gehaald was, ondanks protesten van o.a.
de Bond Heemschut2), gebruikte men
ook bulldozergeweld tegen een aaneen
gesloten rij panden aan de Korenmarkt-
Kannenmarkt. Eén ervan, een hoog,
vroeg negentiende-eeuws patriciërshuis
sloot optisch de Grote Markt aan de zijde
van het zeventiende-eeuwse waagge
bouw af en werd door de Nijmeegse mo
numentencommissie in haar protest te-
1) Zie 'Heemschut'Jrg. 54, nr. 9 (septem-
Iber J917), Nijmegen, het herstel van de Lage
Markt (blz. 148-151)
2) Zie 'Heemschut'Jrg. 57, nr. 4 april
1980), Heemschut in actie (blz. 82)
schermd stadsgezicht en daarmee als
eerste officiële instantie de kultuurhisto-
rische waarde van het stadsdeel onder
streepte, en toen ook in het kader van de
rehabilitatie van oude woonwijken mo
gelijkheden ontstonden voor gesubsidi
eerd woningherstel, leek de benedenstad
voor verdere sloop gered. In het bestem
mingsplan, dat volgde, werd bepaald,
dat het historisch gegroeide stratenbe-
loop gehandhaafd zou blijven. Monu
mentenzorg legde enkele randvoorwaar
den voor de toekomstige nieuwbouw
vast. Zo werden onder andere de nok-
hoogten bepaald en hellende daken voor
geschreven.
Ondertussen werd begonnen met de res
tauratie en vernieuwing van huizenblok
ken in het westelijk deel van de beneden
stad, waar de moker nog het minst had
toegeslagen. Enkele panden aan de Gan-
zenheuvel en één zijde van Kannenmarkt
worden versneld opgeknapt (1974). De
restauratie van de achttiende-eeuwse sy
nagoge met de één eeuw later daaraan
vastgebouwde 'sjoel' stelde het voortbe
staan van dit gebouw veilig, dat een ty
pisch relikt van de voormalige stedelijke
kuituur ter plaatse is. Wanneer de Lage
Markt in zijn geheel hersteld is (1977),
blijkt de kracht, maar ook de zwakte van
deze aanpak. Er komt mede door de aan
wezigheid van een café en enige kleine
winkeltjes weer leven en sfeer in deze
buurt direkt aan de Waal.1) Maar het is
nog maar één straat. Bovendien is het er
één, waarvan de bebouwing tamelijk
gaaf gebleven was. Er volgden meer van
dit soort deelprojekten, maar het ging
steeds langzamer. Restauratieplannen
werden vertraagd of zelfs afgewezen. De
oorzaak: geldgebrek. Zo kan het gebeu
ren dat panden, die in eerste instantie voor
herstel in aanmerking kwamen, nu alsnog
op de slooplijst geplaatst worden.
Nieuwbouwprojecten komen nog veel
moeilijker van de grond.
Dan spreekt Den Haag het woord, waar
op één generatie Nijmegenaren gewacht
heeft. Er komt een financiële steun van
maar liefst 18 miljoen gulden. Voor dat
geld moeten dan - en dat is de voorwaar
de - binnen vijf jaar zo'n vijfhonderd
woningwet- en premiekoopwoningen in
de benedenstad gebouwd worden. Om
de huren zo laag mogelijk te houden en
om de rijksbijdrage in de wacht te slepen,
luidt bij de gemeente het parool: 'Geen
architektonische hoogstandjes! Snel bou
wen en zo goedkoop mogelijk!' En dan
klinkt in Nijmegen weer de slopersha
mer. Grote en eenvoudige bouwpercelen
zijn nodig om in zo kort mogelijke tijd zo
veel mogelijk nieuwbouw te verwezenlij
ken. In enkele maanden tijd worden er
diverse waardevolle huizen gesloopt. Dat
was in de laatste tien jaar eigenlijk niet
meer voorgekomen. De monumentenbe
schermers hadden te vroeg gejuicht. Na
dat eerder al een interessant zestiende-
eeuws achterhuis met toevoegingen uit
verschillende tijden, zoals enkele gesne
den achttiende-eeuwse vensters, achter
een betimmering, een schouw met Delft-
se tegels en met verschillende gewelfde
kelders, meedogenloos tegen de grond
EEN ZOJUIST VOLTOOIDE RESTAURATIE
VAN EEN BLOK AAN DE OUDE HAVEN
AANZICHT GEVELS OUDE HAVEN-LAGE
MARKTTUSSEN DE 17E-EEUWSE
PILASTERGEVEL VAN HET JEZUIETENHUIS
(LINKS) EN HET 18E-EEUWSE MET HET
MEERMIN-RELIEF (RECHTS). IN HET MIDDEN
DE OVERBOUWING VAN DE VINKENGAS.
ONTWERP: PUDENROYEN COMPAGNONS,
ARCHITECTUUR EN STEDEBOUW.
NIJMEGEN
DE NIEUWBOUW AAN DE OUDE
HAVEN-LAGE MARKT IN UITVOERING