55 Geachte heer De Jong, Ontvangt u mijn dank voor uw brief. Ik be grijp, dat u mijn artikel over Gennep, waarin ik o.a. uw verbouwing van het pand Zand straat 33 te Gennep behandelde, ongaarne gelezen hebt. Toch heb ik sterk de behoefte enerzijds de door mij gedane beweringen te staven en anderzijds in te gaan op uw opmerkingen. Ik geloof zeker, dat u erg veel aandacht be steed hebt aan de verbouwing van de gevel aan de Zandstraat. Uw technische vaardigheden staan evenmin ter discussie. Veeleer is het uit restauratie- kundig en kunst- resp. architektuurhistorisch oogpunt, dat ik uw oplossing van het pro bleem afkeur. Wanneer een architekt de opdracht krijgt een gevel, die 200 jaar oud is, in een betere bouwkundige staat te brengen, dan heeft die architekt de morele plicht de mogelijkheden voor behoud (consolidatie of restauratie) te onderzoeken. Zeker, wanneer het om het enig overgebleven voorbeeld van het type klokgevel met in- en uitgezwenkte contouren gaat, dat blijkens oude tekeningen en foto's vroeger in het stadje algemeen moet zijn geweest. sche gebreken op te heffen. Daarbij geldt, dat iets wat scheef of onregelmatig is, nog geen technisch gebrek hoeft te zijn. Door consolidatie wordt voorkomen, dat een reeds lang verdwenen historische situatie geïmi teerd moet worden en als 'oud' gepresen teerd wordt, terwijl het eigenlijk een werk stuk van de twintigste eeuw is. Bovendien toont een consolidatie respekt voor de waardevolle toevoegingen van vroe gere eeuwen. Is de oorspronkelijke toestand van een histo risch bouwwerk niet meer herkenbaar en voegen latere verbouwingen geen karakteris tieke en waardevolle elementen toe aan een bouwwerk, dat in slechte staat verkeert, dan zal nieuwbouw naar' eigentijdse eisen en vormen de voorkeur verdienen. Keren we nu terug naar het konkrete geval van de gevel aan de Zandstraat te Gennep. Restauratie, c.q. consolidatie van de gevel was mijns inziens zeer goed mogelijk en zelfs zeer gewenst geweest. De reden daar voor is, dat de uiterlijke verschijningsvorm van de gevel nog zeer goed herkenbaar was als zeventiende eeuws, omdat de gevel nog nagenoeg geheel intakt was. Daarmee bedoel ik, dat de latere verbouwingen relatief be perkt zijn gebleven, nl. tot de bepleistering en de wijziging van de vensters. Dat is even- De oorspronkelijke toestand volgens een tekening uit 1978. De verknoeide barokke gevel aan de Zandstraat. Theoretisch gezien zijn er twee mogelijkhe den: enerzijds behoud (consolidatie of res tauratie) en anderzijds nieuwbouw. Onder restauratie versta ik het in de oor spronkelijke toestand terugbrengen (d.i. meestal de toestand, waarin de eerste archi tekt of bouwmeester het bouwwerk oplever de). Deze werkwijze verdient de voorkeur, wanneer de oorspronkelijke toestand van het bouwwerk nog geheel of nagenoeg geheel aanwezig is en restauratie slechts kleine aan vullingen vereist. Consolidatie: Is het bouwwerk wel histo risch, maar zijn er reeds in vroeger eeuwen ingrijpende veranderingen aangebracht, die het gebouw echter toch een karakteristiek uiterlijk geven, dan verdient het de voorkeur het bouwwerk in die toestand te laten, als het ware te bevriezen, maar wel de bouwtechni- eens de bedoeling van de zin: 'Ons exem plaar was nauwelijks aangetast' in mijn arti kel (vgl. punt 3 van uw brief). Het muurwerk was in ieder geval nog oor spronkelijk, zoals u zelf hebt kunnen vast stellen (veldovensteen in traskalk