Utrecht Hoorn Huissen Middelburg Gemert medische of andere maatschappelijke be stemming. De villa werd in 1891 ge bouwd in eclectische trant met gepleis terde banden, hoekblokken en lijsten, vensters met hoofdgestellen of frontons, rijk gesneden windveren, veranda, waar boven balkon, loggia en houten portaal in neo-renaissancevormen voor de voor deur. In de kamers van de parterre bevin den zich rijke neo-renaissance plafonds van de Almelose decoratieschilder Brei- der (ca. 1915). De villa staat al enige tijd leeg en raakt langzaam in ernstig verval. Men spreekt zelfs al van 'verloedering'. En dat is in strijd met de wet. De Oosterkerk in de Maliebaan (zgn. Doleantiekerk) zal worden gesloopt en er komt een nieuw complex voor in de plaats. Het aantal Doleantiekerken in ons land is langzamerhand nog maar gering; alle reden dus om dé Utrechtse te behou den, maar volgens mededeling van het kerkbestuur moet de kans daarop als ver keken worden beschouwd. Het valt te DE DOLEANTIE-KERK IN DE MALIEBAAN TE utrecht; EEN INTERESSANT BEELDBEPALEND BROK IN DE STRAATW AND IS TOT VERDWIJNEN GEDOEMD FOTO: A. J. LOOYENGA, HAARLEM betreuren dat een dergelijk markant ge bouw uit de Maliebaan verdwijnt. De vereniging 'Oud-Hoorn' heeft zich tot de Monumentenraad gewend met het doel bezwaar te maken tegen het i.v.m. procedurefouten afvoeren van de R.K.- kerk van de H.H. Cyriacus en Franciscus van de lijst van beschermde monumen ten. De kerk kan worden aangemerkt als stadsbeeldbepalend. Het gebouw werd tussen 1879 en 1882 gebouwd door de architect A. C. Bleys. Het is een kruisba siliek in neo-renaissancevorm met acht hoekige koepeltoren. De kerk is min of meer een voorstudie van Bleys' hoofd werk, de St. Nicolaaskerk in Amsterdam. In de motivering voor de bescherming van de kerk heette het; 'gebouw van alge meen belang wegens bijzondere oudheid kundige en kunsthistorische waarde'. De bedoeling van 'Oud-Hoorn' is, dat een nieuwe procedure op gang wordt ge bracht de kerk toch weer op de bescher mende lijst te plaatsen. Er zal dan wèl eerst overleg met het parochiebestuur moeten worden gepleegd, hetgeen niet was gebeurd, toen staatssecretaris Wallis de Vries besloot de kerk op de voorlopige lijst te plaatsen. Op grond hiervan had de R.v.S., bij welk college het parochiebe stuur in beroep was gegaan, de be schikking van de staatssecretaris vernie tigd. In deze gemeente bestaat het voornemen in het voormalige pand van de Hema een postkantoor te vestigen. Heemschut heeft er bij B. en W. op aangedrongen het in oorsprong 17e-eeuwse gedeelte van de gevelwand in oude luister te herstellen, hetgeen kan leiden tot herstel van het historische karakter van het pand. Het gebouw van de Provinciale griffie aan de Korte Giststraat-Koorkerkhof wordt uitgebreid. Heemschut heeft zich in een brief aan Prov. Staten van Zeeland verheugd getoond, dat 'dit markante en historisch-architectonische belangrijke punt in het hart van de oude binnenstad door middel van een nieuw gebouw weer een functie krijgt'. Op één onderdeel van het plan had de bond Heemschut echter bezwaar gemaakt, nl. het handhaven (en opknappen) van twee kleine huisjes aan de Korte Giststraat 8 en 10. Heemschut was voorstander van afbraak van deze huisjes. De fraaie en monumentale acht erzijde van de zuidvleugel van de Gistpoort, waartegen ook nog een karak teristieke trappetoren staat, wordt nl. door die twee huisjes aan het oog ont trokken. Bij afbraak van die huisjes zou de achtergevel van de Gistpoort weer in het gezicht komen. Heemschut had te minder bezwaar tegen afbraak, omdat ze geen bijzondere historische waarde bezit ten. Prov. Staten van Zeeland hebben echter besloten de twee huisjes toch te handhaven. Het gemeentebestuur heeft plannen tot uitbreiding van het gemeentehuis aan het Ridderplein tegenover het kasteel. Ten behoeve van deze uitbreiding zouden twee belendende panden moeten worden gesloopt. Met de Heemkundekring 'De Kommanderij Gemert' heeft Heemschut tegen dit voornemen bezwaar gemaakt. Zou na amovering van beide winkel- 213

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1980 | | pagina 35