153 ze werkzaamheden werd een fraai geprofi leerd, eiken kruiskozijn, nog met de oor spronkelijke beglazing, in een dichtgemet seld muurvlak aangetroffen. Dit raam is weer in het zicht gebracht. De kloostergangen met, aansluitend, de hof en het kapittelhuis kwamen pas in de jaren 1979-1980 aan bod. Het kapittelhuis werd ingericht tot stadhuisbibliotheek en de kloos tergangen kregen weer het oude aanzien. De ze overwelfde en tijdens de 18de eeuw ge deeltelijk dichtgezette galerijen waren oor spronkelijk van gotische raamtraceringen voorzien. Tijdens de 19de eeuw werden de kloostergangen met een verdieping verhoogd om daarin museumzalen te kunnen onder brengen. De "schilderijencollectie zou in 1913een definitieve plaats vinden in het Frans Halsmuseum. De zuidelijke kloostergang, die tweebeukig is en waarin oorspronkelijk de refter was ondergebracht, werd tijdens de 17de eeuw in de lengte door een tussenmuur opgedeeld. Daarachter werden later dienstruimten en werkkamers aangebracht. Het restauratie- voorstel van architect C. W. Royaards uit 1955 voorzag in het slopen van de 19de eeuwse opbouw, waarna de kloostergangen weer, zoals vanouds, afgedekt zouden wor den met een lessenaardak. Deze ingreep bleek in 1979-1980 niet meer haalbaar. Wel werd de 17de eeuwse scheidingsmuur met de daarachter gelegen ruimten gesloopt en de tweebeukige kloostergang weer in ere her steld. De 18de eeuwse vensterpartij in de westelijke gang werd gerespecteerd en de noordelijke en zuidelijke kloostergang met glasplaten uit één stuk gedicht. Hierdoor bleef het aspect van openheid gehandhaafd. Met deze restauratie werden niet alleen de kloostergangen en hof in oude luister her steld, maar kreeg het Haarlemse stadhuis er een ruimte bij van multifunctionele aard. De afgelopen twee jaar heeft dit deel zijn bruik baarheid bewezen onder meer als tentoon stellingsruimte en als representatief ont vangstgedeelte. BAKENESSERTOREN, STRAAT ONGENUMMERD VROUWE- het boogfries met balustrade en hoekpinakels op de bakstenen schacht, werden verwijderd en naar beneden getransporteerd. Daar wer den de steenstukken hersteld in een speciaal voor dat doel ingerichte zandsteencabine. Een daarin geplaatste afzuiginrichting ver hinderde de inademing van de gevaarlijk kie- zelzuur bevattende stofdeeltjes, die bij het hakken van de zandsteen vrijkomen. De voor deze bewerking verkregen 'zandsteenver- gunning' maakte het mogelijk dat de gehele natuurstenen achtkante opbouw van de toren in zandsteen kon worden hersteld.. De toe passing van een andere steensoort kon nu beperkt blijven tot het herstelwerk van de balustrade op de eerste omloop, met bijbeho rende pinakels en luchtbogen. Voor deze on derdelen was het - door het ontbreken van voldoende gegevens - moeilijk tot een ver antwoorde reconstructie te komen. Repara ties in de vorige eeuw waren niet altijd even zorgvuldig uitgevoerd, waardoor verscheide ne historische details verloren zijn gegaan. Voor de spuwers onder de eerste omloop werden toen in plaats van dierfiguren stenen tuiten toegepast met aan de onderzijde nog een rudiment van een dierenklauwtje. Zij werden bij deze restauratie weer door dierfi guren vervangen. De hoekpinakels op de ba- Bakenessertoren, ca. 1965. In 1968 was de bouwkundige toestand van de toren van de Bakenesserkerk nogal ver ontrustend^ 'De steen brokkelt af, vertoont scheuren en er bestaat ernstig gevaar voor vallende-Éukken; aan de voet van de toren is een speelplaats van een school', aldus een rapport dat in april 1968 werd uitgebracht door de Rijksdienst voor de Monumenten zorg. Een maand later werd bij Burgemees ter en Wethouders een restauratieplan inge diend en een krediet aangevraagd van ruim 1,6 miljoen. Reeds in oktober van dat jaar volgde het raadsbesluit en konden de werk zaamheden begin 1969 gestart worden. Er verscheen een met schotten en plastic bekleed stalen steigerwerk dat de toren drie jaar lang aan het oog onttrokken hield. De ui en het gesloten houten bovenstuk werden gedemonteerd, evenals de geheel uit zand steen bestaande open lantaarn daaronder. Ook verschillende andere onderdelen, zoals

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1982 | | pagina 15