Vakmanschap geeft arbeidsvreugde Heemschut ƒ40,- 20,- ƒ55,— 3,70, Jaargang 57 no. 7/8 juli/aug. 1980 Maandblad van de Bond Heemschut Opgericht in 1911 Eindredacteur: J.E. van der Wielen HEEMSCHUT verschijnt 10 keer per jaar Alle correspondentie betreffende de redactie van het tijdschrift: Secretariaat van de Bond Heemschut Korenmetershuis Nieuwezijds Kolk 28 1012 PV Amsterdam Postbus 10525 1001 EM Amsterdam Postgiro 124326 Tel. (020) 22 52 92 Ledenadministratie Tel. (020) 23 09 94 Alle correspondentie betreffende advertenties: B.V. 't Koggeschip Postbus 1198 1000 BD Amsterdam Tel. (020) 22 97 21 BOND HEEMSCHUT Lidmaatschap per jaar: individuele leden mogelijkheid van reductie voor 65 en 25- donateurs niet-indiv. leden losse nummers (incl. porto) Uit de inhoud: 124 Grote- of Onze Lieve Vrouwekerk te Harderwijk 'Een waarlijk Godshuis' 129 Appingedam: een heel bijzonder stadje 133 Den Haag zet nieuwe stap op de weg van monumentenzorg 135 Het huis op de dijk, een sieraad voor Maassluis 137 Stadsherstel rapporteert 138 Hoomse Oosterpoort gerestaureerd 141 Aanbevelingen van de Monumentenstudiedag 145 Heemschut in actie Foto-omslag: De achterzijde van het Gemeenlandshuis te Maassluis. Foto: G. Jansen; Hoogheemraadschap Delfland Een peiling - in 1978 verricht - bij tien restauratie-aannemers, die ongeveer vijf tig procent van de totale restauratie- omzet verwerken, heeft aangetoond, dat er van een sterke vergrijzing in het res tauratievak niet zo zeer sprake is. Maar kennis en begrip voor het vroegere vak manschap, zowel in praktische als in theoretische zin, wordt (toch) aan de ene kant steeds zeldzamer en aan de andere kant steeds noodzakelijker. Een en ander constateerde onlangs de di recteur Restauratiezaken van de Rijks dienst voor de Monumentenzorg, jhr. ir. L. L. M. van Nispen tot Sevenaer. Die kennis en dat begrip worden steeds zeldzamer in verband met de rationalisa tie en industrialisatie van het bouwpro ces, waardoor er nauwelijks meer be hoefte ontstond aan traditionele werk methoden en traditionele bouwmateria len. Er moest na de Tweede Wereldoor log meer gebouwd worden dan ooit: ar beidsbesparende machines, vereenvou diging van het werk op de bouwplaats, versnelling van de bouwtechnieken, nieuwe materialen, montage, normalisa tie en standaardisatie deden hun intrede. Dit alles' leidde tot een wijziging in de scholing. De behoefte naar een op de tra ditionele bouwpraktijk geschoolde bouwvakker verdween; daarvoor in de plaats werd op de ambachtsschool, resp. LTS, aan algemene vorming gedaan, 80 pet. algemene ontwikkeling, 20 pet. technische scholing, waarvan 5 pet. ken nis van het vak dat de scholier in de prak tijk zou kiezen. Als gevolg daarvan wer den voor degenen die wél voor het tradi tionelere vakmanschap zouden willen kiezen, de werkomstandigheden steeds moeizamer; de continuïteit in het werk was lang niet zo zeker als in de 'nieuwbouw'. De traditionele vakuitoe fening werd alleen nog maar mogelijk op restauratiegebied en zodoende dus afhan kelijk van subsidiegelden en dus weinig zeker. Een en ander heeft er dan ook toe geleid dat de maatschappelijke betekenis van de handarbeid en van de vakman sterk is afgenomen. Dit gebrek aan 'status', teza men met de slechte vooruitzichten, aldus de heer Van Nispen, heeft de motivatie om voor het traditionele vakmanschap te kiezen of om het trouw te blijven, ernstig ondermijnd. Een ernstige zaak, waarover in ons tijd schrift al menigmaal werd geschreven. In wezen gaat het er in de restauratiesector om dat er meer en meer een tekort aan traditionele vaklieden optreedt. Toch blijkt er, zoals de heer Van Nispen te recht opmerkte, een groeiende behoefte aan traditioneel vakmanschap te zijn. De interesse om oudere bouwwerken te handhaven is - zo kunnen we met de heer Van Nispen eens zijn - enorm toegeno men en dat óók onder de jongeren. Er is voor de cursussen vakopleiding veel meer vraag dan er plaats is. 'Het bestem pelen van de interesse als puur 'nostal gisch' of'truttig' gaat voorbij aan wat er echt aan de hand is.' De bouwproduktie, zo constateerde de heer Van Nispen, wordt in belangrijkt mate meer dan ooit bepaald door vervangende nieuwbouw, herstel-en restauratiebouw en dus in veel mindere mate door groei. De wens om machines het werk te laten doen ter ver lichting van de menselijke inspanning, is in deze tijd van herwaardering van de arbeid ook niet onverkort door te voe ren, meende de directeur van de rijks dienst. Vooral het vakmanschap kan veel arbeidsvreugde geven. De heer Van Nis pen pleitte dan ook voor grotere aan dacht voor het sociaal-economisch nut van de herstel- en restauratiemarkt en vervol gens voor grotere aandacht voor het kunnen en kennen van het ambacht en het vakmanschap. Hij pleitte verder voor herziening van het leerpakket en voor scholing en om- en bijscholingskansen en voor herstel van de sociale betekenis van goed vakmanschap en het goede am-

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1980 | | pagina 7