kan het nest ook doen - de afvoer. Monumentenwachters, maar zij niet al leen, kunnen het niet genoeg herhalen: Hou het monument waterdicht, let op groene uitslag, besef dat vocht in de win ter kan bevriezen en dan uitzettingen kan veroorzaken. Het tweetal heeft veel meer bekeken, onderzocht, dan hier in vogelvlucht is aangestipt. Ze hebben ook onder meer de ontluchting gecontroleerd. Die dag vergezellen we het duo ook naar kasteel Nemerlaer, een voormalig jacht slot, met bijgebouwen. Het is een cultu reel centrum, onder meer bekend van wege exposities. Er lag hier en daar lood los in de goten, er zou wat aan de lood- dakbedekking gedaan moeten worden. Tussen de inspectiebedrijven door werd er een losgeraakt windvaantje, boven de deur van de hooizolder in een van de nevengebouwen, vastgezet. Verscholen in de bossen van de gemeente Haaren vereist dit complex voor de Monumen- Interieur van een Monumentenwacht-bus tenwacht meer werktijd dan bijvoor beeld het Helvoirtse kerkje. Twee deskundigen die dagelijks met el kaar optrekken, uiteraard goed met el kaar kunnen opschieten en heel goed weten waarom het gaat. Strijd tegen verval van historische ge bouwen, het is een grove aanduiding voor wat het erfdeel betreft. Daarbij staat de in 1972 opgerichte Monumen- tenwacht Nederland in een frontlinie: de preventie! In dit bestel is Noord-Brabant present met twee equipes. Met die voor het oostelijke deel van Brabant hebben we kennis gemaakt, voor het westelijke deel opereert het later ontstane twee manschap: J. Mangelaars (52) uit Wouw, met als jongere collega G. Konings (24) uit Roozendaal. Hoewel Monumentenwacht-directeur J. Akerboom pas 33 jaar is, weet hij waaro ver hij praat in zijn kantoor in de Sta tionsstraat van Vught. Destijds, als amb tenaar op de provinciale griffie in Den Bosch, was hij nauw betrokken bij voor bereidingen (nota's, ontwerpen, en zo meer) ten aanzien van het provinciale monumentenbeleid. 'Sinds 1975 deed ik het secretariaat van de pas gevormde Monumentenwacht er bij, helemaal een Nederlands initiatief, er is niks uit het buitenland overgewaaid. Ingewijden weten dat het architect Wal- ter Kramer in Amersfoort is geweest, verbonden aan de Rijksdienst voor de Monumentenzorg, die destijds, in Fries land, de eerste Monumentenwacht in het leven riep.' Jacques Akerboom heeft een gecombi neerde functie gekregen, want hij is ook directeur van de destijds tot stand geko men Brabantse Monumenten Federatie, waarin.een tiental verwante organisaties elkaar hebben gevonden. Voor alle vra gen op het gebied van de monumenten zorg in Noord-Brabant is Vught de vraagbaak. Over het werk van de wachters zegt hij onder meer: 'De praktijk zal uitwijzen dat we met een Monumentenwacht een hoop geld besparen. Bij tijdig signale ren Op jaarbasis - voor grote gebouwen - denk ik aan enkele miljoenen! Toch zitten we ook met de Monumentenwacht wat in de knel. Enerzijds prijst en steunt CRM deze manier om te komen tot re gelmatig onderhoud, aan de andere kant beknot datzelfde ministerie de werk zaamheden als het op subsidiëren aan komt.' Akerboom is voorstander van subsidie op onderhoud. Restauratiesubsidie kan 'eiden tot een premie op verval. In het raam van deze beschouwing kan dit vraagstuk niet worden behandeld. Slechts dit eenvoudige voorbeeld, dat Akerboom geeft: 'Een rieten dak van een historische boer derij vraagt regelmatig om het stoppen van gaten. In deze tijd een dure grap. Het zal eerder gebeuren als er een soort stimuleringssubsidie beschikbaar is. Be ter voorkomen dan genezen, ook bij de monumentenzorg. In Brabant kon de eerste service-bus gaan rijden dank zij steun van de provin cie, het Prins Bernhardfonds en het An jerfonds. In de landelijke folder staat thans dit: 'Het werk van de monumentenwacht wordt mogelijk gemaakt door belangrij ke financiële bijdragen van het rijk en van de provincies.' Een belangwekkend facet: In Zeeland (voorbeeld) is de ontvanger van restauratie-subsidie verplicht zich te abonneren op de monumentenwacht. In Brabant kent alleen Breda deze koppe ling. Monumentenwachters moeten mate riaalkennis bezitten, contactueel zijn, gevoel (belangstelling) hebben voor het monument en zo mogelijk zijn historie. Akerboom: 'Op de laatste advertentie die we hebben geplaatst voor een monu mentenwachter zijn honderden brieven gekomen. Dat is niet zo verwonderlijk, omdat we mensen vragen die uit de bouw afkomstig zijn, daar hun sporen - bij voorkeur in de restauratiesector - heb ben verdiend. Er zijn er dan altijd die het in de bouw, onafgebroken werken in nieuwbouwwijken, wel hebben gezien Die iets van de beoefening van het oude ambacht in hun vingers hebben. Daarbij ben je als monumentenwachter dagelijks op het buitenspoor. De service-bus draait jaarlijks nog altijd een 15 tot 20.000 kilometer. Wie hoogtevrees heeft moet niet solliciteren. Onze mensen heb ben eens een adspirantmonumen- tenwachter van een kerktoren ge haald, helemaal bleek om zijn neus. Hij durfde niet voor of achteruit!' De kleine victorie van Vught. Twee signalerende brigades op het Bra bantse erf. Waarvan die uit West-Brabant onlangs in Antwerpen is geweest voor contact met Belgische monumentenhoeders, die ook wel voelen voor de oprichting van zo'n wacht. En bij voorkeur naar het Brabantse voorbeeld! Waarnemer 193

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1981 | | pagina 17