68
Het beschermd stadsgezicht beoogt niet de
bestaande toestand te bevriezen. De Sint
Sebastiaansbrug is aan de bestaande situatie
toegevoegd vooral ten behoeve van het winkelend
publiek en om meer samenhang te krijgen tussen
de winkelgebieden van de Breestraat en de
Haarlemmerstraat.
zich kunnen voordoen. Op elke kaart is de
bestaande situatie aangegeven. Door de ont
wikkelingsmogelijkheden ten opzichte hier
van aan te geven, kan men uit de kaarten
aflezen, waar bepaalde, ontwikkelingen ge
stopt of zelfs teruggedraaid dienen te wor
den. Zo is op de ruimteaspectkaart aangege
ven, hoe de bestaande bebouwing en de aan
wezige openbare ruimten gewaardeerd zijn.
Daarbij heeft de nota Te Beschermen Stads
gezicht Leiden een belangrijke rol gespeeld.
Maar men is bij het maken van die kaart
verder gegaan. Ook de bebouwing van na
1850 tot 1978 is daarbij in ogenschouw ge
nomen. Hoe hoger die waardering uitvalt,
des te moeilijker zal het zijn daar verande
ring in aan te brengen, zo is de strekking van
het structuurplan. In dat plan is ook veel
uitgebreider dan in de nota Te beschermen
Stadsgezicht onderzocht, wat die te bescher
men Leidse karakteristiek inhoudt. Een paar
uitkomsten van dit onderzoek:
- de rivierarmen, waarlangs Leiden is ont
staan, verdelen de binnenstad in drie delen.
Omdat de waterverbindingen eeuwenlang
belangrijker zijn geweest dan de landverbin
dingen, zijn de drie stadsdelen nooit zo hecht
verweven met een fijnmazig stratennet als de
op loopverkeer afgestemde oude steden ge
woonlijk laten zien. Deze samenstelling
heeft ertoe geleid, dat geen groot centraal
(markt-)plein hoefde ontstaan, wel, dat bre
de markten langs de oevers van de rivierar
men ontstonden. Dit is tot op de dag van
vandaag nog merkbaar;
- nagenoeg alle belangrijke gebouwen, die
Leiden telt, zijn strak in de gevelwand gesi
tueerd of hebben geen of nauwelijks eigen
(voor-)ruimte. Dit geldt voor het Academie
gebouw, het stadhuis, het Hoogheemraad
schap, de Stadsgehoorzaal, de Schouwburg,
de Lakenhal en zelfs in zekere mate voor de
grote kerken door de aangebouwde huisjes;
- zeer kenmerkend zijn de geringe hoogte
verschillen en de veelal lage bebouwing ten
opzichte van het (brede) grachtenprofiel;
- de hoogte van de kademuren boven het
wateropppervlak is op een enkele uitzonde
ring na, in de hele binnenstad zeer gering.
Het geeft een ruimtelijk arm, maar tegelij
kertijd een zeer specifiek en eigen aanzien
van Leiden;
- de binnenstad heeft betrekkelijk weinig
groengebieden of groenranden van bete
kenis.
BESTEMMINGSPLANNEN
Uit.het voorgaande blijkt, hoe zeer het struc
tuurplan heeft voortgeborduurd op de nota
Te Beschermen Stadsgezicht en op welke
wijze daarbij is aangegeven, wat waar be
houden moet blijven. Het plan geeft echter
ook aan waar veranderingen mogelijk zijn.
De mogelijkheden daartoe zijn meestal het
grootst waar de mate van het beschermde
gebied als het minst hoog werd gekwalifi
ceerd (in zone C in tegenstelling tot zone A,
dat de hoogste maté van bescherming heeft
gekregen). Al deze aspecten zijn verwerkt in
de op basis van het structuurplan ontworpen
bestemmingsplannen. Omdat ook over de
meest omstreden punten bij de vaststelling
Het gerestaureerde Heerenlogement aan de voet
van de Burcht: voorbeeld van de integrale aanpak
van de stadsvernieuwing. In het pand zelf en in
aangrenzende nieuwbouw is de centrale van de
openbare bibliotheek gevestigd. In de omliggende
bebouwing kon na restauratie de woonfunctie
teruggebracht worden. Op het Burchtplein werd
in het voormalige koetshuis een café/restaurant
gevestigd. Tussen het koetshuis en het
Heerenlogement is een voetpad aangelegd,
waardoor een nieuwe verbinding tot stand kwam
tussen de winkelgebieden van de Breestraat en de
Haarlemmerstraat.
van het structuurplan beslissingen waren ge
nomen (b.v. over de plaats waar de parkeer
garages voor het winkelgebied zouden moe
ten komen), konden alle bestemmingsplan
nen binnen 3 jaar na de vaststelling van het
structuurplan in procedure worden gebracht.
Dat neemt niet weg, dat het nog een hele
krachttoer was om dit te bereiken.
Blijft over de vraag hoe aan de bescherming
van het aangewezen gebied feitelijk gestalte
kan worden gegeven. Het Leidse structuur
plan bevat immers geen financiële paragraaf,
terwijl Leiden als artikel-12 gemeente ook
bepaald niet rijk te noemen is.
Wordt vervolgd.
J.A.C. Tillema: Schetsen uit de geschiedenis van
de Monumentenzorg in Nederland (blz. 480).
Zie wonen TA/BK november 1978: Ton Verste
gen: Leiden in verzet tegen verval;
Bouw nr. 6 van 1979: W. M. N. Eggenkamp: Bin
nenstadsplan conserveert de geschiedenis;
Plan nr. 8 van 1979; Hans van Gelder en Yap Hong
Seng: Binnenstadsplan voor Leiden - doelstellingen
en probleemanalyse;
Plan nr. 8 van 1979; Ir. K. P. Post: aanzet tot inte
graal handelen.