Spre^pi)
Wijlre
ïïl-L/i
45
Anderzijds vroegen wij met klëm de aan
dacht voor de verwaarloosde staat waarin
een aantal monumenten zich bevindt.
Ten aanzien van het monumentenbestand
Stelden wij, dat thans een algemene herwaar
dering op gang is gekomen voor architectuur
en stedebouw van jongere datum (laat 19de-
en vroeg 20ste eeuw). De periode bepaalt
een belangrijk deel van het Nijmeegse stads
beeld, dat een uitgebreide laat-19de-eeuwse
gordel bevat.
De geplande onbeperkte doorstroming van
het autoverkeer zal deze Singelgordel op on
aanvaardbare wijze aantasten, waarbij de
leefbaarheid van de omringende wijken ach
teruit zal gaan en de fijn gedetailleerde
woonhuizen hun functie zullen verliezen.
Ook een aantal belangrijke monumentale ge
bouwen in dit deel van de stad zoals kerken
en scholen dreigt zijn functie te verliezen,
hetgeen tegen kan worden gegaan door het
zoeken van gebruiksmogelijkheden in de so
ciaal-culturele sfeer. Hiertoe behoort o.a. het
bekende Canisiuscollege, waarvoor door een
initiatiefgroep bestemmingen worden ge
zocht, dat nationaal gezien een belangwek
kend gebouw is.
Naast het vragen van aandacht voor de 19de-
eeuwse gordel, sneden wij opnieuw het pro
bleem van de verwaarlozing van voor de
benedenstad essentiële panden aan. Ver
schillende beeldondersteunende panden zijn
er slecht aan toe, maar mogen beslist niet
opgegeven worden omdat ze een zeer be
langrijke rol vervullen in het samenspel tus
sen het vele dat nieuw gebouwd wordt en het
relatief weinige monumentale dat nog over
is. Een aantal daarvan markeert een hoek van
een straat, hetgeen in een stadsgezicht waar
in zo veel is afgebroken een onmisbaar
steunpunt geacht moet worden. Een voor
beeld daarvan is het hoekpand Begijnen
straat-Lange Brouwersstraat.
Om het beschermde stadsdeel zijn 'gezicht'
Nijmegen. Het hoekpad Begijnenstraat-Lange
Brouwersstraat, één van de steunpunten van het
beschermde stadsgezicht,
foto: Nijmeegs Dagblad.
niet te laten verliezen, dienen volgens Heem
schut behouden te blijven:
- Oude Haven 92 met het bijbehorende
pakhuis;
- een belangrijk aantal gebouwen aan de
Eiermarkt - Muchterstraat - St. Anthonius-
plaats - Ridderstraat, dat oorspronkelijk uit
de 15de-eeuw dateert;
- de bebouwing aan de Lang Hezelstraat,
een der laatste samenhangende straat-
beelden.-
Naar aanleiding van voorbereidingsbesluit-
bestemmingsplan Etenakerhof berichtten wij
B, en W. bezwaar te hebben tegen het voor
nemen de aanhorige grond van dit gebou
wencomplex te bestemmen voor dagrecreatie
en de aanleg van wandel-, c.q. ruiterpaden.
Hoewel de dagrecreatie een extensief karak
ter is toebedacht en het systeem van genoem
de paden grootmazig genoemd wordt, zal
niet voorkomen kunnen worden dat er een
intensieve ontsluiting en inrichting van het
gebied zal plaats vinden omdat het voor der
gelijke functies wel 10 maal zo groot zou
moeten zijn. Deze intensieve aanpak is aller
minst in overeenstemming met de landschap
pelijke en natuurwetenschappelijke waarde
van het onderhavige gebied. Voorts is deze
in strijd met het Basisplan Openluchtrecrea
tie Heuvelland dat niet in ruiterpaden voor
ziet in het Geuldal.
Geen bezwaar onzerzijds ontmoet het ver
bouwingsplan voor de gebouwen van de
Etenakerhof. Als de Gemeente echter, voor
uitlopend op dit bestemmingsplan, een ver
klaring van geen bezwaar van de Provincie
zou vragen voor deze inrichting van het ge
noemde terrein, dan zou die niet afgegeven
mogen worden, aldus Heemschut.
Spelregels:
- uitsluitend reacties op berichten, artikelen
en korte commentaren;
- plaatsing betekent niet zonder meer in
stemming;
- geen anonieme brieven; naam en woon
plaats vermelden;
- te lange inzendingen worden bekort.
Redactie
De hierna volgende, reeds vorig jaar oktober
aan ons gerichte, brief bewaarden we voor
publicatie in dit nummer, waarin de proble
matiek van het behoud van kerkgebouwen
extra aandacht krijgt.
'In no. 7/8 juli/augustus '81 staat een lovend
artikel over de Synagoge in Groningen waar
mee ik het oneens ben. Dat de architectuur
van dit gebouw zo waarderend door U wordt
beoordeeld is voor mij, en ik geloof velen
met mij, een raadsel. Als men de architec
tuur van dit gebouw geheel op zichzelf be
schouwt, dus los van de binding met de zo
tragische geschiedenis der Joodse Gemeen
schap in de stad Groningen, kan men mijns
inziens niet anders dan constateren dat dit
omvangrijke gebouw detoneert met de om
ringende bebouwing. Met zijn 'moorse'
boogvormen, zijn zware muren, zijn bolvor
mige koepeltorens getuigt dit gebouw vol
gens mij van een alles overheersende drang
om uiting te geven aan die gewichtige be
langrijkheid die zo typerend is voor de bur
gerlijke tijd van 1890 - 1914.
Het is mijns inziens een duidelijk voorbeeld
van grenzeloze zelfoverschatting die de eer
ste jaren van deze eeuw in Nederland ken
merkte.
Ik gun de Joodse Gemeenschap in Groningen
een beter, bescheidener en passender onder
komen dan dit overmatige en naar mijn ge
voel bepaald wanstaltige bouwsel.
Hoogachtend, Dr. W. F. Bon'
De Redactie heeft wel begrip voor de argu
mentatie van de heer Bon betreffende de
esthetiek. Deze synagoge is - vooral door
haar hoge flankerende torens met hun koe
pels - inderdaad nogal massaal voor de smal
le en bescheiden bebouwde Folkingestraat.
Daartegenover staat, dat door de gelede en
plastisch gevormde opbouw van de voorge
vel toch een goede inpassing in het straat
beeld verkregen is. Ook de traditionele, Ber-
lagiaanse, materiaalbenadering draagt daar
toe bij. De ligging vlakbij een hoek maakt
het bovendien toch mogelijk het vrij massale