I.
kiirri
20ste eeuwse interpretatie van koloniale
geschiedenis. In dat verband is het ge
bouw belangrijk voor de geschiedschrij
ving.
In de hiervoor beschreven opvatting over
behoud en restauratie van historische ge
bouwen, waarin het aspect van het ge
denkteken en de educatieve waarde een
rol spelen, moet de oorzaak van het ont
staan van een groot aantal kleine zoge
naamde huismusea worden gezocht, die-
door privé- of rijksorganisaties onder
houden worden voor educatieve doelein
den.
Voor het behoud van het grote bestand
aan oude bebouwing bood deze restaura
tiebenadering geen echt beleid en naar
andere wegen moest worden omgezien.
lastingwet zal mogelijk meer invloed uit
oefenen omdat tengevolge hiervan door
eigenaars van historische bouwwerken
de investering in korte tijd kan worden
afgeschreven. Ondanks de recente instel
ling van een wet ten behoeve van monu
mentenbescherming ligt het belangrijk
ste aandeel steeds in de privé-sector, het
geen wel een verschil is ten opzichte van
sommige Europese landen.
Ook een uitgebreide controle op de res
tauraties bestaat hier niet, behalve op een
paar niveaus van plaatselijk bestuur. Kort
geleden nog werd een aanwijzing tot mo
nument aangevochten, nl. de Grand
Central Terminal (centraal station), in
verband met een uitbreiding ervan.
Dit gebeurde op grond van het uitgangs-
schreven monument niet is toegestaan.
Weigering van de vergunning zou, zo
was het argument van de spoorwegon
derneming, een aanzienlijk financieel
verlies met zich meebrengen. Het Ameri
kaanse Hoge Gerechtshof achtte dit argu
ment niet doorslaggevend. Het algemeen
welzijn was hiermee niet gediend. Om de
als onjuist geziene beschikking over het
eigendom door de monumentenaanwij
zing te ontlopen wordt wel de navolgen
de oplossing gevolgd:
De eigenaar van een beschermd bouw
werk verkoopt een gedeelte van het
maximaal toegestane bouwvolume aan
de eigenaar van het aangrenzende terrein
zodat daar nu meer en hoger mag worden
gebouwd. Deze maatregel kwam in ge
bruik om een gedeelte van de speculatie-
druk op de bouwgrond weg te nemen.
Deze manoeuvre wordt nu ook toegepast
in New York City en leidt vaak stede
bouwkundig gezien tot slechte oplossin
gen omdat b.v. naast een laag bakstenen
gebouw van vier verdiepingen een sky-
scraper van tientallen verdiepingen
wordt gezet. De bescherming die door de
nationale wetgeving geboden wordt, is
overigens zeer beperkt. Opname in het
Nationale Register betekent alleen de er
kenning van het belang van het gebouw.
Werkelijke controle kan slechts worden
uitgeoefend indien de eigenaar de subsi
die van de federale regering geaccepteerd
heeft, waarbij een van de voorwaarden is
dat het gebouw in zijn historische vorm
gehandhaafd blijft gedurende een periode
van 30 a 50jaar. Indien dus in zulke geval
len aantasting dreigt, biedt de wet be
scherming. Van wettelijke bescherming is
echter alleen sprake als er geld van de
nationale overheid bij betrokken is.
Ondanks de toenemende bemoeienissen
van de overheid bevindt het leeuwedeel
van de restauratieactiviteit nog steeds in
de privé-sector.
Hoewel veel initiatieven op het gebied
van 'normale' woningrestauraties te ver
melden zouden zijn, worden hier voor
beelden genomen van restauraties van
openbare gebouwen en kantoren, omdat
hiervoor de benadering anders moet zijn,
met name wat betreft het aspect investe
ring-rendement en omdat op dit terrein
in Europa minder ervaring is opgedaan.
De verschillende restauratie-aspecten
zullen hierna toegelicht worden aan de
Terwijl de vroege restauratieinspanning
gericht was op voorbeelden van het kolo
niale verleden is de houding nu veran
derd, hetgeen duidelijk is op te maken uit
de National Historie Preservation Act
van 1966. Dat was de eerste wetgeving
van nationale strekking op dit gebied,
hetgeen een nationaal beleid mogelijk
maakte. De wet voorziet in een Natio
naal Register van Historische Plaatsen
(Monumentenlijst), zodat een formele
lijst van historisch, cultureel en architec
tonisch belangrijke gebouwen opgesteld
kon worden. Daarnaast zijn er thans
subsidie-mogelijkheden van de federale
regering voor herstelwcrken. Het budget
is echter beperkt tot ongeveer 40 miljoen
dollar voor het gehele land. Een onlangs
tot stand gekomen verandering in de be-
punt dat zo'n aanwijzing tot monument
niet rechtmatig is en dat er sprake is van
een onjuiste uitoefening van macht om
dat dit het beschikken over eigendom
toestaat zonder het bieden van een juiste
compensatie. Dit geschil werd uiteinde
lijk door een hoog Amerikaans ge
rechtshof beslist. Er was namelijk ter ver
groting van het station, dat door een par
ticuliere onderneming, de Pennsylvania
Railroad, geëxploiteerd wordt, de bouw
van een kantoorkolos voorgesteld juist
op het oude gebouw.
Dit ontwerp - van Marcel Breuer-wilde
geen veranderingen aan het bestaande
station aanbrengen maar wilde er boven
op bouwen. De stad New York weiger
de een bouwvergunning, omdat aantas
ting van een in het stadsregister inge-