Fiscale aftrek voor molen-onderhoud
190 steeds sterk gevoeld en op dit ogenblik
menen we zelfs te mogen constateren,
dat de band tussen de bond Heemschut
en ons in de loop der jaren nog aanmerke
lijk is gegroeid.
Het is dan ook met een zekere weemoed,
dat we onze taak als eindredacteur neer
leggen. Dat doen we op een moment, dat
de leeftijd een rol gaat spelen. Overigens
hebben we die taak nooit als een plicht
ervaren. Integendeel, het samenstellen
van dit tijdschrift is ons een lust geweest;
het heeft ons veel voldoening geschon
ken. Het is natuurlijk niet zo, dat we met
het resultaat van ons werk in de afgelo
pen jaren tevreden zijn, maar we hebben
wel naar beste weten getracht ons tijd
schrift een inhoud te geven, die overeen
komt met ontwikkelingen in de wereld
van de monumentenzorg. Een van die
ontwikkelingen is de sterke groei, die
Heemschut heeft doorgemaakt sinds
ondergetekende de eindredactie op zich
nam.
Een nieuw team treedt aan om die ont
wikkeling voort te zetten. We hopen
daaraan nog wel te mogen en te kunnen
meewerken. Voorlopig dus nog geen de
finitief afscheid.
We hadden graag meer gedaan met ons
tijdschrift, maar daarvoor ontbrak het de
bond Heemschut aan de nodige financië
le middelen.
Besluiten we daarom met de wens, dat de
bond spoedig in staat zal zijn meer nog
dan in het verleden aan de wensen van
onze ledenlezers tegemoet te komen. En
hierbij past een woord, van oprechte dank
aan allen, die het ons mogelijk hebben
gemaakt met zoveel vreugde aan de sa
menstelling van dit, ons tijdschrift te
werken.
JEvan der Wielen
De eigenaar van een boerderij, de koren- meer overeenkomstig zijn oorspronkelij-
molen 'De Hoop' èn een losstaande bij- ke bestemming als korenmolen wordt
schuur te Garsthuizen, heeft met succes gebruikt'. Het hof bestreed overigens de
bij het gerechtshof te Leeuwarden be- mening van de belastinginspecteur, dat
zwaar aangetekend tegen een beslissing de molen daadwerkelijk (mede) gebruikt
van de inspecteur der directe belastingen zou moeten worden voor het wonen in
te Delfzijl, die geweigerd had het be- engere zin.
lastbare inkomen van de eigenaar - een Het hof vernietigde op grond van deze en
arts - te verminderen met een bedrag van andere overwegingen, de uitspraak van
1.825,85 zijnde onderhoudskosten van de inspecteur en verminderde opgelegde
de molen. De belastinginspecteur was van aanslag in de inkomstenbelasting met het
oordeel, dat die onderhoudskosten niet bedrag van de onderhoudskosten,
aftrekbaar waren. We maken van deze uitspraak melding
Van belang in deze zaak was, dat boerde- opdat andere eigenaren van monumen-
rij, molen en bijschuur beschermd monu- ten in vergelijkbare gevallen, er hun
ment zijn en dat de arts voor de restauratie voordeel mee zullen kunnen doen. De
subsidie was verleend en dat hij op grond uitspraak van het gerechtshof te
van de subsidievoorwaarden verplicht is Leeuwarden dateert van 19 oktober 1979.
tot onderhoud van de molen.
Het hof overwoog o.m. dat de arts uit v.d.W.
recreatief-, cultureel- en landschappelijk
oogpunt doch ook met het oog op dat
onderhoud de molen ongeveer twaalf
maal per jaar laat draaien, hetgeen veel tijd
en deskundigheid vergt, welke deskun
digheid de arts zich heeft eigen gemaakt.
Voorts overwoog het gerechtshof, dat de
eigenaar de molen niet voor zakelijke doe
leinden exploiteert en dat de molen een
aanhorigheid van de woning (boerderij) is
(art. 2 van de Wet op de personele belas
ting). In zijn overwegingen stelde het hof
verder o.m.dat de opstallen kennelijk als
zijnde één geheel een beschermd land
schapsgezicht vormen en dat de molen bij het complex van boerderij, molen en
de woning behoort en in gebruik is, bijschuur in garsthuizen: onderwerp
'waaraan niet afdoet dat de molen niet van belastingproces