Monumentenzorg in HO Indonesië vereenvoudigd verplaatsingsplan bepleit (niet perfect restaureren van onderdelen die echt verloren zijn gegaan - zoals delen van het stucwerk maar de essentie van het nog aanwezige behouden). Hoewel dit adviesli chaam van het Ministerie uiterst gereser veerd staat tegenover deze 'onnatuurlijke' vorm van monumentenzorg, acht het ver plaatsing in dit geval toch gerechtvaardigd. Ook het onderwerp van genoemde brief 'res tauratie Van Dishoeckhuisduidt niet op het willen opgeven van het gebouw. De conclu sie van de Staatssecretaris, dat vanwege geldgebrek sloop de enige oplossing geacht moet worden, komt dan ook onverwacht en lijkt niet de meest logische. Bij de verschil lende betrokken instanties zal deze op zijn minst bevreemding wekken en naar wij aan nemen, ook wel ergenis. Zeker bij V.R.O., waar men bezig was alle ten dienste staande régelingen toe te passen om C.R.M bij deze taak te helpen. Het is onze mening dat toch op zijn minst de mogelijkheden van het voorstel van de Rijks commissie nader uitgewerkt hadden moeten worden. De sloopvergunning die in 1975 werd ver leend had, gezien de voorwaarden die daar aan gesteld werden en de manier waarop die verwoord was, maar één bedoeling: het ge bouw moet elders voortbestaan, met een pas sende functie. Het is zeer te betreuren dat dit een daartoe in het leven geroepen comité niet is gelukt en de Staatssecretaris heeft gelijk als hij stelt, dat verschillende omstandigheden thans on gunstiger zijn. Of bedoelt het Ministerie met de 'nieuwe' sloopvergunning eigenlijk het zelfde als met de oude? Wil de Staatssecreta ris ons wakker schudden door ons te con fronteren met de uiterste maatregel? In ieder geval is de handschoen opgepakt. Evenals de Stichting 'Stadsherstel Vlissin- gen', en in onderling overleg, heeft Heem schut een Kroonberoep ingesteld tegen de nieuwe beschikking van de Staatssecretaris, met als argumentatie dat de voorwaarden die thans aan de sloopvergunning gesteld wor den sterk verschillen van die van 1975 en - zoals we hierboven hebben uiteengezet - de belangen van het monument nu niet bepaald dienen. Zo'n beroep heeft een schorsende werking, zodat er in ieder geval niet meteen gesloopt kan worden. Stadsherstel Vlissingen wil - in afwachting van een nieuwe beschikking - een landelijke inzameling organiseren. De duizenden hand tekeningen die in 1975 werden verzameld naar aanleiding van een oproep tot adhaesie- betuiging voor het behoud van het Van Dis hoeckhuis geven hoop. In het verleden zijn minder belangrijke ge bouwen door verplaatsing van de ondergang gered. We mogen dit unieke gebouw toch niet definitief verloren laten gaan, omdat we nu niet direct weten waar het het nog reste rende benodigde geld vandaan moet komen? J.B.-R. 50 In het april/mei nummer van 1981 schreef ik iets over het restaureren van oud-Indonesi- sche monumenten; de aanleiding werd ge vormd door het proefschrift van dr. ir. Par- mono Atmadi over de gebouwen die voorko men op de reliëfs van Borobudur. Gelukkig is daarvan inmiddels een gedrukte versie ver schenen (1). Hoeveel er inderdaad in de laat ste halve eeuw, door de politieke ontwikke lingen heen, aan restauraties tot stand is ge bracht kan men ervaren door Berlage's boei ende en met mooie tekeningen geïllustreerde boek 'Mijn Indische Reis' (2) nog eens door te nemen. Menig fascinerend tempelcomplex wordt daar als 'oninteressante ruïne' af ge- grote 17e eeuwse V.O.C. fort Rotterdam; een heel complex van gebouwen, omringd door zware muren en bastions, primair ge richt op het weerbaar zijn tegenover colle ga's-Europeanen die hier ook wel hun vesti gingen wilden. De gebouwen zien er erg Hollands uit (afb. 1 t/m 3), maar de profielen van de lijsten vertonen Portugese invloed. Zij waren de éérste Europeanen in deze stre ken en kennelijk was er al een traditie in het 'bouwen voor europeanen' ontstaan, die tij dens de V.O.C. tijd zijn voortzetting vond (3). Het fort was tijdens en na de oorlog helemaal met optrekjes in- en volgebouwd. In de zesti- Afb. 1: Maquette van het fort Rotterdam te Ujang Pandang (Makassar). Foto C.L.T.G. daan; de oude stenen werden sedertdien weer met zorg in elkaar gepast. Ik vermeldde reeds, dat de Monumenten ver ordening van 1931 zowel oud-Indische als oud-Nederlandse monumenten kon bescher men. 'Nederlands' mag wel tussen aanha lingstekens: reeds in de loop van de 18e eeuw is er, vooral op Java, een duidelijke invloed vanuit de rijke oude traditie ter plaat se op dat wat voor Nederlanders wordt ge bouwd (3). Dit aspekt van de Indonesische monumentenzorg vormde al in 1972 aanlei ding voor bezoeken aan Jakarta en Ujung Pandang. FORT IN MAKASSAR Om met het laatste te beginnen: in de oudste kern van deze grote stad, Makassar, staat het ger jaren werd het weer 'schoongemaakt' en sedertdien werd er elk jaar een blok gerestau reerd. Het complex is nu gereed en funktio- neert als cultureel centrum: het huisvest een museum, een regionaal kantoor van de Oud heidkundige Dienst, cursussen in talen, mu ziek, dans en schilderkunst. STADHUISPLEIN Tegen 1970 kwam de gedachte op, het voor malig stadhuisplein van Batavia, de oudste kern van de millioenenstad Jakarta, te restau reren: een initiatief van de toenmalige stads- gouverneur Ali Sadikin. Een Italiaan, Sergio dello Strologo, had daarbij namens Unesco een coördinerende taak. De feitelijke restau ratiewerken werden door de aan de stad ver bonden architekten Chong, Damais en Mar- tono geleid. In het kader van een samenwer kingsverband met Amsterdam bracht ook ar- chitekt H. J. Zantkuyl (gemeentelijk buro

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1982 | | pagina 10