I
DE HANDELSKADE IN WILLEMSTAD, HET
EERSTE EN ACHTSTE GEBOUW VAN LINKS
PASSEN QUA SCHAAL EN PLASTICITEIT NIET
IN HET TOTAALBEELD VAN DE KADE. HET
ACHTSTE HUIS ZAL WORDEN AFGEBROKEN.
PIETERMAAIWEC I 1-19. WAAR EENS EEN
VIJFTAL NEO-KLASSIEKE HUIZEN STONDEN.
DE FOTO LAAT DE HUIDIGE SITU ATI E Zl EN
SCHAAL. PLASTICITEIT, MAAT EN DE
VERHOUDING VAN DE ONDERDELEN TEN
OPZICHTE VAN ELKAAR. ZIJN TOTAAL
ZOEK.
.1
PIETER MAAI PLEIN. EENS MET BOMEN
OMZOOMD. HIER 'PRIJKEN' NU
TORENHOOG DE BLOKKEN BETON VAN
DEZE PARKEERGARAGE. DE AANNEMER
GING VELE JAREN GELEDEN FAILLIET.
SCHARLOOWEC, 15(1-152 (PLM. I KSO)THANS
EIGENDOM VAN DE STICHTING
MONUMENTENZORG. DIE HET GEBOUW
LI ET REST AU REI! EN. MAAR HET IS NU
ALWEER AAN EEN OPKN A PBEURT TOE.
177
Wat de Monumentenzorg op Cura^ao
betreft hebben er in feite altijd twee ont
wikkelingen naast elkaar gestaan; name
lijk die van de Antilliaanse Overheid en
de 'Stichting Monumentenzorg Cura-
fao', een particuliere instelling.
In 1913 riep de toenmalige Gouverneur
een commissie in het leven, 'teneinde aan
de Gouverneur een beschrijving in te die
nen van al de op het eiland Cura^ao be
staande monumenten, met het verzoek
daarbij te willen voegen een ontwerp van
zodanige maatregelen, die kunnen strek
ken tot verzekering van behoud dier mo
numenten'. Ook werd de andere eilan
den gevraagd gegevens te verzamelen.
Alleen St. Eustatius reageerde op de op
roep: de andere eilanden berichtten geen
monumenten te bezitten!
Toen de genoemde commissie echter om
geldelijke steun vroeg, kreeg zij te horen
dat daarvan geen sprake kon zijn, met
gevolg dat de werkzaamheden verder
geen doorgang konden vinden.
Het jaar 1944 is een mijlpaal. De Bouw
commissie op Cura^ao stelde een 'Ad
viescommissie tot opsporing en behoud
van monumenten van historische en/of
esthetische waarde' in. De Bouwcom
missie wendde zich met de volgende
woorden tot de Gouverneur '...hoe men
het ook beschouwt, een schande voor
Cura^ao is het te moeten bekennen, dat
van de zestien Gouverneurs die hier be
graven liggen, slechts van twee de graf
stenen kunnen worden aangewezen...'
Na 1947 neemt de belangstelling voor het
historisch verleden enigszins toe, met na-