Onze huiskamer
Ons tijdschrift
Heemschut
40,-
20,—
55,—
3,70
Jaargang 57
no. 11/12 nov./dec. 1980
Maandblad van de
Bond Heemschut
Opgericht in 1911
Beschermvrouwe:
H.M. Koningin Beatrix
Eindredacteur
J.E. van der Wielen
HEEMSCHUT verschijnt 10 keer
per jiaar
Alle correspondentie betreffende
de redactie van het tijdschrift:
Secretariaat van de Bond
Heemschut
Kor enm etershuis
Nieuwezijds Kolk 28
1012 PV Amsterdam
Postbus 10525
1001EM Amsterdam
Postgiro 124326
Tel. (020) 22 52 92
Ledenadministratie
Tel. (020) 23 09 94
Alle correspondentie betreffende
advertenties: B.V. 't Koggeschip
Postbus 1198
1000 BD Amsterdam
Tel. (020) 22 97 21
BOND HEEMSCHUT
Lidmaatschap per jaar:
individuele leden
mogelijkheid van reductie
voor 65 en 25-
donateurs niet-indiv.
leden
losse nummers (incl.
porto)
Uit de inhoud:
190 Fiscale aftrek voor
molen-onderhoud
191 Een stad sloopt zich een
toekomst
198 Boekennieuws
200 De Goudse St. Jan:
Nederlands langste kerk.
205 Uw aandacht voor...
206 Architectuur in Baam
208 GS Drenthe scheiden museum
en monumentenzorg
210 Op de lijst
212 Heemschut in actie
Foto omslag:
De Goudse St. Jan: het rondeel in
het stucplafond van de orgelgalerij
'Het is nog niet zo lang geleden, dat mo
numentenzorg werd beschouwd als een
soort hobby van weinigen voor weini
gen, als een liefhebberij van kunsthistorici
en oudheidsminnaars. Die tijd is gelukkig
voorbij', zo constateerde de heer
C. C. Wallis de Vries, staatssecretaris
van CRM tijdens de plechtige wederinge-
bruikneming van de St. Janskerk in Gou
da, in tegenwoordigheid van prinses Ju-
liana.
Officiële redevoeringen plegen niet altijd
uit te blinken door originaliteit, maar deze
staatssecretaris heeft bewezen van zo'n re
devoering iets te willen maken. Zo ook in
dit geval. Het was zéker niet zonder be
doeling, dat de staatssecretaris in Gouda
er nog eens duidelijk op wees, dat monu
mentenzorg niet alleen een kwestie van
behoud van architectonisch erfgoed is,
maar ook een wezenlijk onderdeel uit
maakt van onze dagelijkse leefomgeving.
Het waardeoordeel over monumenten,
een gracht, stadswallen en noem maar op,
wordt niet louter door cultuur-histori
sche overwegingen bepaald, maar ook
door het vertrouwde beeld, dat ze oproe
pen. De inwoners van een stad, een dorp
gaan daar niet achteloos aan voorbij. Men
raakt er even vertrouwd mee als met het
interieur van z'n huiskamer. Geraakt een
monument in verval of komen er plannen
een monument te slopen of een gracht te
dempen, dan komen niet alleen 'monu
mentenminnaars' in het geweer, maar
dan laat ook - in toenemende mate - de
burgerij zich horen. Stond een Victor de
Stuers zo'n honderd jaar geleden nog min
of meer op eenzame hoogte en leek hij een
roepende in de woestijn, in onze dagen
wordt elke aantasting van een monument
door de burgerij als een inbreuk op het
(leef)-milieu ervaren. Dat is een goede
ontwikkeling. En die speelt tegenwoor
dig ook meer en meer een rol bij plannen
voor stads- en dorpsvernieuwing. De in
woners van een wijk, die aan stadsver
nieuwing toe is, willen natuurlijk betere
huisvesting, maar het karakteristiek eige
ne moet wel zoveel als mogelijk worden
behouden. Anders, zo wordt niet ten on
rechte opgemerkt, gaat het vertrouwde
karakter van de wijk verloren.
Hierop heeft de staatssecretaris in zijn
Goudse rede vrij uitvoerig ingespeeld. Hij
wees daarbij op de uitbreiding van het
arbeidsterrein van CRM, zoals de wel- 189
zijnszorg en op de samenwerking tussen
zijn departement en dat van VRO, in
welk verband hij ook de aandacht vestig
de op de gemeenschappelijke bijdragere
geling voor woonhuisrestauraties.
Kortom monumentenzorg in de breedste
betekenis van het woord is niet enkel
meer .een culturele aangelegenheid en
daarom is monumentenzorg - en dat is
onze conclusie eindelijk geworden tot
een zaak van ons allen, van de gehele
burgerij.
Over de gehele burgerij gesproken, het
was goed uit de mond van de heer Wallis
de Vries ook bijzonder waarderende
woorden te horen aan het adres van de
inwoners van Gouda, die zich grote of
fers hebben getroost voor de thans vol
tooide restauratie van hun St. Janskerk.
Waardering ook voor de Ned. Herv. Ge
meente van Gouda, die zich krachtig
voor deze restauratie heeft ingezet. Een
restauratie van een monument, dat we
reldwijde faam geniet.
v.d.W.
Met dit laatste nummer van de 57e jaar
gang van ons tijdschrift neemt onderge
tekende afscheid als eindredacteur. Lang
hebben we nagedacht welke 'kop' we
hierboven zouden zetten. De vraag was
namelijk of we op deze plaats het per
soonlijke dienden te laten prevaleren dan
wel onze bond, ons tijdschrift. Uiteinde
lijk hebben we voor het laatste gekozen.
Niet de mens achter het tijdschrift is het
belangrijkste, maar het orgaan van de
bond. Er is natuurlijk wel een band tus
sen beide. Een tijdschrift als 'Heemschut'
is nauwelijks denkbaar zonder een redac
tie, die zich niet nauw verbonden voelt
met de zaken, waarmee de bond Heem
schut zich dagelijks bezig houdt. Welnu,
die verbondenheid heeft ondergetekende