Boekennieuws
Onder redactie van J. E. van der Wielen
198 De molens van Zuid-Holland. In
1961 liet het provinciaal bestuur van
Zuid-Holland een zeer gedocumenteerd
boekwerk over de molens in Zuid-
Holland verschijnen. Vier jaar later
kwam er een tweede druk, wel een be
wijs, dat er voor een deskundige molen
beschrijving belangstelling bestond. De
tweede druk was al vóór 1970 uitver
kocht, mede een reden om een nieuwe
uitgave te doen verschijnen. Van de com
missie, die indertijd de redactie voerde
over het molenboek, maakten ook nu
enkele leden nog deel uit, zoals M. van
Hoogstraten, die o.m. een uitvoerige be
schrijving van de verschillende molenty
pen voor z'n rekening nam, en nu weer.
Vergelijkt men deze twee artikelen, dan
valt terstond een nieuwe benadering op.
Zo mogelijk is Hoogstraten nog dieper in
de geschiedenis gedoken. Maar dit is be
paald niet het enige verschil tussen de
uitgave van 1961 en die van 1980. Niet
zozeer de inhoud verschilt, maar vooral
de uitvoering. In 1961 was die eenvoudig
van opzet en waren alle foto's in zwart
wit afgedrukt. Het formaat van het boek
is nu veel forser en, zoals men uit het
voorgaande al zal hebben begrepen, de
foto's zijn in kleur, hetgeen de aantrekke
lijkheid van het boek aanmerkelijk ver
hoogt. Een afzonderlijk hoofdstuk wijdt
Hoogstraten nu aan de industriemolen,
aan de molens van Kinderdijk, de molen-
taal en aan de molen in de reclame. Bij
dragen van anderen handelen over de ge
schiedenis van de poldermolen (J. G. de
Lange), over de droogmaking van de
Zuidplasmolen (J. W. Schuddebeurs),
over de rol van de molen voor de recrea
tie (R. H. ter Heide), terwijl J. G. de
Lange schrijft over de zorg van de pro
vincie voor het behoud van de molens en
R. Tukker aandacht besteedt aan het wo
nen in een molen.
Ook nu zijn een inventarisatie en be
schrijving van alle molens in Zuid-Hol
land opgenomen. Het gaat om 213 mo
lens, zes minder dan in de eerste druk.
Nog onlangs maakten we een autotocht
je door het noordelijke plassengebied van
Zuid-Holland, aangetrokken als we wa
ren door dit nieuwe molenboek, dat we
overigens niet bij ons hadden. Jammer,
want nu misten we de informatie, die dit
boek ons in zo rijke mate verschaft. Met
deze opmerking willen we aangeven, dat
eigenlijk elke recreant en daaronder voor
al de duizenden watersportliefhebbers,
die zeilend of tuffend, de wateren in dit
gebied bevaren, dit molenboek bij zich
dienen te hebben. Het verhoogt de vreug
de die men beleeft aan het aanschouwen
van deze molenrijkdom. Men zal het wel
hebben begrepen, dat we dit Zuid-Hol
landse molenboek van harte aanbevelen.
Het is niet bepaald een boek om alleen
maar in de boekenkast te hebben. De fo
to's - merendeels juweeltjes - zijn van
Edvard Pfeiffer en Ed van der Zwan. Het
boek bevat verder veel kaarten en teke
ningen, deels uit privé-bezit, deels uit ar
chieven V eel lof ook voor de royalemo
derne typografie (Grafische Bedrijven P4,
Den Haag). Uitg.: Prov. bestuur Zuid-
Holland; 49,- bij de prov. griffie; bij
bestelling 54,-, incl. verzendkosten).
Monument Protection in Europe.
Dit is een uitgave van de Raad van Euro
pa, bevattende een korte samenvatting
van de wetgeving in 21 Europese landen.
Bij de samenstelling verleenden UNES
CO, ICOM en ICOMOS medewer
king. Het hoofdstuk waarin de verschil
lende wetgevingen worden vergeleken
geeft stof tot overdenking. Het boek is
verschenen bij Kluwer, Deventer;
62,40.
Boerderijen van het Noordererf.
Dit is nummer vier in de serie over het
Noordererf (Groningen, Friesland,
Drenthe en de kop van Overijssel). Eer
der verschenen 'De klokkenstoelen',
'Stinzen, borgen en havezaten' en 'Mo
lens'. Vooral de grote boerderijen in
Friesland en (oost-)Groningen zijn be
roemd, in het bijzonder door hun fors en
voornaam voorkomen. De Drentse
boerderij toont in het algemeen een type
waarvan minder welvaart afstraalt. S. J.
van der Molen weet er veel en smakelijk
over te vertellen. Paul Vogt toont zich
ook in dit boek een uitstekend fotograaf
met oog voor het detail. Uitg.: De Wal
burgpers, Zutphen; 160 pag.; 35,-.
Stille plekjes achter de Poort. De
titel vraagt om een verklaring. Beschre
ven worden Groningse gasthuizen en
hofjes, 32 in getal. De auteurs Martin
Boon, Henriëtte Buikema-Kap, J. J.
Stienstra en A. E. M. baron van Voorst
tot Voorst hebben hun bijdragen met
kennelijk plezier en met oog voor het
architectonische en historische karakter
geschreven. Petra van Kalker maakte er
fijnzinnige pentekeningen bij, terwijl
Cees Wagemans en Martin Zuidema
voor goede foto's (zwart-wit) zorgden.
Uitg.:Holmsterlandb.v.: 163pag.; 25,-.
Met het oog op onderweg. Van dit
boek verscheen tijdens het Monumen
tenjaar '75 de eerste druk. Indertijd heb
ben we er met genoegen gewag van ge
maakt. De tweede druk is in veel opzich
ten herzien en o.a. voor wat restauraties
betreft up to date bijgewerkt. Wie van
plan is een bepaald deel van ons land te
bezoeken, verschaft dit boek veel infor
matie (honderd bldzn. méér). Noortje de
Roy van Zuydewijn, de schrijfster,
blijkt, zoals we eerder mochten constate
ren, een goede gids. Uitgeverij J. H.
Gottmer, Haarlem; 240 pag.; 45,-.
Kijk op kastelen; op kerken en op
BOERDERIJEN. De serie Kijk op Neder
land (11 delen) blijkt bijzonder te zijn
aangeslagen. In die kijkboeken komt elke
provincie aan bod. Nu is een nieuwe serie
op stapel gezet; Kijk op kerken, molens,
boerderijen en kastelen. Over al deze
onderwerpen bestaat langzamerhand een
uitgebreide bibliotheek. Veelal wordt de
stof in de 'Kijk'-serie beperkt tot oude
monumenten, maar in het deel over de
kerken, waarvan C. W. Mönnich de au
teur is, komen ook 'moderne' kerken aan
bod.
Kastelen bouwen doen we niet meer, of
men zou kunnen denken aan de vele kan
toorkolossen, die we overal in den lande
hebben zien verrijzen en aan de bouw
waarvan nog geen einde schijnt te ko
men. Maar die moderne kastelen hebben
niets met de oude, monumentale gemeen
of het moest zijn, dat ze ook het stedelijk
silhouet beheersen. Dit laatste dan wel in
de meeste gevallen niet in gunstige zin.
Het zijn echter juist de sterk variërende
kerktorens uit vorige eeuwen, die steeds
weer het oog bekoren. Hetzelfde geldt
voor boerderijen maar de auteur van dit
'Kijk'-boek (SJvan der Molen) gaat aan
de moderne boerderij praktisch voorbij.