r*
mentale achtzijdige traptoren, die de in
gang bevat en de gevel in twee gelijke
delen snijdt. Bovenin bevindt zich een
uurwerk. De toren wordt bekroond door
een gezwenkte helm met een open lan
taarn en een uivormig spitsje. Het bak
stenen muurwerk met stenen kruisven-
sters wordt veelvuldig doorsneden door
lichte natuurstenen banden en lijsten,
wat het voor de Hollandse renaissance zo
karakteristieke kleurkontrast oplevert.
De groeiende politieke en ekonomische
invloed van de burgerij in de zeventiende
eeuw en, daarmee samenhangend, de
ontwikkeling van een echt burgerlijke
bouwkunst ten tijde van de renaissance
moeten ook in Gennep meegewerkt heb
ben aan het ontstaan van dit monumen
taal stukje burgertrots.
Ik wil hier nu niet ingaan op kunsthistori
sche aspekten, zoals de wat archaïsche
De gerestaureerde westelijke zijgevel
van het raadhuis met voluten en
vuurbollen.
stijl en de interessante typologie van het
Genneps raadhuis, maar laten zien, dat
de ogenschijnlijk historische kontinuï-
teit tussen de gravure van 1758 en de
situatie op de foto van 1981, die ik U
voorspiegelde, eigenlijk bedrog is. Want
de tussenliggende tweehonderdeen
entwintig jaren zijn niet ongemerkt aan
het gebouw voorbijgegaan. Oude foto's
van de Markt laten zien, hoezeer het
oude stadhuis in de tweede helft van de
vorige eeuw (in de jaren 1849, 1878 en
1888) door verbouwingen en modernise
ringen verminkt was. De gevels gingen
verborgen onder een dikke laag pleister
werk, waarin door voegen grote blokken
natuursteen geïmiteerd waren. De oude
vensters waren omlijst met nepkozijnen
van negentiende-eeuws model met de
gebruikelijke stucversiering middenho
ven, terwijl men de torenbekroning ver
vangen had door een vereenvoudigde
uitvoering met holle zijkanten. Op de
foto's, die dateren van het einde van de
negentiende eeuw, maakt het gebouw
een tamelijk desolate indruk.
Het is nu opvallend te zien, dat het inte
resse in het oude stadhuis juist opbloeit
in een tijd, waarin de invloed van de
burgerij weer groeit. Rond 1900 ontstaat
namelijk in kringen van de gezeten bur
gerij het plan om het deerlijk vervallen
raadhuis weer in zijn oude renaissance-
vörmen te herstellen. Een technokraat,
P. van der Weiden, direkteur van de
Noordbrabantsch-Duitsche Spoorweg
maatschappij, die in het grensstation Gen
nep zijn hoofdkantoor had, begon met
de rekonstruktie van de torenspits.
Daarna, in 1905, volgde C. F. Grönert,
bouwkundige bij de Staatsspoorwegen,
met de voorgevel.
Nu waren de restauratiemethoden van
toen niet zo ver ontwikkeld als tegen
woordig en dat had tot kwalijk gevolg,
dat Grönert in zijn ijver alles goed te
herstellen, wat al te grondig te werk ging.
Hoog witgepleisterd huis op de hoek
Niersstraat-Torenstraat. De trapgevels
en de korjboognissen, waarin de
vensters zijn gevat, doen vermoeden dat
het pand nog een zestiende-eeuwse
oorsprong heeft. De achttiende eeuwse
vensters en ingang zijn na 1945 nog
vernieuwd.
188