fiPiPrsp®
150 oorspronkelijke), wapenschilden van
provisoren en toepasselijke spreuk, toe
gang tot het binnenterrein.
Toen na de oorlog de toestand van de
gebouwen in geen enkel opzicht meer te
rijmen viel met de nieuwe eisen die aan
bejaardenhuisvesting gesteld werden, en
er in 1962 op een andere plaats in de stad
een modern Bornhoftot stand was geko
men, werd het oude complex voor ver
schillende doeleinden gebruikt, onder
meer als opvangcentrum voor repatrian
ten uit Indonesië. Leeggekomen en totaal
uitgewoond was het tenslotte alleen nog
maar goed voor afbraak, althans zó luid
den de eerste onmineuze geruchten; het
terrein zou uitstekend van pas komen - in
getuigenis. Deze kap is van het vroegste
type sporenkap met lang verband en da
teert uit de tijd van de stichting omtrent
1300. Zutpen bezit nog enkele van zulke
oude woonhuiskappen, wat een unieke
erfenis vormt.
Tenslotte de Agnietenhojdestijds Agnie-
tenconvent of Adamanshuis, in 1397/
1938 ontstaan uit twee schenkingen van
grote woonhuizen en gelegen aan de ou
de straten Oudewand en Rijkenhagen,
een stichting ten behoeve van devote
vrouwen die een Godgewijd leven wil
den leiden, ontstaan onder invloed van
de Moderne Devotie en omstreeks het
midden van de 15e eeuw ook officieel als
zusterhuis bij deze Deventer-beweging
het hart van de oude stad! - als parkeer
terrein. Het is te danken aan het onver
moeid ijveren van de in 1975 opgerichte
N. V. Stadsherstel en aan de vindingrijk
heid van haar architect G. Prins, die de
starre gestichtgebouwen van ca. 1880 een
vriendelijker aanblik heeft weten te ge
ven, dat er van dit uiterst moeilijk te mo
derniseren complex een woonhofmet 47
keurige huur-appartementen in drie
woonlagen is geschapen, gunstig mid
den in de stad gelegen en toch met iets
van die beslotenheid die aan de oude hof
jes eigen was. Het huis van Borro is als
laatste element in dit geheel voor restau
ratie opgenomen en krijgt de bestem
ming van stedelijk centrum voor het
open bejaardenwerk. Dit huis heeft in de
kap een uiterst zeldzaam bouwkundige
van religieuze vernieuwing aangesloten.
Het werd het grootste van de zes vrou
wenconventen in Zutphen, beleefde zijn
bloeitijd en bereikte zijn grootste om
vang in de tweede helft van de 15e eeuw,
en ging ten onder door de Reformatie in
het eind van de volgende eeuw, evenals
de andere Zutphense conventen en
kloosters. Toen er in de eerste jaren van
de 17e eeuw geen bewoonsters meer over
waren, werden de gebouwen in een
vierkant om de kloosterhof gelegen
door de stad gebruikt als huisvesting van
predikanten en schoolmeesters, maar
ook voor het onderbrengen van bedrij
ven, zoals een bombazijnweverij en een
glasfabriek. De binnenhof werd bleek
veld; de kapel kreeg de bestemming van
militair magazijn, herbergde in de 19e
eeuw de bloeiende Zutphense tapijtfa-
briek en andere bedrijven, en werd ten
slotte aardappelopslagplaats. De gebou
wen om de kloosterhof waren sedert de
oorlog eveneens in toenemende mate in
verval: afbrokkelende pleisterlagen op de
muren, gaten die in de daken vielen. Op
de hof waren hokken met kippen, krie
len, fazanten; plaatijzeren schuurtjes
voor brommers en auto's; afrasteringen
van alle soorten en veel ruigte en
brandnetels romdom. Voor de kapel met
aangrenzend refter - het middeleeuwse
hart van het convent - lag afbraak in het
verschiet. Het Wijnhuisfonds, de
stichting die zich sedert 1927 met de re
stauratie van de Zutphense monumenten
bezighoudt, slaagde erin, geleidelijk en
AC.NIETENHOF
AGNI ETEN HOF, EEN VERRASSING BIJ DE
RESTAURATIE. VERGELIJK DE GOTHISCHE
RAMEN RECHTS OP DE VORIGE FOTO.
BINNENWAARTS WAS EEN VULLING IN DE
DAG VAN HET VENSTER. WAAROVER EEN
VLAKKE BEPLEISTERING; BUITENWAARTS
WAS EEN HALFSTEENSMUUR VOOR DEOUDE
GEVEL GEZET. ZO WAS HET GOTISCHE WERK
INGEMETSELD EN DAARDOOR
GECONSERVEERD