Bergen op Zoom
Tiel
Edam
Wij wezen erop, dat deze pastorie grote
beeldbepalende waarde heeft vanwege de
tails als:
de mooie gevelstructuur en -textuur; de kleur
van de steen en het voegwerk; de kozijnen,
ramen en voordeur; de karakteristieke poort
in de mooie gedetailleerde binnenplaats. Het
optrekken van een nieuwe gevel in 'oude
staat', zoals wordt overwogen, lijkt ons niet
haalbaar: Bij een dergelijke bouw zullen im
mers de bestaande verdiepinghoogten en de
bestaande gevel-, deur- en raamindeling niet
behouden blijven. Met een dergelijke aanpak
zal toch niet de charme bewaard blijven van
het bestaande. Wij zijn van mening dat een
renovatie, waarbij de nodige meer functione
le indeling wordt gerealiseerd, zeer wel mo
gelijk is met behoud van bestaande gevels en
dakvorm. Gaarne willen wij in dezen van
advies dienen.
In antwoord op een brief van B. en W., die,
tot onze spijt negatief is ten aanzien van het
door ons gewenste behoud Zuivelstraat 51,
maar positiever ten aanzien van een andere
wens onzerzijds, nl. om een monumenten-
deskundige in het Welstandscollege op te
nemen, antwoordde de Bond het volgende:
Gezien het belang dat aan een dergelijke
benoeming moet worden gehecht, zou niet
gewacht moeten worden tot er een vacature
ontstaat, doch dit College nu reeds uitbrei
den met een dergelijke deskundige. Beter
ware het nog om een aparte commissie voor
de historische stad in te stellen.
Voorts bestudeerden wij de gemeentelijke
Notitie inzake de wenselijke bescherming
van de binnenstad. Opvallend daarin achten
wij de wat passieve houding die er uit
spreekt. Het lijkt welhaast of de bescherming
die van Rijkswege is vastgesteld, slechts als
een onvermijdelijk kwaad geaccepteerd
wordt. Als zoveel zorg en middelen worden
besteed aan bijvoorbeeld het herstel van het
Markiezenhof dan dient ook grote belang
stelling te worden opgebracht voor de in sa
menhang daarmee minstens even belangrijke
historische stad!
De constatering in deze Notitie dat de vraag
gewettigd is of de huidige monumentenlijst
wel een volledig beeld geeft van de bescher-
menswaardige panden, zou voorts een reden
kunnen en moeten zijn om te streven naar
uitbreiding van de rijkslijst of om een aan
vullende gemeentelijke lijst van beschermde
monumenten op te stellen.
De wijze waarop B. en W. echter de niet op
de rijkslijst voorkomende waardevolle pan
den willen beschermen is echter ondoelma
tig, omdat deze panden nog steeds ongestraft
vernietigd kunnen worden.
Wij drongen er op aan het beleid inzake de
bescherming van de boeiende en nog goed
bewaarde historische stadskern te herzien en
verzekerden gaarne bereid te zijn tot een
gedachtenwisseling hieromtrent.
In het verleden uitte Heemschut ernstige be
zwaren ten aanzien van het negatieve effect
dat de dijkverzwaringsplannen bij Tiel voor
het beschermde stadsgezicht zullen hebben.
In een gesprek dat vertegenwoordigers van
onze Bond met die van de Technische Dienst
van het Polderdistrict 'Tielerwaard' hadden,
lichtten dezen onze bezwaren nader toe.
Vooral de combinatie van die hoge, het ge
zicht op Tiel ernstig aantastende, dijk en de
daarop aan te leggen verkeersweg roept bij
ons grote weerstand op.
In de eerste plaats omdat die verkeersweg
een grote verbreding van de dijkkruin vraagt
en in de tweede plaats omdat door de geringe
hoogteverschillen tussen het bestaande ter
rein binnen de stadsmuur en het toekomstige
dijklichaam de grens van het 'stadsgebied'
verlegd wordt naar de buitenkant van het
dijklichaam. De overgang tussen stad en
landschap vervaagt daardoor in ernstige ma
te, te meer omdat de verkeersweg om land
schap ontsierende attributen zal vragen.
Daarnaast ontstaat er geen duidelijke binding
tussen de bestaande stadsrand en dijkli
chaam, daar het beloop van beide onafhan
kelijk van elkaar is ontworpen, waardoor de
overblijvende ruimte ertussen een typische
restruimte wordt. Gezien deze bezwaren vra
gen wij ons af of het niet juister is om de
waterkerende laag, die voor de aanleg van de
nieuwe dijk moet worden aangebracht, dicht
langs de bestaande stadsmuur aan te bren
gen. De stadsmuur met wal zou dan een
volledige waterkerende functie kunnen ver
vullen. Bij Heemschut blijft, ook na het pret
tige gesprek met genoemde Technische
Dienst, de indruk bestaan dat door deze niet
bewust is gezocht naar een alternatieve op
lossing en dat zonder meer is uitgegaan van
de combinatie van dijkverzwaring en ver
keersweg. Hierdoor is het onderzoek naar de
waterkerende werking van de bestaande
muur waarschijnlijk onvoldoende en niet
diepgaand uitgevoerd. Zo'n onderzoek zou
in het kader van het zoveel mogelijk veilig
stellen van de waarden van het beschermde
gezicht wel voor de hand hebben gelegen,
reden waarom wij naar aanleiding van dit
gesprek een brief aan de Dijkstoel van het
Polderdistrict stuurden. Hierin noemen wij
ook verschillende technische aspecten waar
over wij van mening verschillen met hun
Technische Dienst, in het vertrouwen dat
Fotomontage die een indruk probeert te geven van
de verandering die alleen al een hoger dijklichaam
in het gezicht op de stad zal betekenen. Vergelijk
de plaats van de bovenrand van de dijk tussen de
bestaande situatie (boven) en de geplande (onder).
Foto: Foto Baronne, Tiel.
men zal onderzoeken of een oplossing voor
het probleem zoals wij die voorstaan tot de
mogelijkheden behoort.
Tot het Bestuur van de Gereformeerde Kerk
te Edam richtten wij ons naar aanleiding van
de voorgenomen sloop van het pand Achter
haven 128, dat wij een onmisbaar onderdeel
van het historische stadsbeeld achten.
Sloping en het onbebouwd laten van het be
treffende terrein, zouden een gat doen ont
staan, dat blijvend ervaren zal worden als het
gevolg van een afbraak.
Het woonhuis geeft de aan het Groenland
aansluitende oude gevelrij een goed passen
de beëindiging en leidt bovendien de aan
dacht af van de nieuwbouwwoningen aan de
Achterhaven. Door een eventuele afbraak
komt de zijkant van dit bouwblok in het
gezicht, dat niet bepaald het stadsbeeld siert.
Achterhaven 128, Edam
Hoewel de constructieve staat van het pand
slecht kan worden genoemd, zou naar ons
oordeel het handhaven van de oude vorm een
vanzelfsprekend uitgangspunt moeten zijn.
Het bouwplan dat thans voor deze plek is
ontwikkeld gaat echter van een totaal ander
inzicht uit, reden waarom wij mede om een
nader overleg met het betreffende kerkbe
stuur vroegen.