Mille periculis supersum 106 OF HOEVEEL GEVAREN BERGEN OP ZOOM NOG WACHTEN maten en verhoudingen van de bestaande panden. Stilistisch vertoont het gebouw dan ook zowel de kenmerken van de ten tijde van de verbouwing heersende stijl-'mode', de re naissance, als van de periode, die daaraan vooraf ging, de gotiek. Lijken de gedeelten links en rechts van de ingang met hun hoge, smalle vensters en kantelen op zichzelf im mers niet sprekend op het merkwaardige raadhuis van het naburige Tholen en van het daarmee verwante Vianen, beide uit het mid- Wat de reden ervan nu precies is, weet ik niet, maar er zijn van die steden, die een ondefinieerbare, maar zeer besliste uitstra ling hebben, wanneer je er voor het eerst komt. Bergen op Zoom is zo een stad. Is het dat zacht-witte maar doorgroefde uiterlijk van de muren, uit Belgische Gobertangesteen, waarmee de belangrijkste oude gebouwen opgetrokken zijn en dat wellicht herinnerin gen aan steden in Belgisch Brabant oproept? Of is het de nabijheid van de zee - de Ooster- schelde mag daar immers gerust voor door gaan -, die iedere kustplaats merkbaar kleurt? Misschien is het ook de vroegere voornaamheid van de oude handels- en ves tingstad, die ondanks haar achterblijven bij de andere Brabantse steden, nog steeds van de gevels lijkt af te stralen. Wat ook de reden voor die bijzondere sfeer mag zijn, het zuiverst proeft men haar in één van de traditierijke etablissementen aan de zonzijde van de Grote Markt. Daar heeft men dan het gezicht op de massieve, maar lichtende toren van de St. Geertruidskerk aan de ene zijde en op de blinde, beschaduwde gevel van de kerk van de Heilige Maagd Maria aan de andere zijde van het plein. i WÉ I 1 lilt l jan- 5- Raadhuis, door verbouwing in 1611 ontstaan uit de panden (vlnr.) 'Oliphant', gebouwd over het St. Annastraatje, het 'scepenenhuys' en 'Leeuwenborch'. In de topgevel de spreuk 'mille periculis supersum' daaronder in nissen de beelden 'Voorzichtigheid' en 'Rechtvaardigheid' (vernieuwd). Restauratie 1930-38. Geheel links het huis 'De Draak'. Ongeveer halverwege, aan de noordzijde van de markt staat het raadhuis: een monumen taal gebouw, dat even indrukwekkend als bekoorlijk is. De strenge ordening van smal le, hoge vensters en kantelen wordt op ge lukkige wijze verzacht door de romige tint van de Gobertangesteen, waarmee de gevel bekleed is. Eigenlijk is het huidige raadhuis het resultaat van een verbouwing in 1611, waarbij drie panden betrokken waren. Het rechter gedeelte was oorspronkelijk het huis 'Leeuwenborch', dat met het 'scepenenhuys' achter één doorgaande gevel verenigd werd. Het huisje links, de 'Oliphant', dat het St. Annastraatje met een laatgotische boog over huift, werd inwendig met het nieuw ontstane geheel verbonden. Voor de zeventiende-eeuwer moet dat 'nieu we' raadhuis toch een wat ouderwets aanzien gehad hebben, ondanks moderne tendenzen. Kennelijk was men nog gebonden aan de Toren van de St. Geertruidskerk, gebouwd in de tweede helft van de veertiende eeuw volgens typisch Zuid-Nederlandse twee-nissen-opzet en bekleed met Gobertangesteen. De houten koepelbekroning dateert van na het Franse bombardement 1752). Restauratie 1952. den van de vijftiende eeuw? Maar is, geheel in tegenstelling daarmee, de renaissance-be- kroning van de middendam tussen beide ge- veldelen geen verwijzing naar de beeldnis sen, frontons en obelisken van het beroemde Antwerpse raadhuis, dat ruim een eeuw later tot stand kwam (1561-1565)? Een spreuk, in geleerd humanistenlatijn, op de lijst halverwege de topgevel past geheel in het beeld van de renaissance. 'MILLE PERI CULIS SUPERSUM' staat er in blinkend gouden letters: 'Tegen duizend gevaren ben ik opgewassen'. Ongetwijfeld slaan deze woorden op de vastberadenheid, waarmee de magistraat der stad het hoofd wilde bieden aan alle soorten van rampspoed, waartegeno ver een stad zich in de woelige dagen van de Tachtigjarige Oorlog geplaatst zag. DE MAAGD Bergen op Zoom, dat vanwege zijn onneem baar geachte vestingwerken 'la pucelle', de maagd, genoemd werd, was namelijk tot ver in de achttiende eeuw één van de sterkste vestingen van Europa. Dat de stad deze eer met vele belegeringen en de daarmee ver bonden ongemakken als beschietingen, bran den en plunderingen heeft moeten betalen, zal duidelijk zijn. Tot de ernstigste gevaren, waaraan de stad in de loop van haar geschiedenis heeft bloot gestaan, behoren de grote stadsbrand van 1397, de inname door de Fransen na een zwaar bombardement in 1747 en de ontplof fing van het kruitmagazijn 'Stoelemat' in 1831.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1982 | | pagina 8