkeurend geschud. Confectie,
past niet bij het bijzondere fraaie Korenme
tershuis. Och ja, de massa ziet het niet, de
deskundige wel!' (Het Korenmetershuis is
helaas niet bezit van Heemschut, maar van de
gemeente Amsterdam - Red.)
DAKKRUIS DOMKERK
Een rondgang door de werkplaats. Met een
laatste herinnering aan het Domkruis, ge
maakt voor de Domkerk in Utrecht en - eer
der - het hek voor de Julianaboom in Buren.
Het vuur, dat dit oude ambacht voedt, brandt
nog.
'Het vuur bepaalt de kleur van het metaalEn
hoe beoordeel je dat die kleur goed is? Een
zaak van ervaring'. Broer Anton (26) een
siersmid in wording, assisteert in de werk
plaats. Ankers, balkonhekken, balustrades,
kandelaars, luchters en open haarden.
'Soms heb ik hier wel eens eenjongen die de
lagere technische school achter de rug heeft.
Die weet dan wat van lassen, maar aan het