gemet seld). De contouren van de gevel waren nog ge heel in oorspronkelijke, zeventiende eeuwse staat. Origineel waren ook nog de muurankers, waarvan de gesmede lelie in de top, die uit het gevelvlak naar voren boog, als bijzonder heid vermeld moet worden. Bij een modernisering, die vóór 1900 plaats had - getuige oude foto's - is de hele gevel gepleisterd, waarbij de rollaag glad en iets verhoogd t.o.v. de rest van de gevel gehou den is. Binnen die rollaag was de pleister met veel reliëf in de vorm van 'bolle kluit jes' kalk opgebracht. Hoe oud deze bepleistering precies was, weet ik niet. Ik weet echter wel, dat de gevel al vóór 1900 gepleisterd was, zoals foto's laten zien. Het zou zelfs mogelijk kunnen zijn, dat bepleistering tot de bouwtijd of de achttiende eeuw teruggaat. In ieder geval is uw bewering, dat de pleisterlaag niet ouder was dan vijftien jaar, alleen mogelijk van toepassing op de laag, die u bij het begin van de werkzaamheden aantrof (Zie Uw brief). Ik noemde hem in mijn artikel 'apart', omdat ik een dergelijke bepleistering van woon huisgevels in de omgeving nergens tegenge komen ben. Als laatste punt wil ik de gemetselde bakste nen boog rechts naast de gevel vermelden, die het ritme van holle en bolle vormen van de gevelcontouren voortzette. De vensters stamden in ieder geval niet meer uit de bouwtijd, al geldt dat misschien wel voor het dichtgezette venstertje (luikje?) in de top. Ook de etalagevensters en de winkel deur waren van veel latere datum (twintigste eeuw). Bovenstaande feiten rechtvaardigen op zich zelf al het behoud van de gevel. Of dat moet resulteren in een restauratie of in een conso lidatie, had een bouwkundig onderzoek moe ten uitwijzen. Misschien waren er onder de pleisterlaag bouwsporen van een vroegere toestand te vinden. Bezien we nu uw uitwerking van het projekt Zandstraat 33. Kennelijk hebt u zich de vraag: ga ik restaureren c.q. consolideren of ga ik nieuwbouw plegen niet gesteld. Het resultaat is dan ook noch het een, noch het ander geworden. Zelfs als het waar is, dat de stenen voor een derde geheel verteerd waren, dan is een ver antwoorde restauratie/consolidatie beslist mogelijk. Ik ben niet degene, die u precies gaat vertellen, hoe u dat moet doen, maar de Rijksdienst voor de Monumentenzorg, Broe derplein 41 in Zeist zal u graag alle informa tie daarover doen toekomen. In het onderhavige geval is geen sprake van een restauratie, omdat: - de oorspronkelijke materialen, of materia len, die daarmee overeenkomen, niet ge bruikt zijn. I.p.v. veldovenstenen zijn ma chinale oudere stenen uit de sloop toegepast, die wel voldoende kleurschakering vertonen, maar niet de onregelmatige vorm. T.o.v. het oorspronkelijk toegepaste materiaal is dat modern, (vgl. punt 6 van uw brief). - Modern is ook de door u toegepaste oplig- gende voeg. Deze wordt tegenwoordig veel gebruikt om muurwerk een quasi-rustiek ui terlijk te geven. Beter was een situatie ge weest, waarbij stenen en voegen in één vlak liggen. (Vgl. punt 6 van uw brief). - Modern is eveneens het namaak-sieran- kertje in de top, dat in geen enkel opzicht herinnert aan de oorspronkelijke lelie, maar eerder aan de opsier-artikelen voor tweede huis-boerderijtjes. (Vgl. punt 6) - Modern is de vlakke behandeling van de gevel. De nieuwe kozijnen met schuiframen zijn weliswaar van een aanvaardbaar type,

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1982 | | pagina 15