Neparchitectuur
of restauratie?
i
jÉn
II T
Op het in het novembernummer van 1981 van ons orgaan verschenen artikel 'Gennep pint
zich niet vast op pinakels', waarin de kunsthistoricus W. J. Pantus zijn teleurstelling uit
spreekt over het zijns inziens onverantwoorde herstel van het pand Zandstraat 33, is een
interessante briefwisseling gevolgd die ongetwijfeld de belangstelling heeft van velen onder
onze lezers. De bij deze restauratie betrokken architect, de heer W. J. B. de Jong, reageerde
zelf, waarop de schrijver van genoemd artikel deze laatste weer van repliek diende. Al
verschillende malen is ons gevraagd aan de hand van concrete voorbeelden de verschillende
problemen die zich bij het herstel van een oud pand voordoen te bespreken en de gekozen
oplossingen kritisch te beschouwen. Op deze wijze zouden wij kunnen bijdragen aan het besef
dat het restaureren van een pand het maken van een aantal (discutabele) keuzen is. Bij een
besluit over de wijze en de mate van de ingreep (de restauratie) blijken vele factoren mee te
spelen, zoals het architectonische en het kunsthistorische belang, de bouwkundige staat, de
toekomstige functie, de wensen van de eigenaar en zeker niet op de laatste plaats de wijze
waarop de betrokken architect al deze gegevens interpreteert. Dat aan dit laatste - terecht -
grenzen moeten worden gesteld ter bescherming van het betreffende monument, zal de lezer
duidelijk worden.
Doordat hier de meningen van twee 'vakmensen' tegenover elkaar worden gezet, komt de
'restauratiegeschiedenis' van Zandstraat 33 sterk tot leven en zal bij de geïnteresseerde leek
zeker meer begrip voor de problematiek van het restaureren doen ontstaan.
Hierna laten wij eerst het relevante deel van de brief van de architect volgen, daarna de
reactie hierop van de schrijver van het artikel over Gennep.
Oude situatie
Situatie na verbouwing
fiiiuiMiii, tmi. hRi- iiim
Geachte heer Pantus,
Ondergetekende las uw artikel in het maand
blad Heemschut van november 1981, 'Gen
nep pint zich niet vast op pinakels. Een Mid
deleeuws woonhuis bedreigd!', waarin u be
handelde het oude plein, het raadhuis, het
Petershuis, de Zandstraat en de Molenstraat.
Ondergetekende is de architect geweest van
het pand Zandstraat en wil met u daarover
van gedachten wisselen. De eigenaar heeft
ons geen enkele beperking opgelegd om de
voorgevel te restaureren, en was zich goed
bewust van de charme van zijn winkeltje.
Maar hij wist ook dat het voorgeveltje reeds
ettelijke malen vernieuwd was. Hij be
schermde zijn gevel met hulphout en stelde
zijn herstelwerkzaamheden uit tot de Rijks
weg om Gennep in gebruik genomen was en
HERSTEL ZANDSTRAAT 33 TE GENNEP
het zware verkeer uit het stadje was ver
bannen.
Nu halen we even Uw artikel betreffende de
Zandstraat aan.
1. Elke hoop op een vakkundige restauratie
was bij u vervlogen toen u zag dat van de
bestaande gevel geen steen meer op de ande
re stond.
2. De zwierige lijntjes van de barokke
volksarchitectuur waren verdwenen.
3. Het exemplaar was nauwelijks aangetast.
4. De gevel was op een aparte manier ge
pleisterd, en sleet onopvallend zijn dagen.
5. Het heeft de eigenaar van het pand be
haagd de nieuwe fagade (voorgevel) op te
trekken in de vormen die sterk aan die van de
oude voorgevel herinneren.
6. In een verbeterde uitvoering met moderne
materialen en gewijzigde verhoudingen.
7. Een historische neparchitectuur in barok
ke vorm.
8. Een gemiste kans.
9. Want was de kennelijk aanwezige histori
sche interesse aangevuld met de kennis en
ervaring uit de kringen vari de Monumenten
zorg dan zou het geleid hebben tot een ver
antwoorde restauratie.
Natuurlijk is het niet nodig hier te schrijven
wat er in mij omging toen ik uw artikel onder
ogen kreeg.
Over hoeveel studie aan dit geveltje, na de
nauwkeurige opmetingen, door ons verricht
is, kunnen we beter zwijgen.
Als we even stil blijven staan bij het wegne
men van de voorgevel; wist u dat de oude
gevel geen fundering had?
De zwierige lijntjes heeft u wellicht opgeno
men toen het nacht was. De voorgevel be
stond uit veldovensteen in traskalk gemet
seld, die voor een derde geheel verteerd wa
ren. Aldoende sleet het zijn laatste dagen,
het was in een te groot verval om gered te
worden.
De pleisterlaag bestond uit een kalklaag met
hierover een kwast verf en was niet ouder
dan 15 jaar, zij heeft gediend om bij de
verkoop enige waardevermeerdering te be
werkstelligen en was niet apart. Wat voor
moderne materialen ziet schrijver bij het in
ogenschouw nemen van de gevel?
Welke gewijzigde verhoudingen worden hier
bedoeld?
Het woord neparchitectuur is bedoeld als
scheldwoord.
Wat zou het inhouden oude gebouwen voor
het nageslacht te herstellen of te ver
nieuwen?
Om zeer begrijpelijke redenen stond dit ge
bouw niet op de monumentenlijst. Het was
een oud boerderijtje, hetgeen van zij- achter
en voorgevel en interieur geen enkele hou
vast bood aan vervlogen tijden uit ons zo
mooie vak dat architectuur bedoelt te zijn.
Hoogachtend,
W.J.B. de Jong