Monumentenbeleid
in Utrecht
m--
QöHH
-Brij
M1W
di
a
-Jf*
34
brek aan financiële steun voor de monumen
tenzorg zal ongetwijfeld tot toenemend ver
val en zelfs tot verdwijning van bruikbare en
op goede plaatsen staande monumentale ge
bouwen leiden; de hierdoor bevorderde vorm
van kapitaalsvernietiging roept nog meer
vragen op wanneer men bedenkt, dat er wel
forse bedragen aan overheidssteun worden
uitgetrokken - en uitgegeven - ter financie
ring van nieuwbouw voor doeleinden, die
even goed en om voor de hand liggende
redenen zelfs beter met gebruikmaking van
herstelde monumenten zouden zijn gediend'.
j.b.-r.
In de serie artikelen, die in het maandblad van de Bond verschijnt over de huidige situatie
van de monumentenzorg in de verschillende provincies, wil de Stichtse Culturele Raad de blik
wat meer op de toekomst richten, omdat de huidige praktijk van het provinciaal bestuur op dit
gebied niet veel anders inhoudt dan het volgen van het landelijk beleid. De Provincie Utrecht
kan niet veel meer doen aan monumentenzorg, omdat binnen het provinciaal bestuursappa
raat de kennis en de deskundigheid om een eigen beleid te voeren ontbreken.
De gedachten over monumentenzorg en -beleid van de Stichtse Culturele Raad lijken in deze
omstandigheden dan ook wat utopisch, maar wij zijn van mening dat, als er gesleuteld wordt
aan de struktuur van de monumentenzorg, dat fasegewijs tot een nieuw eigen monumentenbe
leid voor de provincie(s) moet leiden.
Paleis Soestdijk, een symbool. Welke criteria
zullen in een gedecentraliseerde monumentenzorg
de doorslag geven bij de bepaling van de waarde
van dit, architectonisch gesproken, niet
uitzonderlijke gebouw? Wordt dit straks een
nationaal, gemeentelijk of provinciaal
monument...?
'NV
De Raad is ervan uitgegaan dat, in navolging
van andere beleidsterreinen van het ministe
rie van CRM, ook de monumentenzorg ge
decentraliseerd zal gaan worden. Om de ver
antwoordelijkheden die daarbij zullen wor
den overgedragen goed aan te kunnen zal de
Provincie goed toegerust moeten worden zo
wel met mankracht als met middelen en
moeten overgaan van een volgend tot een
aktief monumentenbeleid.
Hoe ziet de Stichtse Culturele Raad het toe
komstig monumentenbeleid? Eén van de be
langrijkste uitgangspunten bij decentralisatie
is het leggen van de verantwoordelijkheden
daar, waar de dienstbaarheid optimaal kan
funktioneren.
De Stichtse Culturele Raad ziet de Provincie
als het meest geschikte overheidsniveau om
als eerste verantwoordelijk voor het beleid
van de monumentenzorg te zijn. De volgen
de overwegingen leiden daartoe. In de prak
tijk van de monumentenzorg is gebleken dat
het bestuursniveau van het Rijk te ver af
staat van de direkt betrokkenen om een goed
en slagvaardig monumentenbeleid te kunnen
voeren. Voldoende kennis van het streekei
gene ontbreekt. Bij het Rijk bevindt zich wel
DögamaoQoaniofeös
BBMflg
het algemene kader en het overzicht van het
gehele monumentenbestand, ook voor de
jongere bouwkunst zal dat gaan gelden.
Daar is ook de specialistische kennis aanwe
zig op deelgebieden van de monumenten
zorg. Juist op die terreinen zal het Rijk een
duidelijke taak blijven behouden. De steun
van het Rijk zal voor wat betreft de specialis
men noodzakelijk blijven, omdat het voor de
lagere overheden niet zinvol is zelf speciali
saties op bijvoorbeeld het gebied van
muurschilderingen, orgel-, molen- en na
tuursteenrestauraties in huis te hebben. Ver
der zal het Rijk zeker de verantwoordelijk
heid moeten behouden voor de overdracht
van vakkennis en specialismen. Voor de sek
toren van voorlichting, informatie en eduka-
tie over de monumentenzorg zal dat even
eens het geval blijven.
De Gemeente staat weliswaar het dichtst bij
de direkt betrokkenen, maar daar schuilt te
gelijkertijd gevaar in. De betrokkenheid van
de mensen, die moeten beslissen over het
"■3
Ui
IÜ*
**3