Kijken naar monumenten
170 dragen andere departementen tegen
woordig ook een steentje bij. Uit de Me
morie van toelichting op de CRM-
begroting blijkt, dat de samenwerking
met VRO intensiever zal worden, waar
van vooral de restauratie van woonhuis
monumenten zal profiteren, zulks o.a. in
het kader van het herstel van historisch
waardevolle bebouwing in als beschermd
stads- of dorpsgezicht aangewezen gebie
den. Het aantal te herstellen panden be
droeg in 1980 1 100. Wanneer dit beleid in
de komende jaren in versterkte mate
wordt voortgezet, kan dit onze zorg over
het teruglopen van de CRM-post voor
restauraties wel verminderen.
Van wezenlijk belang achten we het ver
der, dat de aangekondigde onder
houdsregeling voor een beperkte catego
rie monumenten in het komendejaar van
start zal gaan. Om een dergelijke rege
ling is van de zijde van de particuliere
organisaties, zoals de Bond Heemschut,
dringend gevraagd. Zo'n regeling is niet
alleen van belang voor het behoud van
monumenten, maar ook voor de werk
gelegenheid in de onderhoudssector,
d.w.z. voor het behoud van arbeids
plaatsen voor vaklieden.
Hiervoor vestigden we al de aandacht op
de toenemende samenwerking tussen
CRM en VRO. In dit verband is het inte
ressant kennis te nemen van het voorne
men te gaan bezien of de regelingen van
beide departementen, die zijn gericht op
het herstel van historisch waardevolle
bebouwing tezamen kunnen worden
ondergebracht in een interdepartementa
le rijksbijdrageregeling voor het herstel
van woonhuismonumenten. Op die ma
nier zouden de incidentele regelingen
tussen beide departementen in een defini
tieve kunnen worden omgezet. In het
kader van het stadsvernieuwingsbeleid
kan dit voor het herstel en het behoud
van monumenten van grote betekenis
zijn. Ook de nog steeds niet afgeronde
herziening van de Monumentenwet mag
in dit licht worden beschouwd. Immers
het is volgens de Memorie van toe
lichting op de CRM-begroting het voor
nemen de Monumentwet af te stemmen
op beleidsterreinen, die in andere wetten
of wetsontwerpen zijn geregeld, zoals de-
Kaderwet Specifiek Welzijn, de Wet op
de Stadsvernieuwing en de wetgeving op
het terrein van de natuurbescherming.
Het streven is hierbij op een gecoördi
neerd beleid gericht. In dit verband is het
interessant, dat er binnen het huidige ka
binet blijkbaar geen concurrentiestrijd
meer is over de vraag of Monumenten
zorg bij CRM dient te blijven of dat deze-
tak van overheidszorg moet worden
overgedragen aan VRO. Kennelijk heeft
men dit denkbeeld, dat sterk leefde bij de-
vorige staatssecretaris van VRO, dhr.
Schaefer, laten varen. We nemen hiervan
met voldoening kennis.
Tenslotte verdient aandacht de 'diep
gaande discussie', die gaande is over de
centralisatie van de monumentenzorg,
d.w.z. dat gedacht wordt over gedeelte
lijke overdracht van monumentenzorg
aan lagere overheden (provincies en ge
meenten). Een dergelijke decentralisatie
kan gunstig werken, maar dan moet er
bij die lagere overheden ook de duidelij
ke wil aanwezig zijn om het architecto
nisch erfgoed te bewaren. Soms moet er,
menen we, aan die wil wel eens worden
getwijfeld, ofschoon we de laatste jaren
in toenemende mate belangstelling van
de lagere overheden voor het monumen-
tenbehoud hebben mogen constateren.
Alleen zal zich hierbij een zeer belangrij
ke kwestie voordoen. De meeste lagere
overheden zitten - evenals trouwens het
Rijk - zeer krap bij kas.
Hoe denkt de regering dit probleem op te
lossen? Een verschuiving van de finan
ciële lasten zonder meer kan de oplossing
niet brengen. Jammer, dat de Memorie
van Toelichting hierover zwijgt.
In het verleden zijn we genoodzaakt ge
weest grote zorg te hebben over het mo
numentenbeleid van de rijksoverheid.
De begroting 1981 heeft die zorg niet
weggenomen, maar wèl verminderd.
Deze regering wil in elk geval pogen de
zorg voor het architectonisch erfgoed
niet het slachtoffer te laten worden van
de sombere economische toestand,
waarin ons land verkeert.
v.d.W.
De eerste toch forse oplage van het boek
'Kijken naar Monumenten in Neder
land' was spoedig uitverkocht. Een
tweede druk was nodig; op een deel
daarvan legde de Bond Heemschut be
slag. Hiervan is intussen ook al weer
een groot aantal verkocht. Maar men
kan dit ca. 150 blz. tellende boek, dat
driehonderd illustraties bevat en dat een
uitstekend inzicht geeft in het Neder
landse monumentenbezitzoals stads
en dorpsgezichten, woonhuizen, kas
telen en buitenplaatsen, kerken, boer
derijen, molens, stationsgebouwen,
watertorensgemalen en vuurtorens,
dus nog bestellen bij het secretariaat
van de Bond Heemschut te Amster
dam. Voor leden van de bond geldt een
kortingsprijst.w. f 16,50 (incl. por-
tikosten), welk bedrag kan worden
overgemaakt op postgirorekening
124.326 t.n.v. Bond Heemschut,
onder vermelding 'monumentenboek'
Wie de bond Heemschut met twee
nieuwe leden verblijdt, ontvangt het
boek gratis!
WH