ir. Weve's restauratie van de Valkhofka pel te Nijmegen). Bij Van Erp een zeer consciëntieus in elkaar passen van èlk oud element. In architektonische zin werd alleen hier en daar iets aangevuld, wat absoluut zeker bekend was (profie len, lijsten). 'Elke poging om bijvoor beeld teniet gegane plastiek of ornament na te bootsen, zou, afgescheiden van het ontoelaatbare van een dergelijke 'ver valsing van de oude oorkonde', ge doemd wezen op een hopeloze misluk king uit te lopen'. Van het bijmaken van decoratieve elementen werd volstrekt af gezien. De wetenschappelijke waarde van het monument in gerestaureerde toestand is daardoor maximaal. Van Erp's visie beïnvloedt de monumenten zorg in Indonesië tot op de huidige dag. Vergeleken met wat hier gebruikelijk was, verkeerden de Oud-Javaanse mo numenten als totaal-compositie in veel slechtere toestand, vele waren niet meer dan bergen losse stenen. Maar door de aard van deze monumenten had in feite iedere steen zijn eigen plaats in het ge heel. Wie dus de capaciteiten van de onderzoekende kunsthistoricus, de re staurerende architekt en de puzzelaar in zich verenigde, kon de zaak weer in el kaar passen met behulp van een ploeg toegewijde vakheden. Dank zij dit soort mensen kunnen de Oud-Javaanse tem pels, ondanks de chaotische begintoe stand, eenmaal gerestaureerd zoveel 'echter' overkomen dan menig gerestau reerd gebouw hier! De mogelijkheden worden wat ruimer, wanneer in 1913 de Oudheidkundige Dienst wordt opgericht, die niet meer uitsluitend Java en Madoera, maar de hele archipel bestrijkt. In 1931 krijgt de monumentenzorg een juridische steun in de rug door middel van de, nog altijd geldende, Monumentenordonnantie. Dat gebeurde eerder dan in Nederland zelf, waar pas in mei 1940 na de schok door de oorlogsdagen een eerste wetje tot stand kwam! Bij deze ordonnantie behoorde een register, waarin zowel oud-Indonesische monumenten als mo numenten uit de Nederlandse tijd (for ten, landhuizen) waren opgenomen. Op deze tweede groep wil ik graag in een later nummer nog eens terugkomen. De grootste restauratie na die van Borobu- dur is wel die van de hoofdtempel van het Loro-Jonggran complex, de bijna 50 m hoge (haast gotisch aandoende) Ciwa- tempel van ca. 900, die volledig uit el kaar was gevallen. Het puzzelwerk was hier extra gecompliceerd, omdat de hoge tempel omgeven was door vijf middel grote en 224 kleine tempels. Met de mid delgrote is men thans nog aan de gang, van de kleine zijn er enkele herbouwd. Met de Ciwa-tempel werd, na langdurig vooronderzoek en herbouw van het onderterras, begonnen in 1937. Hij werd voltooid in dec. 1953, een marmerplaat met Sukamo's naam herinnert aan dat feit. Een continuïteit in vakmanschap door alle politieke en militaire stormen heen. Zelfs in de Japanse bezettingstijd 5 'Zomaar een beeldhouwwerk' zoals er vele duizenden zijn, op bali 6 Dorpsbeelden op Bali, die aantonen dat het volop de moeite waard is te streven naar een vorm van bescherming van totaliteiten 7 De prachtige os in een van de tempels van het Prambanau-complex Foto's van de auteur. is er nog aan gewerkt! Voor een belang rijk deel van deze periode en tot het einde toe, berustte de leiding bij V.R. van Romondt. Hoofd van de Oudheid kundige Dienst was gedurende die laat ste fase dr. A. J. Bemet Kempers, van wiens hand nog regelmatig publikaties over deze onderwerpen verschijnen 2). In 1953 werd hij opgevolgd door het eerste Indonesische Hoofd van deze dienst, R. Soekmono (toen nog drs.), in de aanvang vermeld als tweede co- promotor. Het was mogelijk, ook even met Bali kennis te maken. Voor wat betreft de tempelarchitektuur een wonderlijk con trast: op Java ziet men tempels van ver over de 1000 jaar oud, behandeld als eer- 78

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1981 | | pagina 26