A
Heemschut in actie
HEEMSCHUT
Amsterdam
214
HET RAADHUIS VAN GEMERT, DAT
UITBREIDING BEHOEFT, WAARVOOR DE
TWEE NAASTLIGGENDE WINKELPANDEN
ZOUDEN MOETEN WORDEN GESLOOPT
FOTO: IR. B. C. VAN NOORDWIJK,
AARLE-RIXTEL
panden het ontstane gat volledig en in de
hoogte worden volgebouwd, dan zal de
ze nieuwbouw tezamen met het bestaan
de gemeentehuis een dermate grote
bouwmassa opleveren dat de bebouwing
visueel-ruimtelijk gezien ter plaatse grote
schade zal ondervinden. Heemschut
heeft B. en W. in overweging gegeven de
uitbreiding van het gemeentehuis achter
de panden te realiseren.
v.d.W.
Op het Binnengasthuisterrein treffen we,
naast de reeds beschermde monumenten,
een scala van waardevolle gebouwen aan,
in hoofdzaak daterend uit de laatste de
cennia van de vorige eeuw. Enige daaron
der verdienen zeker ook de status van be
schermd monument, verschillende zijn
bijzonder karakteristiek en het totaal
beeld, waar alle bebouwing toe bijdraagt,
past uitstekend in de stad'.
Dit schreef Heemschut in januari 1978 aan
de eigenaresse van dit gebied, de Univer
siteit van Amsterdam, in een begeleiden
de brief bij een door ons opgestelde nota.
In deze nota wordt de bebouwing op dit
unieke, zes eeuwen oude, stukje binnen
stad zowel architectuurhistorisch als cul
tuurhistorisch beschreven. Aanleiding tot
onze nota was het voornemen van de
Universiteit om een werkgroep van onaf
hankelijke deskundigen aan het werk te
zetten om een plan te maken voor het
gebruik van dit gebied, nadat het Binnen
gasthuisziekenhuis naar het nieuwe Am
sterdams Medisch Centrum in de Bulle-
wijk zal zijn verhuisd. Een uitgangspunt
voor het instellen van deze werkgroep
was namelijk, dat moest worden onder
zocht of het niet raadzaam zou zijn een
aantal gebouwen niet voor kaalslag prijs
te geven, zoals oorspronkelijk in de be
doeling lag. In deze zevenkoppige werk
groep kreeg Heemschut als vertegen
woordiger van de 'stadslievende' organi
saties een plaats en heeft daarin veel waar
dering voor genoemde nota ondervon
den. Het nummer van februari 1978 van
ons tijdschrift besteedde aan de nota uit
gebreid aandacht.
Inmiddels zijn we twee en een half jaar
verder en is er veel werk door de werk
groep verzet. Als het ziekenhuis in de
loop van 1981 verdwijnt, krijgt het ge
bied een gemengde functie. Dit dus in
tegenstelling tot de oorspronkelijke plan
nen voor honderd procent, grootschalige
nieuwbouw ten behoeve van de Univer
siteit, waarvoor alle gebouwen (op een
paar kleine monumentjes na) tegen de
vlakte hadden gemoeten. Onlangs werd
door de werkgroep een inspraaknota ge
presenteerd die uit gaat van 60% voor de
Universiteit en 40% binnenstadsfuncties,
zodat een stukje stad aan het stedelijk
gebeuren kan worden teruggegeven.
Ook is het zeer toe te juichen, dat een
belangrijke karakteristiek van het gebied,
het enclave-karakter dat het sinds de in
gebruikneming in de Middeleeuwen
heeft gehad, gehandhaafd zal blijven.
Oorspronkelijk stonden hier immers
twee kloosters, die met hun verschillende
gebouwen en de opzet daarvan een ho-
venstructuur aan het gebied gaven, die
zelfs in de 19de-eeuwse ziekenhuisopzet
niet geheel verloren ging. In deze opzet
wordt de 'schil' van de waardevolle be
bouwing langs de Kloveniersburgwal, de
Nieuwe Doelenstraat en de Oude