A^
Boeken
t
Heemschut
157
De Utrechtse Dom, die 600 jaar bestaat - de
torenbouw duurde van 1321 tot 1382 - markeert
een opvallende Nederlandse inbreng in de
bouwkunst van de gothiek. Hij is geen
'hemelbestormer' maar veeleer een trouwe,
sterke wachter. De karakteristieke drieledige
opbouw heeft in ons land navolging gevonden in
bekende torens als die van de St. Jan in
Maastricht, de Martini in Groningen, De Grote
Kerk in Zwolle, de St. Cunera in Rhenen en de
Onze Lieve Vrouw in Amersfoort. Ook in Stichtse
dorpstorens zoals die van Amerongen, Soest,
Loenen, Houten en Eemnes herkent men het
concept van de Dom.
Het bij het zesde eeuwfeest met zeven nieuwe
klokken herstelde gelui van de Dom hangt in het
middendeel van de toren.
Conjuncturele omstandigheden no
pen de redactie het november en de
cembernummer van Heemschut sa
men te voegen.
Verschijning medio december a.s.
De kunst van het klokkengieten
Lang voor de boekdrukkunst werd uitgevon
den door het gebruik van losse gegoten let
ters bezigden klokkengieters voor de rand
schriften van hun klokken al matrijzen voor
het gieten van letters. Die matrijzen beston
den uit houten plankjes waarin de letters in
negatieve vorm waren uitgesneden. Zo kon
men de letters in was erin gieten die vervol
gens op de vorm van de klok werden beves
tigd. In de toren van de H. Andreas in het
Limburgse Melick hangt een klok uit 1337 -
meer dan een eeuw voor de vinding van
Gutenberg! - waarvan de letters op deze wij
ze tot stand zijn gekomen. Uit 1349 dateert
de klok in de St. Martinuskerk te Linne
waarvan het randschrift op dezelfde wijze is
gemaakt.
In het noorden gebruikte men het eerst in
matrijzen gevormde ornamenten bij het gie
ten van klokken. De gieter Ghert Klinghe
gebruikte matrijzen voor de ornamenten van
de klok Gloriosa, die in 1433 werd gegoten
voor de Dom van Bremen en die 4000 kg
weegt. Siermotieven die voor de klokken
werden gebruikt waren veelal copieën van
bestaande ornamenten of overgenomen uit
ornamentboeken.
De ornamenten in matrijzen gesneden wer
den generaties lang gebruikt onverschillig
nieuwe kunststromingen. Een klassiek voor
beeld is de matrijs met de musicerende putti
die in de 17e eeuw door Frangois en Pierre
Hemony in hun gieterijen in Amsterdam en
Gent werd toegepast. Hun opvolgers te Am
sterdam gebruikten de matrijs tot ver in de
18e eeuw, in België copieerde men het orna
ment nog in de vorige eeuw.
Deze bijzonderheden kan men vinden in het
indrukwekkende boek Van paardebel tot
speelklok, de geschiedenis van de klokgiet-
kunst in de Lage Landen. De auteur is André
Lehr, meester-klokkengieter van de Konink
lijke Eijsbouts te Asten, en de thans bij de
Europese Bibliotheek te Zaltbommel ver
schenen uitgave is de 2e herziene druk van
het al jaren uitverkochte boek. Het 430 pagi
na's grote boek telt een lijst van beiaarden in
Nederland en België, een zeer uitvoerige
literatuuropgave, een register. Uitg. Euro
pese Bibliotheek, Zaltbommel; ISBN
90 288 1232 6; 79,50.
J.Th.B.
De Jordaan omstreeks 1900. Een nieuw
boek - auteur André Huis - over dit Amster
dams stadsdeel, dat tot stand kwam toen de
drie hoofdgrachten werden aangelegd vanaf
1609. De mensen die er voordien woonden,
kregen de grond toegewezen buiten de Prin
sengracht waar men het officiële patroon van
de eeuwenoude verkaveling handhaafde. Zij
waren dus de eerste bewoners van de Jordaan
en de Oost-West lopende grachten en straten
zijn de oude paden en sloten die vaak nog in
het verlengde liggen van de wegen tussen
Nieuwendijk en Nieuwezijds Voorburgwal.
Het boek bevat vele illustraties over de be
woners van omstreeks 1900, grote gezinnen
in slechte behuizing.
Alle afbeeldingen, afkomstig uit de collectie
van de Historisch-Topografische Atlas van
het Gemeentearchief, zijn illustratief voor de
decennia rondom de eeuwwisseling en geven
door hun uitstekende bijschriften een goed
beeld van deze wijk.
ISBN 90 6064 413 i - Uitg. Buijten en
Schipperheijn. Amsterdam 29,75.
P.A.H.-B.
Drie Maal Amsterdam bevat een drietal
opstellen van Geurt Brinkgreve: 'Rome en
Amsterdam' een vergelijking van twee 18de
eeuwse grafici over het Rome van Piranesi
met het Amsterdam van Casper Philips; 'De
bronzen ruiter'het standbeeld van koningin
Wilhelmina te paard op het Rokin, waarbij
de schrijver op zeer boeiende wijze ingaat op
de diverse betekenissen van een bronzen ko
ning of koningin te paard, en 'Restverwer-
king' als reactie op de z.i. overschatting van
de eind-negentiende eeuwse architectuur.
Zoals gebruikelijk ontbreekt de kritische
toon ook in deze artikelen niet, waarbij de
vele foto's zijn visies goed illustreren.
ISBN 90 6011 0978. De Walburg Pers,
Zutphen 12,50.
Stijltuinen, vijf eeuwen Nederlandse Tuin
bouw.
Menigeen onzer leden zal dit boek van de
auteur Hans Nieuwenhuis en de fotograaf
Ger Dekkers reeds hebben besteld via de
ledenkorting-bestelkaart (zie november nr.
1981). Voor alle anderen die van dit over
zicht van geschiedenis van de blederlandse
tuinen en parken en de schitterende illustra
ties nog geen kennis namen geldt dan deze
aanbeveling. In de drie delen worden achte
reenvolgens beschreven: de tuinontwikke-
ling van de middeleeuwen tot heden; een
wandeling door een aantal tuinen en parken
in Nederland met belichting van aspecten
zoals ornamenten, tuinmeubilair, ijskelders,
slangemuren, doolhoven enz.en de bedrei
ging van tuinen, verdwenen tuinen en moge
lijkheden tot behoud en reconstructie. Naast
prenten en gravures geven meer dan 300
foto's een beeld van ca. 80 waardevolle tui
nen in Nederland.
ISBN 90 700 72 823 - Uitg. Waanders BV,
Zwolle
94,50 (ledenprijs 79,50).
P.A.H.-B.